ECLI:NL:RBROT:2021:8581

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 augustus 2021
Publicatiedatum
1 september 2021
Zaaknummer
10/194907-20 en 13/226074-20 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging, bedreiging met zware mishandeling en smaadschrift met verminderde toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van belaging, bedreiging met zware mishandeling en smaadschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het stelselmatig en opzettelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van meerdere slachtoffers. De verdachte heeft via sociale media bedreigende en beledigende berichten gestuurd, wat heeft geleid tot gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien de ernst van de feiten en het gevaar voor herhaling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zoals vastgesteld in rapportages van psychologen en reclassering. De verdachte heeft eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar beslissing. De rechtbank heeft de verdachte ook gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd, om de veiligheid van anderen te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/194907-20 en 13/226074-20 (gev. ttz)
Datum uitspraak: 17 augustus 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting Zuid-Oost, locatie Evertsoord Ter Peel,
raadsman mr. M. Kuipers, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 augustus 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen.
De tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T. Slieker heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/194907-20 en bewezenverklaring van het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 13/226074-20;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede terbeschikkingstelling met de voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd, met bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking gevorderd.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering ten aanzien van het onder parketnummer 10/194907-20 onder 1 ten laste gelegde
Het onder 1 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering ten aanzien van het onder parketnummer 10/194907-20 onder 2 primair en onder parketnummer 13/226074-20 ten laste gelegde
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het bij parketnummer 10/194907-20 onder 2 primair ten laste gelegde niet bewezen kan worden en heeft vrijspraak bepleit. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte in de veronderstelling verkeerde dat de uitingen de aangeefster niet hebben bereikt, omdat de verdachte ten tijde van het versturen van de berichten was geblokkeerd door de aangeefster. Daarnaast valt niet vast te stellen op welke datum de berichten verstuurd zijn. Mocht dit verweer niet slagen, dan stelt de verdediging zich op het standpunt dat de pleegperiode verkort zou moeten worden en er geen sprake is van een bedreiging tegen het leven gericht maar hooguit van een uiting van verdriet en frustratie. Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde kan volgens de verdediging niet worden bewezen dat de verdachte het oogmerk had op dwang en kunnen de berichten hooguit gekenmerkt worden als belediging.
Ten aanzien van het onder 13/226074-20 ten laste gelegde heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat het feit niet bewezen kan worden en heeft vrijspraak bepleit. Het is niet duidelijk op welke dag de berichten zijn geplaatst en waar het feit is gepleegd.
4.2.2.
Beoordeling
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het onderzoek op de zitting ten aanzien van de ten laste gelegde feiten de volgende feiten en omstandigheden vast.
Ten aanzien van het onder 10/194907-20 onder 2 tenlastegelegde
De verdachte heeft bij het politieverhoor en op zitting bekend dat zij de berichten heeft verstuurd naar aangeefster. Zij heeft ook verklaard over woordenwisselingen die zij met aangeefster had naar aanleiding van een bericht dat de verdachte vanaf haar Instagrampagina stuurde in juli 2020. Ook heeft zij verklaard dat ze wist dat aangeefster haar op Facebook volgde met een nepaccount. Dat de verdediging bij pleidooi suggereert dat de verdachte in de veronderstelling verkeerde dat de uitingen de aangeefster niet zouden hebben bereikt, is hiermee in strijd. Gelet op de verklaringen van de verdachte gaat de rechtbank aan dit verweer voorbij. In de berichten zijn voorts woorden gebezigd die naar hun aard en uitingsvorm aangemerkt kunnen worden als een bedreiging met zware mishandeling. Uit de aangifte blijkt duidelijk dat de aangeefster deze ook zo heeft opgevat en zich bedreigd voelde, hetgeen niet onbegrijpelijk is.
Ten aanzien van het onder 13/226074-20 tenlastegelegde
Aangever [naam aangever] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij in de vroege ochtend van 5 januari 2020 om half 6 door een vriend is wakker gebeld. Deze vriend vertelde aangever dat op Facebook berichten waren geplaatst over hem. Bij haar politieverhoor heeft de verdachte bevestigd dat zij de berichten heeft geplaatst op Facebook. Gelet op die verklaring komt de rechtbank tot de conclusie dat het bericht op 5 januari 2020 is geplaatst door de verdachte.
