ECLI:NL:RBROT:2021:8712

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 september 2021
Publicatiedatum
6 september 2021
Zaaknummer
9301089 VZ VERZ 21-11140
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na vaststellingsovereenkomst

In deze zaak heeft de N.V. Irado, gevestigd te Schiedam, een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 1 november 1976 in dienst is als allround medewerker BOR. Irado stelt dat er sprake is van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding, waardoor het niet redelijk is om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 augustus 2021 waren beide partijen aanwezig, vergezeld door hun gemachtigden. Irado biedt een beëindigingsvergoeding van € 40.000,- aan, inclusief de transitievergoeding, en verzoekt de ontbinding per 1 november 2021.

[verweerder] erkent de situatie en refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter, maar verzoekt ook de beëindigingsvergoeding toe te kennen. De kantonrechter overweegt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien er een redelijke grond is en herplaatsing niet mogelijk is. Gezien de instemming van beide partijen over de verstoorde arbeidsverhouding, concludeert de kantonrechter dat er een redelijke grond voor ontbinding is. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 november 2021, en [verweerder] ontvangt de overeengekomen vergoeding van € 40.000,-. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9301089 VZ VERZ 21-11140
datum: 3 september 2021
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
N.V. Irado,
gevestigd te Schiedam,
verzoekster,
gemachtigde: mr. B.E. de Laive-Paasman,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats verweerder],
verweerder,
gemachtigde: mr. L.M. Hoogeveen van FNV Bondgenoten.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als Irado en [verweerder].

1..Het verloop van de procedure

1.1
Irado heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2
De mondelinge behandeling heeft op 31 augustus 2021 plaatsgevonden. Namens Irado hebben aan de mondelinge behandeling deelgenomen [naam 1], leidinggevende en
[naam 2], manager P&O, bijgestaan door de gemachtigde. [verweerder] was in persoon aanwezig, vergezeld van zijn echtgenote en bijgestaan door de gemachtigde. Ook waren aan de zijde van [verweerder] aanwezig [naam 3], vakbondsconsulent en [naam 4], vakbondsbestuurder. De gemachtigde van Irado heeft tijdens de zitting spreekaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
1.3
De kantonrechter heeft de datum voor deze uitspraak bepaald op heden.

2..De feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:
2.1
[verweerder] is sinds 1 november 1976 bij Irado in dienst waar hij werkzaam is in de functie allround medewerker BOR. Het salaris bedraagt € 2.858,- bruto per maand exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.

3..Het verzoek

3.1
Irado verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. Aan dit verzoek legt Irado - samengevat en voor zover van belang - ten grondslag dat sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren en dat herplaatsing binnen een redelijke termijn in een andere passende functie niet mogelijk is. Irado benadrukt dat de ontstane situatie niet aan [verweerder] verweten kan worden. Het verzoek houdt volgens Irado geen verband met het bestaan van een opzegverbod. Irado is bereid om in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan [verweerder] een vergoeding van € 40.000,- bruto te voldoen, waarin de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW is begrepen. Irado is bereid dit bedrag te voldoen uiterlijk voor 1 december 2021. Irado verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 november 2021.

4..Het verweer

4.1
[verweerder] erkent hetgeen Irado aan haar verzoek ten grondslag legt en refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter. Indien de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden verzoekt [verweerder] hem de door Irado aangeboden beëindigingsvergoeding van
€ 40.000,- bruto toe te kennen en de ontbinding uit te spreken per 1 november 2021.

5..De beoordeling

5.1
Uit artikel 7:669 lid 1 BW gelezen in samenhang met artikel 7:671b lid 1, aanhef en onder a, BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Gelet op artikel 7:669 lid 3, onder g, BW kan een verstoorde arbeidsverhouding een redelijke grond opleveren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
5.2
Partijen zijn het erover eens dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Mede op basis van hetgeen ter zitting naar voren is gekomen is de kantonrechter van oordeel dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord is dat van Irado in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarmee is een redelijke grond voor ontbinding gegeven. Gebleken is dat herplaatsing van [verweerder] niet mogelijk is binnen een redelijke termijn. Niet gebleken is dat één van partijen een verwijt kan worden gemaakt. Het verzoek houdt geen verband met omstandigheden waarop een opzegverbod betrekking heeft.
5.3
Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. Overeenkomstig de wens van partijen zal de arbeidsovereenkomst per 1 november 2021 worden ontbonden.
5.4
[verweerder] heeft aanspraak op de wettelijke transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW. Conform de wens van partijen wordt aan [verweerder] de overeengekomen beëindigingsvergoeding toegekend van € 40.000,- waarin het bedrag van de transitievergoeding is begrepen. Aangezien partijen het eens zijn over de toe te kennen vergoeding behoeft geen toepassing te worden gegeven aan het bepaalde in artikel 7:686a lid 6 van het Burgerlijk Wetboek.
5.5
Ten aanzien van de proceskosten wordt beslist op de wijze als hieronder vermeld.

6..De beslissing

De kantonrechter,
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 november 2021;
kent aan [verweerder] ten laste van Irado een vergoeding van € 40.000,- bruto en bepaalt dat Irado deze vergoeding uiterlijk voor 1 december 2021 zal voldoen;
bepaalt dat partijen de eigen proceskosten dragen;
wijst af het méér of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
34650