Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2021 in de zaak tussen
[eiser] h.o.d.n. [naam kinderdagverblijf] , te [plaats 1] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
12 januari 2021 in de zaak ROT 20/2470.
10 november 2020 aan een ander is overgegaan, dat dit pand nu voor andere doeleinden wordt gebruikt en dat eiser inmiddels op een andere locatie in het register van de Kamer van Koophandel staat ingeschreven. Dit bekent dat ook als eiser op inhoudelijke gronden in het gelijk zou worden gesteld, hij niet meer op basis van de oorspronkelijke toestemming een kinderopvangvoorziening in het pand aan de [adres] in [plaats 2] kan exploiteren. De aan eiser verleende toestemming is ook niet naar de nieuwe locatie overdraagbaar. Artikel 7, vierde lid, van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang bepaalt immers dat de houder van een geregistreerde kinderopvang-voorziening een nieuwe aanvraag moet indienen als de houder ook op een ander adres een kinderopvangvoorziening in exploitatie wil nemen.
niet-ontvankelijk verklaard.
Beslissing
mr. P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op
1 september 2021.