Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser ],
1..Het verloop van de procedure
2..De feiten
3..De verdere beoordeling
bij het aangaan van de overeenkomstenvan elkaar mochten verwachten.
€ 84.00 of € 86,00 per fust is betaald, wat overeenkomt met de prijs van Heineken bier, terwijl JNR niet heeft betwist dat haar eigen bier een veel lagere marktprijs zou hebben. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat De Laak steeds Heineken (of Grolsch) bier diende te leveren.
“nimmer heeft gereclameerd direct na de leveringen”en dat zij de fusten bier zonder protest heeft gehouden en doorverkocht. Daargelaten dat het niet aan JNR is om aan De Laak te melden dat zij nepbier heeft geleverd, of JNR dit kon weten, heeft JNR wel degelijk op 13 maart 2017 per brief aan De Laak verzocht om bewijs dat De Laak geen nepbier levert dan wel het merkbier heeft geleverd. Hiermee heeft JNR meer dan voldaan aan haar verplichtingen.
Het voorgaande brengt verder mee dat eventuele vermogensschade per fust kan worden begroot door het verschil te nemen tussen de waarde van een fust Heineken bier en de waarde van het geleverde bier. Partijen lijken het erover eens dat de waarde van een Heineken fust € 84,00 is terwijl het geleverde bier een waarde van € 42,50 per fust vertegenwoordigt. Dat betekent dat JNR per fust € 41,50 schade heeft geleden. Daarbij is het aan JNR om te stellen en te onderbouwen hoeveel fusten bier zij heeft besteld.
4..De beslissing
:
dinsdag 5 oktober 2021 om 13:30 uurvoor het nemen van een akte door De Laak zoals vermeld in punten 3.13 en 3.24 en voor het nemen van een akte door JNR zoals vermeld in punten 3.17 tot en met 3.20 en 3.24;