4.2.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte feit 2 primair onder parketnummer 10/194907-20 en het ten laste gelegde feit onder parketnummer 13/226074-20 heeft begaan.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 2 primair onder parketnummer 10/194907-20 en het ten laste gelegde feit onder parketnummer 13/226074-20 heeft begaan.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring van feit 1 onder parketnummer 10/194907-20 redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/194907-20 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Ten aanzien van parketnummer 10/194907-20
1.
zij, in de periode van 17 juni 2020 tot en met 4 augustus 2020 in Nederland, wederrechtelijk, stelselmatig en opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 1] door
- ( tekst)berichten naar die [naam slachtoffer 1] te sturen inhoudende onder meer
"prima je gaat spijt krijgen, ik heb der nu al zin in niet janken als je niet meer buiten kan komen omdat je je schaamt",
"Je kan je blijven verschuilen in da tzolder kamertje van je is het niet [naam persoon 1] of ik of
allebij wij gaan jou tegen komen in roffa en geloof me wees dan paraat en act niet
als een pedejo want dat ben je ik ga je nummer verwijderen en bereid je voor op
nieuwe rechtzaken ik en me nieuwe advocaat lusten jou en je ouders rauw”,
"Alle documenten rechtszaak zijn exposed alles ligt op straat vecht het maar lekker
uit met mij vriend zielige autist die je bent nu iedereen gaat weten wat voor een
homootje bent laat iedereen de drama van de rechtzaak meeleven”,
en
- een telefoonnummer van die [naam slachtoffer 1] aan een
WhatsApp-groep toe te
voegen en het vervolgens plaatsen van berichten met onder andere de tekst
en;
“Jullie gaan om met boys die transganders neuken Hij wist allang dat transgander
was die ex van hem Maar hij deed alsof tegen over jullie en zijn ouders om dat ze
ouders het niet wisten”, “ Jullie gaan met een flikker om en jullie laten hem nog in
jullie app groep”, “Succes he mensen gaan jullie ook als homo zien Lees maar
goed zeg maar hij wist van niks maar dat deed hij allemaal voor jullie en voor zijn
ouders want hij houd er van om met trans te gaan en te neuken”, "Ik heb [naam persoon 1] zijn
telefoon gepakt en jij gaat kkr problemen krijgen geloof mij zieligerd",
en
- uit naam van een derde, te weten [naam slachtoffer 2] een e-mailbericht te sturen naar collega’s van
die [naam slachtoffer 1] met daarin aantijgingen onder meer
inhoudende dat die [naam slachtoffer 1] drugs gebruikt en een pathologische
leugenaar is en drugs verkoopt en een relatie heeft gehad met een
transgender en die transgender heeft mishandeld,
en
- een bericht te sturen of te laten sturen door een ander of anderen
dan zij, verdachte (via [naam e-mailadres] ) naar het werk van die [naam slachtoffer 1]
met daarin een klacht over zijn, [naam slachtoffer 1] , functioneren (op de
afdeling [naam afdeling] )
en
- berichten via een (deels) openbaar multimedia-account, te weten
Instagram ( [naam instagram-account] ) naar die [naam slachtoffer 1] te sturen met onder meer de
teksten inhoudende:
“Hij heeft een relatie gehad met een transgender en uiteindelijk is hij naar de
politie gestapt en heeft hij aangiftes gedaan tegen die transgender ... Nu weet heel
papendrecht dat hij der met eentje heeft geneukt en zijn vrienden willen niet met
hem omgaan IT Sletje hij pijpt ook mannen voor stageplek en/of daarbij een foto
van die [naam slachtoffer 1] te plaatsen”,
“Kijk ze hier in betere tijden in aruba WHAHAHA doen ze de BFF aan het
uithangen waren toen wisten jullie nog niet dat [voornaam slachtoffer 1] transgender neukte? En
was hij zich aan het bewijzen ... Hij heeft in 2017 zijn transgender ex laten op
sluiten in een gesticht en is hij paar weken daarna gaan feesten in aruba maar dat
is hem heel heel heel duur komen te staan”,
“Ik waarschuw je bitch ... nog een actie die mij niet bevalt en ik stuur naar al je
