In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, bedreiging met smaad en vernieling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 10 juni 2020 in Dordrecht de aangeefster heeft bedreigd via sms en WhatsApp met de dood en andere gewelddadige uitlatingen. Daarnaast heeft hij haar gedwongen om een naaktfoto van haar te ontvangen en gedreigd deze foto openbaar te maken. Op 16 juni 2020 heeft de verdachte bovendien een cel in het politiebureau vernield. De officier van justitie heeft bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten gevorderd, maar de rechtbank heeft, op basis van rapportages van een psychiater en psycholoog, geconcludeerd dat de verdachte ten tijde van de feiten volledig ontoerekeningsvatbaar was. De deskundigen hebben vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een psychische stoornis en zwakbegaafdheid, wat zijn gedragskeuzes en -handelingen beïnvloedde. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en geen straf opgelegd, aangezien hij inmiddels onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg valt en een zorgmachtiging heeft gekregen. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen 39, 284, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.