3.1.Rembrandt vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. gedaagden te gebieden om het door hen gebruikte gedeelte, zijnde de beletage/entresol van het object, kadastraal bekend gemeente Kralingen, sectie [sectie] , nr. [nummer 1] ( [adres 1] ) als weergegeven op de laatste pagina van productie 15 en de tweede pagina van productie 16 binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis met al het hunne en de hunnen te ontruimen en ontruimd te houden en te verlaten en verlaten te houden en ter algehele beschikking van Rembrandt te stellen;
b. te bepalen dat het te wijzen vonnis tot een jaar na het uitspreken ervan (herhaald) ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging zonder recht of titel in het pand aan de [adres 1] bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
c. Rembrandt toe te staan die maatregelen te treffen die nodig zijn om de objecten, kadastraal bekend gemeente Kralingen, sectie [sectie] , nr. [nummer 1] en gemeente Kralingen, sectie [sectie] , nr. [nummer 2] A 1 weer deugdelijk op de erfgrens van elkaar te scheiden (als weergegeven op de laatste pagina van productie 15 en de tweede pagina van productie 16 (inclusief het in het verlengde hiervan gelegen tuingedeelte), zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor elke keer dat gedaagden de daartoe uit te voeren werkzaamheden beletten en/of daartoe uitgevoerde werkzaamheden ongedaan maken, zulks tot een maximum van € 50.000,00;
d. [naam gedaagde] te gebieden om binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis over te leggen alle door haar met derden gesloten huurovereenkomst(en) waarin de bestreden ruimte is begrepen alsmede een overzicht van ontvangen huurpenningen, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag (dagdeel daaronder begrepen) dat zij in gebreke blijft deze veroordeling volledig na te komen, zulks tot een maximum van € 7.500,00;
e. [naam gedaagde] te veroordelen om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan Rembrandt te betalen een voorschot van € 5.000,00 op de aan Rembrandt toekomende vergoeding vanwege het onrechtmatig in gebruik geven van de bestreden ruimte aan derden en het daarvoor hebben ontvangen van huurpenningen;
f. gedaagden hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van de kosten van onderhavige procedure, de nakosten ad € 131,00 (zonder betekening) en € 199,00 (met betekening) daaronder begrepen, en met bepaling dat de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn, indien de proceskosten niet binnen veertien dagen na het vonnis zijn voldaan.