collegas op het werk dit profiel dat ze gaan meelezen hoe of wat jij bent nog een
keer en je bent de sjaak mattie”,
“Ik vind jou een verwend ventje ik ga je werk niet meer blackmailen ik heb een
veel beter idee ik vind je zo zielig want jij bent natuurlijk altijd het slachtoffer en
het ligt nooit aan jezelf maar altijd aan andere ik ga je op een andere manier
pakken je zult nog wel zien hoe je werk? Boeit mij niet ooit komen ze wel achter
de waarheid niet via mij dus maak je geen zorgen wat ik van plan ben is veel en
veel erger",
“donderdagavond durven te lopen op koopavond in dordrecht ik geef je een paar
uur de tijd en anders ga ik helemaal los en ga je echt spijt krijgen je gaat of sorry
zeggen voor de daden of je gaat echt door een hell gaan!”,
en
- processtukken over een strafzaak, te weten processen-
verbaal, aangiftes, andere processtukken/ en oude
chats/berichten tussen en van haar, verdachte, en die [naam slachtoffer 1] , te plaatsen
op een voor een ieder zichtbaar multimedia-account op Instagram genaamd
[naam instagram-account] ,
steeds met het oogmerk die [naam slachtoffer 1]
tedwingen iets te dulden en
hemvrees aan te jagen;
2.
zij, op meer tijdstippen gelegen in de periode van 28 april 2019 tot en met 14 juli 2020 in Nederland, [naam slachtoffer 3] meermalen, telkens heeft bedreigd, met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 3] via sociale media telkens dreigend de woorden toe te voegen:
"We zien elkaar wel, ga ik die konijnentandjes [naam persoon 2] uit je kkr bek slaan"
en "Ik sla al je tanden eruit" en "Je leven wordt een hel" en "Ik sla je
verrot, er blijft niets van je over",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 13/226074-20
zij, op 5 januari 2020 te Amsterdam, opzettelijk, de eer en de goede naam van [naam slachtoffer 4] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en afbeeldingen verspreid en openlijk tentoongesteld, door op haar, verdachtes, Facebook te posten:
- Goedeavond mensen EXPOSED! [naam slachtoffer 4] uit Amsterdam chilt met
transganders en neukt ze ook in de bil. Hij heeft gewoon een vriendin in nederlad
maar Neukt ij ook en Heeft soas Gehad en neukt met een bitch van Bijlmer van
Dans Theater" gevolgd door het telefoonnummer van die [naam slachtoffer 4] , en
- " Hij staat ook op Grinter Gay app Dese post komt ook op snapchat en instagram
... "
en door daarbij meerdere foto's van die [naam slachtoffer 4] te voegen,
en een Grindr-account op de naam van die [naam slachtoffer 4] aan te maken inclusief
zijn telefoonnummer;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Ten aanzien van feit 1 parketnummer 10/194907-20:
belaging.
Ten aanzien van feit 2 primair onder parketnummer 10/194907-20:
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 13/226074-20:
smaadschrift.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregelen

7.1.
Algemene overweging
De straf en de maatregelen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregelen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich in de periode van 17 juni 2020 tot en met 4 augustus 2020 schuldig gemaakt aan belaging van slachtoffer [naam slachtoffer 1] door naar hem en naar zijn werk veelvuldig en op verschillende manieren grensoverschrijdende en bedreigende berichten te sturen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het verspreiden van verscheidene teksten over en foto’s van het slachtoffer op sociale media. Ook processtukken betreffende het slachtoffer zijn door de verdachte op het internet gezet.
Voorts heeft de verdachte zich in de periode van 28 april 2019 tot en met 14 juli 2020 schuldig gemaakt aan bedreiging met zware mishandeling van slachtoffer [naam slachtoffer 3] door haar diverse bedreigende berichten te sturen via sociale media. Op 5 januari 2020 heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan smaadschrift door grensoverschrijdende berichten op sociale media te plaatsen over slachtoffer [naam slachtoffer 4] , inclusief foto’s.
