ECLI:NL:RBROT:2021:8627
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring op eigen aangifte zonder te executeren vermogen
Op 31 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (hierna: aangeefster) op eigen aangifte faillietverklaring heeft verzocht. Aangeefster heeft op 16 juni 2021 dit verzoek ingediend, maar er bleek geen te executeren vermogen aanwezig te zijn. Tijdens de zittingen is vastgesteld dat de onderneming geen baten heeft, geen debiteuren, geen onroerende zaken, en dat de bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt. De rechtbank heeft aangeefster de gelegenheid gegeven om te onderzoeken of zij de vennootschap kon ontbinden via een turbo-liquidatie, maar er is geen verdere informatie ontvangen over deze mogelijkheid.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien het ontbreken van baten en de oplopende faillissementskosten, het faillissement niet in het belang van de schuldeisers zou zijn. Aangeefster heeft onvoldoende belang bij het verzoek tot faillietverklaring, omdat het faillissement enkel zou leiden tot een toename van de schuldenlast zonder enige kans op vereffening. De rechtbank heeft daarom aangeefster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot faillietverklaring.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Damsteegt-Molier, rechter, in aanwezigheid van mr. T. Mulder, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.