ECLI:NL:RBROT:2021:8375
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging termijn schuldsaneringsregeling na tekortkomingen in afdrachtsverplichting en nieuwe schulden
Op 30 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De rechtbank had eerder op 7 juni 2018 de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de schuldenaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn afdrachtsverplichting van € 3.920,01 en dat er nieuwe schulden waren ontstaan aan de Belastingdienst ter hoogte van € 5.486,00. De bewindvoerder stelde voor om de schuldsaneringsregeling met vijftien maanden te verlengen, zodat de schuldenaar de mogelijkheid kreeg om de boedelachterstand in te lopen en de nieuwe schulden te voldoen.
De plaatsvervangend bewindvoerder gaf aan dat de schuldenaar akkoord ging met de verlenging van de regeling. De rechtbank oordeelde dat de tekortkomingen van de schuldenaar niet zonder consequenties konden blijven en besloot de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen tot 7 september 2022. Gedurende deze verlenging zou de schuldenaar alleen de minimale boedelbijdrage verschuldigd zijn, en de inspanningsverplichting zou niet van toepassing zijn. De rechtbank benadrukte dat alle vermogensbestanddelen die de schuldenaar tijdens de verlenging verkrijgt, in de boedel vallen.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat de afdrachtverplichting beperkt is tot het bewindvoerdersalaris en dat de schuldenaar zijn afloscapaciteit moet inzetten voor het inlossen van de boedelachterstand en nieuwe schulden. De verplichting om geen nieuwe schulden te maken blijft onverkort van kracht. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.