Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
,
1..Procesverloop
- verzoeker met zijn hiervoor genoemde advocaat;
- mr. A. de Bruijne, officier.
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van 2 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in twee zaken met betrekking tot verzoeken om schadevergoeding op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Verzoeker heeft in beide zaken gesteld dat de officier van justitie de termijn van artikel 5:16 lid 1 Wvggz heeft overschreden en heeft verzocht om schadevergoeding op basis van artikel 10:12 lid 3 Wvggz. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier in de eerste zaak de termijn met 48 dagen heeft overschreden, wat heeft geleid tot een schadevergoeding van € 960,-. In de tweede zaak was er sprake van een termijnoverschrijding van 6 dagen, waarvoor de rechtbank een schadevergoeding van € 60,- heeft toegekend. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden door de termijnoverschrijding en heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de normschending en de gevolgen voor verzoeker. De rechtbank heeft de Staat veroordeeld tot betaling van de genoemde bedragen aan verzoeker en heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tevens is het hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk, met inachtneming van de gestelde termijnen.