Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam eiseres],
1..Het verloop van de procedure
2..De beoordeling
“
(…)
3..De beslissing
44236
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 27 augustus 2021 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een vereniging als eiseres en een gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door de gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders, heeft de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. E.B. Jobse, aangeklaagd. De procedure begon met een dagvaarding op 6 april 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 31 mei 2021 waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Op 23 augustus 2021 hebben partijen een regeling getroffen, die zij schriftelijk hebben vastgelegd en aan de kantonrechter hebben voorgelegd met het verzoek deze op te nemen in een beschikking.
De regeling houdt in dat de gedaagde een bedrag van € 2.550,02 aan de eiseres moet betalen, in maandelijkse termijnen van € 50,-. De kantonrechter heeft de afspraken tussen partijen in het vonnis opgenomen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van het genoemde bedrag. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen kosten van de procedure draagt en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is. De gedaagde heeft ingestemd met de regeling en ziet af van verder verweer in de procedure. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting door mr. drs. E. van Schouten.