ECLI:NL:RBROT:2021:8389

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2021
Zaaknummer
14-658 FT EA en 14-183 FT RK
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van hoger beroep in faillissementszaak

In deze zaak heeft de rechter-commissaris, mr. drs. J.C.A.T. Frima, op 17 maart 2021 een beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de curator, mr. J.P.M. Borsboom, om machtiging te verlenen voor het indienen van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 mei 2020. De curator verzocht om deze machtiging op grond van artikel 68 lid 2 van de Faillissementswet (Fw) om vorderingen tegen verschillende partijen, waaronder Hooge Raedt Groep B.V. en BB Capital Management B.V., aan te kunnen brengen. De rechter-commissaris heeft de curator en de wederpartijen gehoord en na sluiting van de behandeling de verzochte machtiging verleend.

De curator had eerder een second opinion aangevraagd bij mr. C.M. Harmsen, die concludeerde dat een aantal vorderingen kansrijk waren, mits deze cijfermatig konden worden onderbouwd. De rechter-commissaris heeft aangegeven dat zij het rapport van accountant [naam 2] wilde afwachten voordat zij definitief op het verzoek zou beslissen. Geïntimeerden, vertegenwoordigd door hun raadslieden, hebben echter aangegeven niet in te stemmen met een uitstel voor de curator om het rapport op te stellen, wat leidde tot de beslissing van de rechter-commissaris om de machtiging te verlenen.