De verdachte heeft door haar handelen stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffer [naam slachtoffer 1] , op wie – blijkens zijn aangifte en slachtofferverklaring – het handelen van de verdachte grote impact heeft gehad. De verdachte heeft daarmee doelbewust gevoelens van angst en onveiligheid bij hem veroorzaakt. Dit rekent de rechtbank de verdachte ernstig aan, vooral omdat het niet de eerste keer is dat [naam slachtoffer 1] ernstig door de verdachte is belaagd. Voor [naam slachtoffer 1] moet het extra beklemmend en beangstigend zijn dat ondanks eerder justitieel ingrijpen hij wederom te maken heeft gekregen met de belaging door de verdachte, een belaging waarbij niet alleen hij maar ook zijn (werk)omgeving is betrokken.
Ook heeft de verdachte door haar manier van handelen gevoelens van angst veroorzaakt bij het slachtoffer. [naam slachtoffer 3] . Ten slotte heeft zij de goede naam van het slachtoffer [naam slachtoffer 4] aangerand. De verdachte heeft verklaard dat zij haar frustraties wilde uiten, maar heeft met haar handelen de grens van het toelaatbare ver overschreden door het ene slachtoffer angst aan te jagen en over het andere valse aantijgingen te verspreiden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 februari 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
De rechtbank heeft kennis genomen van het Pro Justitia rapport en aanvullend rapport van de klinisch psycholoog dr. [naam klinisch psycholoog] , gedateerd 9 december 2020 en 21 april 2021, het Pro Justitia rapport van de psychiater [naam psychiater] , gedateerd 12 juli 2021 en het reclasseringsrapport gedateerd 19 juli 2021.
Rapport van 9 december 2020 ( [naam klinisch psycholoog] )
Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Voorts heeft de verdachte problemen in de emotie-regulatie en gebrekkige
copingvaardigheden. Geadviseerd wordt om de feiten, indien bewezen, in een verminderde mate toe te rekenen aan de verdachte.
Rapport van 20 april 2021 ( [naam klinisch psycholoog] )
Dit rapport houdt onder meer het volgende in. Er is sprake van een matig recidiverisico wat een indicatie betekent voor het opleggen van een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek. Aan de intrinsieke motivatie van de verdachte kan (sterk) worden getwijfeld.
De psycholoog acht het passend om een ambulante behandeling binnen het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden te laten volgen. Bij dit kader zal de verdachte expliciet moeten aangeven dat zij zich aan de haar gestelde voorwaarden zal houden. In geval zij dit niet zou doen, ligt een klinische behandeling voor de hand.
Rapport van 12 juli 2021 ( [naam psychiater] )
De verdachte heeft slechts ten dele meegewerkt aan het onderzoek, waardoor de psychiater op basis van eigen onderzoek niet kan adviseren over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Een psychiatrische stoornis in engere zin kan niet met zekerheid worden uitgesloten.
Rapport van 19 juli 2021 (reclassering)
Dit rapport houdt onder meer het volgende in. De reclassering ziet risicofactoren op het gebied van psychosociaal functioneren, partnerrelaties en de houding van de verdachte. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Gezien het feit dat de verdachte nooit eerder in forensische setting is behandeld, is een ambulant (behandel)traject geïndiceerd. Door de reclassering is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. De reclassering ziet beperkte, maar wel enige mogelijkheden om in een ambulante setting invulling te geven aan een traject binnen dit kader. Om deze reden heeft de reclassering gematigd positief geadviseerd over een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Gedurende het onderzoek heeft de verdachte een wisselvallige houding aangenomen. De reclassering ziet dit als een ongunstige factor voor een ambulant behandeltraject, waardoor twijfels gedurende het onderzoek zijn toegenomen en daarmee ook het vertrouwen in de haalbaarheid van een ambulant behandeltraject is afgenomen. Een klinisch (behandel)traject zou kunnen betekenen dat de verdachte mogelijk verder in verzet gaat, omdat zij op dit moment gemotiveerd is voor een ambulante behandeling.
