Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering en het verweer in conventie
4..De vordering en het verweer in reconventie
5..De beoordeling
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2021, gaat het om een geschil tussen twee eigenaren van appartementsrechten binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE). Eiser 1 vordert betaling van kosten die verband houden met de inschrijving van de VvE in het handelsregister en reparatiekosten aan gemeenschappelijke delen, terwijl gedaagde in reconventie vorderingen indient voor schadevergoeding en kosten die hij heeft gemaakt na lekkages. De procedure begon met een dagvaarding op 29 oktober 2020, gevolgd door verschillende schriftelijke stukken en mondelinge behandelingen. De rechtbank oordeelt dat de kosten voor de inschrijving van de VvE door beide partijen gedeeld moeten worden, en dat de reparatie aan de balkonvloer als gemeenschappelijk deel moet worden beschouwd. Eiser 1 heeft de reparaties zonder toestemming van gedaagde laten uitvoeren, maar de rechtbank oordeelt dat hij daartoe bevoegd was gezien de urgentie van de situatie. De vordering van eiser 1 wordt gedeeltelijk toegewezen, met een totaalbedrag van € 204,99 dat gedaagde aan eiser 1 moet betalen. In reconventie wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van € 400,- aan eiser 2 voor ongerechtvaardigde verrijking. Beide partijen worden veroordeeld in hun eigen proceskosten, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.