De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de weigering van de geïntimeerden om in te stemmen met uitstel, ondanks de uitleg over de wenselijkheid hiervan, niet in het belang van de procedure was. Hierdoor heeft zij besloten de curator de machtiging te verlenen om de hoger beroep procedure voort te zetten, ondanks de bezwaren van de geïntimeerden. Deze beslissing is genomen in het kader van de faillissementsprocedure van de Zuiddiepjes Holding B.V. en de Combi Groep B.V.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
beschikking van de rechter-commissaris op grond van artikel 68 lid 2 Faillissementswet
Insolventienummer : [nummers]
BESCHIKKING in het faillissement van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZUIDDIEPJES HOLDING B.V.
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
de Combi Groep B.V.
gefailleerden
rechter-commissaris: mr. drs. J.C.A.T. Frima
curator: mr. J.P.M. Borsboom
Bij brief van 3 februari 2021 heeft de curator, mr. J.P.M. Borsboom, de rechter-commissaris verzocht om hem op grond van artikel 68 lid 2 Faillissementswet (hierna: Fw) te machtigen om tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 mei 2020 de hoger beroep dagvaarding tegen 16 februari 2021 aan te mogen brengen voor zover deze betrekking heeft op de vorderingen tegen Hooge Raedt Groep B.V., Hooge Raedt Groep Holding B.V., BB Capital Investments I B.V., Ankervast B.V., BB Capital Management B.V. en [naam 1]
Op 8 februari 2021 heeft de rechter-commissaris de verzochte machtiging aan de curator verleend, met het voorbehoud dat op het verzoek om in hoger beroep voort te mogen procederen eerst zal worden beslist nadat partijen in de gelegenheid zijn gesteld om hun standpunten hieromtrent kenbaar te maken.
De curator heeft naar aanleiding van het vonnis met toestemming van de rechter-commissaris een second opinion gevraagd aan mr. C.M. Harmsen en heeft deze second opinion gedeeld met de rechter-commissaris. In de second opinion is door mr. Harmsen onderbouwd dat een aantal vorderingen in hoger beroep tegen geïntimeerden kansrijk zijn. Zulks mits de vorderingen van de curator cijfermatig kunnen worden onderbouwd. De curator heeft aangegeven dat hij de rechter-commissaris zal verzoeken om accountant [naam 2] te verzoeken een rapport op te maken naar aanleiding van de second opinion van mr. Harmsen.
Op 10 maart 2021 zijn mr. J.A.M. Egberink en de heer [naam 3] namens de Hooge Raedt Groep B.V., mr. I.J.A. Tax en mevrouw [naam 1] namens BB Capital Management B.V., mr. L.M. Graal en de heer [naam 4] namens Ankervast B.V. (hierna geïntimeerden), mr. J.P.M. Borsboom curator en mr. W.M. de Steur advocaat van de curator door de rechter-commissaris gehoord naar aanleiding van het verzoek van de curator ex artikel 68 lid 2 Fw. Bij aanvang van de bespreking heeft de rechter-commissaris aangegeven dat er geen proces-verbaal wordt opgemaakt. Er zijn geen documenten uitgewisseld. Bij monde van hun raadslieden hebben geïntimeerden hun overwegingen naar voren gebracht naar aanleiding van het verzoek van de curator om in hoger beroep voort te mogen procederen naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 mei 2020.
De rechter-commissaris heeft aan partijen kenbaar gemaakt dat zij kennis zou willen nemen van het nog op te maken rapport van accountant [naam 2] alvorens verder te beslissen. Met het opstellen en afronden van het rapport door accountant [naam 2] zal een periode van ongeveer tien weken gemoeid zijn. De rechter-commissaris heeft daarbij aangegeven de volgende marsroute voor te staan: voordat zij definitief op het verzoek tot voortprocederen zal beslissen, wil zij eerst kennisnemen van genoemd rapport van accountant [naam 2] . Als daartoe aanleiding is zal zij vervolgens de curator bevelen om met geïntimeerden in debat te gaan en vervolgens zullen geïntimeerden en de curator nogmaals door de rechter-commissaris worden gehoord, waarna zij zal beslissen op het toestemmingsverzoek. Wanneer het rapport van accountant [naam 2] niet positief is over het continueren van de procedure in hoger beroep, zal het verzoek van de curator (zonder nader horen) niet worden toegewezen.
Teneinde dit alles mogelijk te maken is het noodzakelijk dat de curator bij het gerechtshof uitstel dient te verzoeken en verkrijgen voor het nemen van de memorie van grieven, waarmee geïntimeerden zullen dienen in te stemmen.
Mr. Tax heeft tijdens het horen aangegeven dat zij het voornemen heeft geen uitstel te verlenen, zodat de curator een minder goed processtuk zal kunnen indienen, hetgeen in het belang is van de cliënten van mr. Tax. De rechter-commissaris heeft geïntimeerden er op gewezen dat zij kosten zullen moeten maken wanneer zij niet instemmen met uitstel en er dan dus verder wordt geprocedeerd, terwijl de mogelijkheid bestaat dat de rechter-commissaris na ontvangst van het rapport van accountant [naam 2] geen toestemming geeft om verder te procederen.
Geïntimeerden zijn door de rechter-commissaris tot uiterlijk 16 maart 2021 in de gelegenheid gesteld om kenbaar te maken of zij zullen instemmen met het door de curator in te dienen uitstelverzoek bij het gerechtshof. De rechter-commissaris heeft geïntimeerden geïnformeerd dat wanneer zij niet instemmen met het uitstel, de door de curator verzochte machtiging om voort te mogen procederen zal worden verleend ook al is het rapport van accountant [naam 2] nog niet gereed.
Op 16 maart 2021 is ter griffie een brief van mr. Tax ontvangen waarin mr. Tax, mede namens de overige geïntimeerden, bericht dat zij niet zullen bewilligen in een nader uitstel aan de curator voor het indienen van de memorie van grieven in de lopende procedure teneinde de curator de gelegenheid te geven een nieuw accountantsrapport op te laten stellen. En voorts dat zij de rechter-commissaris vragen om de door de curator verzochte machtiging om de appelprocedure tegen geïntimeerden voort te zetten, te heroverwegen.
De rechter-commissaris stelt tot haar teleurstelling vast dat geïntimeerden ondanks de op 10 maart 2021 gegeven toelichting over de wenselijkheid van een gezamenlijk uitstel in genoemde hoger beroep procedure, niet bereid zijn om hieraan mee te werken en kennelijk de mogelijkheid om het rapport van accountant [naam 2] af te wachten niet willen overwegen.
De rechter-commissaris overweegt dat gelet op de inhoud van de second opinion alsmede hetgeen besproken is bij de behandeling op 10 maart 2021, waaronder de voorgestelde marsroute waaraan geïntimeerden niet wensen mee te werken, de verzochte machtiging zal worden verleend.
De rechter-commissaris verleent de curator machtiging om de hoger beroep procedure tegen geïntimeerden voort te zetten.
Rotterdam, 17 maart 2021,
mr. drs. J.C.A.T. Frima,
rechter-commissaris