In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die verblijft in een voorziening voor pleegzorg. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die de uithuisplaatsing van [naam kind] voor de duur van de ondertoezichtstelling heeft verzocht. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de grootmoeder moederszijde en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren.
De feiten van de zaak tonen aan dat [naam kind] onder toezicht is gesteld en dat er eerder een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend. De moeder en grootmoeder hebben ingestemd met de verlenging van de uithuisplaatsing, omdat [naam kind] gedragsproblemen vertoont als gevolg van ADHD en autisme. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opvoedsituatie bij de moeder problematisch is en dat er geen mogelijkheden zijn voor de moeder en grootmoeder om [naam kind] op te vangen. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 25 september 2021, in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind].
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 10 augustus 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.