De verdachte heeft zich volgens de reclassering bereid verklaard tot medewerking aan de terbeschikkingstelling met voorwaarden, te weten:
  • Geen strafbaar feit plegen
  • Meewerken aan reclasseringstoezicht
  • Meewerken aan time-out
  • Niet naar het buitenland reizen zonder de toestemming van de reclassering
  • Een ambulante behandeling
  • Opname in een zorginstelling
  • Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
  • Meewerken aan woonbegeleiding
  • Drugs- en alcoholverbod
  • Contact- en locatieverbod met elektronische controle
  • Beperking van internet en sociale media
  • Meewerken aan controle op digitale apparatuur
  • Meewerken aan schuldhulpverlening
  • Een dagbesteding
  • Geven van openheid.
Hierbij is de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden geadviseerd. Daarnaast wordt, gelet op de problematiek, het gevaar voor het slachtoffer en het ontbreken van intrinsieke motivatie voor gedragsverandering en een hoog risico op herhaling, een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel geadviseerd.
Toerekeningsvatbaarheid
Nu de conclusies van de reclassering en de psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies, welke naar het oordeel van de rechtbank goed zijn onderbouwd, over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. De rechtbank zal hiermee rekening houden bij het bepalen van de straf en maatregel.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de hierna te noemen gevangenisstraf heeft de rechtbank eveneens acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Terbeschikkingstelling met voorwaarden
Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk is. De verdachte is in 2018 al veroordeeld voor belaging van [naam slachtoffer 1] . Daarbij is haar een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd en een contactverbod. De rechtbank had in eerste aanleg als bijzondere voorwaarde een ambulante behandeling bij De Waag opgelegd. De verdachte is hiertegen in hoger beroep gegaan en heeft, blijkens het arrest, bij het gerechtshof te kennen gegeven recentelijk aan een behandeling bij een psycholoog te zijn begonnen. Het gerechtshof heeft (daarom?) ambulante behandeling niet meer als bijzondere voorwaarde opgelegd. Ter zitting is gebleken dat de bij het gerechtshof genoemde behandeling niet door de verdachte is afgerond.
De rechtbank volgt gelet op het voorgaande niet de ter zitting ingenomen stelling van de verdachte dat zij nooit de kans heeft gehad zich ambulant te laten behandelen en dat daarom de maatregel van ter beschikkingstelling met voorwaarden voorbarig is. De verdachte heeft de mogelijkheid wel gehad maar zich daartegen verzet.
Voorts blijkt dat de verdachte zich de afgelopen jaren niet heeft gehouden aan diverse opgelegde voorwaarden en contactverboden. Dat blijkt al uit de veroordeling in de vorige zaak (waarin ook een gedragsaanwijzing werd overtreden) maar ook uit het feit dat de verdachte zich nu weer aan belaging, bedreiging en smaad schuldig heeft gemaakt. Ook heeft zij de voorwaarden bij het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis overtreden.
Niets lijkt de verdachte ervan te kunnen weerhouden vergelijkbaar problematisch gedrag te blijven vertonen en dat vindt de rechtbank zeer zorgelijk. Gelet op het feit dat de verdachte zich tot op heden niet ambulant bij De Waag heeft willen laten behandelen en zich daar ook in deze zaak bij de deskundige zeer wisselvallig over heeft uitgelaten, acht de rechtbank met de psycholoog en de reclassering een stringenter kader dan een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel noodzakelijk.
De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eisen daarom de terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezenverklaarde feiten en het gevaar voor herhaling.
Vastgesteld wordt dat het bewezenverklaarde onder parketnummer 10/194907-20 onder 1 en 2, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, misdrijven betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2 van het Wetboek van Strafrecht.
Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd.
De rechtbank zal tevens bepalen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking
Daarnaast is een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht noodzakelijk. Gelet op de ernst en duur van de gedragingen, het aantal slachtoffers, de eerdere veroordeling en de hardnekkigheid van het geconstateerde gedrag bij de verdachte is sprake van een groot gevaar voor herhaling. Om de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen te beschermen, dient de verdachte langdurig onder toezicht te staan.
Ook aan de overige wettelijke vereisten voor de oplegging van de maatregel langdurig toezicht is voldaan. De verdachte zal namelijk voorwaardelijk ter beschikking worden gesteld.
