ECLI:NL:RBROT:2021:8389
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van hoger beroep in faillissementszaak
In deze zaak heeft de rechter-commissaris, mr. drs. J.C.A.T. Frima, op 17 maart 2021 een beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de curator, mr. J.P.M. Borsboom, om machtiging te verlenen voor het indienen van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 mei 2020. De curator verzocht om deze machtiging op grond van artikel 68 lid 2 van de Faillissementswet (Fw) om vorderingen tegen verschillende partijen, waaronder Hooge Raedt Groep B.V. en BB Capital Management B.V., aan te kunnen brengen. De rechter-commissaris heeft de curator en de wederpartijen gehoord en na sluiting van de behandeling de verzochte machtiging verleend.
De curator had eerder een second opinion aangevraagd bij mr. C.M. Harmsen, die concludeerde dat een aantal vorderingen kansrijk waren, mits deze cijfermatig konden worden onderbouwd. De rechter-commissaris heeft aangegeven dat zij het rapport van accountant [naam 2] wilde afwachten voordat zij definitief op het verzoek zou beslissen. Geïntimeerden, vertegenwoordigd door hun raadslieden, hebben echter aangegeven niet in te stemmen met een uitstel voor de curator om het rapport op te stellen, wat leidde tot de beslissing van de rechter-commissaris om de machtiging te verlenen.
De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de weigering van de geïntimeerden om in te stemmen met uitstel, ondanks de uitleg over de wenselijkheid hiervan, niet in het belang van de procedure was. Hierdoor heeft zij besloten de curator de machtiging te verlenen om de hoger beroep procedure voort te zetten, ondanks de bezwaren van de geïntimeerden. Deze beslissing is genomen in het kader van de faillissementsprocedure van de Zuiddiepjes Holding B.V. en de Combi Groep B.V.