ECLI:NL:RBROT:2021:8733

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2021
Publicatiedatum
6 september 2021
Zaaknummer
C/10/622837 / JE RK 21-2043
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 augustus 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2020. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder telefonisch is gehoord. De moeder, die lijdt aan een psychotische problematiek, is niet in staat om voor de minderjarige te zorgen. De minderjarige verblijft sinds zijn geboorte in een pleeggezin, waar hij zich goed ontwikkelt. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing voor een jaar, wat door de kinderrechter is toegewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende stabiel is om de opvoedtaken op zich te nemen en dat het in het belang van de minderjarige is om in het pleeggezin te blijven. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/622837 / JE RK 21-2043
datum uitspraak: 11 augustus 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2020 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder]

Fam. [familienaam] ,

hierna te noemen de pleegouders, wonende te [woonplaats pleegouders] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 10 juni 2021, ingekomen bij de griffie op 26 juli 2021.
Op 11 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S.R. Kwee,
- de pleegmoeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De moeder is telefonisch gehoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft in een pleeggezin.
Bij beschikking van 26 augustus 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 26 augustus 2021.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 16 februari 2021 de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 26 augustus 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens heeft de GI verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De moeder is vanwege haar ziektebeeld niet in staat om voor [voornaam minderjarige] te zorgen. Omdat de moeder ook op de lange termijn niet in staat wordt geacht voor [voornaam minderjarige] te zorgen is een verzoek tot onderzoek naar een gezagsbeeïndigende maatregel gedaan bij de Raad voor de Kinderbescherming. Het lukt de moeder ook niet om de bezoekregeling na te komen. Het laatste bezoek heeft in mei 2021 plaatsgevonden. De opbouw van contact verloopt daardoor moeizaam.

De standpunten

De moeder begrijpt dat een verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nodig zijn, maar zij hoopt dat [voornaam minderjarige] in de toekomst weer bij haar komt wonen. De moeder wil met hem en de andere kinderen een gelukkig gezin zijn. De moeder zou graag willen dat de omgang wordt uitgebreid.
De pleegmoeder is het eens met het verzoek. Met [voornaam minderjarige] gaat het heel goed. Het is een vrolijk en lief jongetje. Hij ontwikkelt zich leeftijdsadequaat. Hij begint inmiddels te lopen. De band met de oudere twee kinderen in het gezin is ook goed. [voornaam minderjarige] vindt onbekende situaties nog wel spannend.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de moeder recent opnieuw is opgenomen bij Antes vanwege haar psychotische problematiek. De moeder is onvoldoende stabiel en heeft onvoldoende draagkracht om de opvoedtaken over [voornaam minderjarige] op zich te nemen. [voornaam minderjarige] is gebaat bij een veilige, gestructureerde opvoedomgeving die de moeder hem niet kan bieden. Het lukt de moeder ook niet de bezoekafspraken met [voornaam minderjarige] na te komen. Hoewel de wens van de moeder om [voornaam minderjarige] op termijn weer bij haar te hebben begrijpelijk is, lijkt dit niet haalbaar. [voornaam minderjarige] verblijft al sinds zijn geboorte in een pleeggezin. Het pleeggezin sluit aan bij zijn opvoedbehoeftes. [voornaam minderjarige] ontwikkelt zich daar goed. Het is in zijn belang dat hij daar kan blijven.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar. Ook is de verlenging van de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 26 augustus 2022;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg tot 26 augustus 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2021 door mr. R.H. de Vries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 augustus 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.