Gelet op het voorgaande zal de maatregel langdurig toezicht worden opgelegd.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 38, 38a, 38e, 38z, 57, 261, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10/194907-20 onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 13/226074-20 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast de
ter beschikkingstellingvan de verdachte
en stelt daarbij als voorwaarden:
De veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
De veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. De medewerking houdt onder andere in:
  • De veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
  • De veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de veroordeelde vast te stellen;
  • De veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • De veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
  • De veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
  • De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • De veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • De veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
3. De veroordeelde werkt mee aan een time-out en een FPT, in een nog door NIFP-IFZ aan te wijzen instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per kalenderjaar;
4. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;
5. De veroordeelde laat zich behandelen door Forensische Polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start direct aansluitend aan detentie. De behandeling duurt zolang de behandelinstelling en de reclassering dat nodig vinden. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;
6. De veroordeelde laat zich opnemen en behandelen in een forensische kliniek op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname wordt ingezet als de ambulante behandeling niet afdoende is en/of het risicomanagement hiermee niet te waarborgen valt. De ambulante behandelsetting adviseert hier de reclassering over
waarna de reclassering hierover zal beslissen. De opname duurt zolang de zorginstelling en de reclassering dat nodig vinden. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
7. De veroordeelde verblijft in een RIBW of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Dit wordt ingezet als de huisvestingssituatie niet afdoende is en/of het risicomanagement hiermee niet te waarborgen valt. De ambulante behandelsetting beslist hier samen met de reclassering over. Het verblijf duurt zolang de reclassering en de verblijfsinstelling dat nodig vinden. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
8. De veroordeelde werkt mee aan ambulante woonbegeleiding voor hulp op het gebied van het stabiliseren en/of stabiel houden van huisvesting en praktische zaken, zodra de reclassering dit nodig acht. De veroordeelde werkt hiervoor mee aan de afspraken/huisbezoeken. De begeleiding duurt zolang de reclassering dit nodig acht;
9. De veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek of andere controlemiddelen. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
10. De veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek, ademonderzoek (blaastest) of andere controlemiddelen om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
11. De veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de hiernavolgende personen, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt:
- [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] te [geboorteplaats slachtoffer 1] ) en diens ouders [naam ouder 1] en [naam ouder 2] en broer [naam broer]
- [naam slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] te [geboorteplaats slachtoffer 3] );
- [naam slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 4] te [geboorteplaats slachtoffer 4] );
- Het bedrijf [naam bedrijf] of andere werkgevers van [naam slachtoffer 1] ;
12. De veroordeelde bevindt zich niet in Hardinxveld-Giessendam, te weten de locatie van de werkgever ( [naam bedrijf] ) van [naam slachtoffer 1] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De veroordeelde werkt mee aan elektronische controle op dit locatieverbod;
13. De veroordeelde zal op geen enkele wijze de naam, gegevens of foto's van [naam slachtoffer 1] en/of diens ouders en/of diens broer en/of mevrouw [naam slachtoffer 3] en/of meneer [naam slachtoffer 4] (laten) vermelden en/of afbeelden op het internet en/of op sociale media;
14. De veroordeelde werkt mee aan ten hoogste twee keer per jaar te houden controles op haar elektronische apparatuur, zoals telefoon, laptop, televisie, gameconsoles etc. indien de reclassering dit noodzakelijk acht; deze controle wordt niet uitgevoerd door een opsporingsambtenaar;
15. De veroordeelde werkt mee aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in haar financiën en schulden;
16. De veroordeelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
17. De veroordeelde geeft de reclassering openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten uit haar (sociale) netwerk te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van haar (sociale) netwerk;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. C. Laukens en D.P.L. ter Laak, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Y. Ouarssani, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2021
Bijlage I
Tekst tenlastelegging ten aanzien van parketnummer 10/194907-20
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij, op of omstreeks
inde periode van 17 juni 2020 tot en met 4 augustus 2020 te Papendrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk, stelselmatig en opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 1]
- één of meerdere (tekst)bericht(en) naar die [naam slachtoffer 1] te sturen inhoudende onder meer
"prima je gaat spijt krijgen, ik heb der nu al zin in niet janken als je niet meer
buiten kan komen omdat je je schaamt",
"Je kan je blijven verschuilen in da tzolder kamertje van je is het niet [naam persoon 1] of ik of
allebij wij gaan jou tegen komen in roffa en geloof me wees dan paraat en act niet
als een pedejo want dat ben je ik ga je nummer verwijderen en bereid je voor op
nieuwe rechtzaken ik en me nieuwe advocaat lusten jou en je ouders rauw”,
"Alle documenten rechtszaak zijn exposed alles ligt op straat vecht het maar lekker
uit met mij vriend zielige autist die je bent nu iedereen gaat weten wat voor een
homootje bent laat iedereen de drama van de rechtzaak meeleven”,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
en/of
- een telefoonnummer van die [naam slachtoffer 1] aan een Whats-app-groep toe te
voegen en/of het (vervolgens) plaatsen van berichten met onder andere de tekst
(en);
“Jullie gaan om met boys die transganders neuken Hij wist allang dat transgander
was die ex van hem Maar hij deed alsof tegen over jullie en zijn ouders om dat ze
ouders het niet wisten”, “ Jullie gaan met een flikker om en jullie laten hem nog in
jullie app groep”, “Succes he mensen gaan jullie ook als homo zien Lees maar
goed zeg maar hij wist van niks maar dat deed hij allemaal voor jullie en voor zijn
ouders want hij houd er van om met trans te gaan en te neuken”, "Ik heb [naam persoon 1] zijn
telefoon gepakt en jij gaat kkr problemen krijgen geloof mij zieligerd",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
en/of
- uit naam van een derde, te weten [naam slachtoffer 2] of een andere aangenomen
naam, meerdere/een, (e-mail)bericht(en) te sturen naar één of meer collega’s van
die [naam slachtoffer 1] met daarin een of meerdere aantijging(en) onder meer
inhoudende dat die [naam slachtoffer 1] drugs gebruikt en/of een pathologische
leugenaar is en/of drugs verkoopt en/of een relatie heeft gehad met een
transgender en/of die persoon ( die transgender) heeft mishandeld,
althans teksten van gelijke aard en/of strekking,
en/of
- een (e-mail)bericht(en) te sturen en/of te laten sturen door een ander of anderen
dan zij, verdachte (via [naam e-mailadres] ) naar het werk van die [naam slachtoffer 1]
met daarin een klacht over zijn, [naam slachtoffer 1] , functioneren (op de
afdeling [naam afdeling] )
en/of
- een of meer bericht(en) via een (deels) openbaar multi-media-account, te weten
Instagram ( [naam instagram-account] ) naar die [naam slachtoffer 1] te sturen met onder meer de
tekst(en) inhoudende;
“Hij heeft een relatie gehad met een transgender en uiteindelijk is hij naar de
politie gestapt en heeft hij aangiftes gedaan tegen die transgender ... Nu weet heel
papendrecht dat hij der met eentje heeft geneukt en zijn vrienden willen niet met
hem omgaan IT Sletje hij pijpt ook mannen voor stageplek en/of daarbij een foto
van die [naam slachtoffer 1] te plaatsen”,
“Kijk ze hier in betere tijden in aruba WHAHAHA doen ze de BFF aan het
uithangen waren toen wisten jullie nog niet dat [voornaam slachtoffer 1] transgender neukte? En
was hij zich aan het bewijzen ... Hij heeft in 2017 zijn transgender ex laten op
sluiten in een gesticht en is hij paar weken daarna gaan feesten in aruba maar dat
is hem heel heel heel duur komen te staan”,
“Ik waarschuw je bitch ... nog een actie die mij niet bevalt en ik stuur naar al je
collegas op het werk dit profiel dat ze gaan meelezen hoe of wat jij bent nog een
keer en je bent de sjaak mattie”,
“Ik vind jou een verwend ventje ik ga je werk niet meer blackmailen ik heb een
veel beter idee ik vind je zo zielig want jij bent natuurlijk altijd het slachtoffer en
het ligt nooit aan jezelf maar altijd aan andere ik ga je op een andere manier
pakken je zult nog wel zien hoe je werk? Boeit mij niet ooit komen ze wel achter
de waarheid niet via mij dus maak je geen zorgen wat ik van plan ben is veel en
veel erger",
“donderdagavond durven te lopen op koopavond in dordrecht ik geef je een paar
uur de tijd en anders ga ik helemaal los en ga je echt spijt krijgen je gaat of sorry
zeggen voor de daden of je gaat echt door een hell gaan!”,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
en/of
- processtukken/procesdocumenten over een strafzaak, te weten processen-
verbaal, aangiftes, althans andere processtukken/procesdocumenten, en/of oude
chats/berichten tussen en van haar, verdachte, en die [naam slachtoffer 1] , te plaatsen
op een voor een ieder zichtbaar multi-media-account (op Instagram) genaamd
[naam instagram-account] ,
(steeds) met het oogmerk die [naam slachtoffer 1] en/of dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
zij, op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 28 april
2019 tot en met 14 juli 2020 te Papendrecht en/of te Rotterdam, althans in Nederland, [naam slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, (telkens) heeft bedreigd, met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 3] (via sociale media) (telkens) dreigend de woorden toe te voegen:
"We zien elkaar wel, ga ik die konijnentandjes [naam persoon 2] uit je kkr bek slaan"
en/of "Ik sla al je tanden eruit" en/of "Je leven wordt een hel" en/of "Ik sla je
verrot, er blijft niets van je over",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij, in of omstreeks de periode van 28 april 2019 tot en met 14 juli 2020 te Papendrecht en/of te Rotterdam, althans in Nederland, een ander, te weten [naam slachtoffer 3] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid of feitelijkheden gericht tegen die [naam slachtoffer 3] en/of tegen derden (waaronder familie [naam familie] ), wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten het ontvangen van haar, verdachtes, beledigende en/of bedreigende en/of agressieve berichten, namelijk door het meermalen, althans eenmaal (telkens) sturen van (Facebook en/of Instagram) berichten aan die [naam slachtoffer 3] , met onder andere tekst(en) inhoudende:
- " We zien elkaar wel, ga ik die konijnentandjes [naam persoon 2] uit je kkr bek slaan" en/of "Ik sla al je tanden eruit" en/of "Je leven wordt een hel" en/of "Ik sla je verrot, er blijft niets van je over", en/of
- “ ga jullie kontje nou maar gooien hoe jullie dat elke jaar doen tijdens carnaval stink hoeren want als jij denkt dat ik klaar ben met jou FAMILIE bitch en ben nog lang niet klaar ik sla toe wanneer jullie mij vergeten zijn ... Ik geloof je smalle lange bitch IK MAAK JOU LEVEN en hel en die van jou hele familie ga lekker cache backstage pijpen dat heb je vast wel vaker gedaan ....”, en/of
- “…. ook jou karma dagen voor jou gaan komen "ANTILIAANSE FISSA BANGA" Ben niet vergeten hoe jou ghetto moeder mij kwam aanvallen en zich BEMOEIEN IN MIJN FUCKING RELATIE terwijl jullie neefje mij al halfjaar neukte en hard ook elke dag komen jullie bemoeien ook met jullie ben ik niet klaar vieze mensen, althans door woorden van gelijke aard en/of strekking;
Tekst tenlastelegging ten aanzien van parketnummer 13/226074-20
zij, op of omstreeks 5 januari 2020 te Rotterdam en/of Amsterdam, althans in Nederland en/of te Aruba, althans in het Koninkrijk der Nederlanden, opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 4] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door op haar, verdachtes, Facebook te posten:
- Goedeavond mensen EXPOSED! [naam slachtoffer 4] uit Amsterdam chilt met
transganders en neukt ze ook in de bil. Hij heeft gewoon een vriendin in nederlad
maar Neukt ij ook en Heeft soas Gehad en neukt met een bitch van Bijlmer van
Dans Theater" gevolgd door het telefoonnummer van die [naam slachtoffer 4] , en/of
- " Hij staat ook op Grinter Gay app Dese post komt ook op snapchat en instagram
... "
en/of door daarbij meerdere foto's van die [naam slachtoffer 4] te voegen,
en/of een Grindr-account op de naam van die [naam slachtoffer 4] aan te maken inclusief
zijn telefoonnummer;