ECLI:NL:RBROT:2021:8233

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/623340 / FA RK 21-5953
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 9 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en plaats, die momenteel verblijft in het Erasmus MC te Rotterdam. De officier van justitie had op 4 augustus 2021 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 augustus 2021, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, waren de betrokkene en zijn advocaat aanwezig, terwijl de officier van justitie niet verscheen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestaande zorgmachtiging, afgegeven op 1 juni 2021, niet langer voldeed om ernstig nadeel voor de betrokkene te voorkomen. De betrokkene vertoonde ernstig problematisch gedrag, waaronder het beschadigen van huisraad en het weigeren van noodzakelijke medicatie. De zorgverantwoordelijke had tijdelijke maatregelen genomen, maar deze waren niet voldoende. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging noodzakelijk was.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging voldeed aan de criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd, waardoor de betrokkene nu onder andere beperkt wordt in zijn bewegingsvrijheid en opgenomen kan worden in een accommodatie. De nieuwe machtiging geldt tot en met 1 december 2021. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 18 augustus 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/623340 / FA RK 21-5953
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 9 augustus 2021 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , [land betrokkene] (thans [naam land] ),
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Erasmus MC te Rotterdam,
advocaat mr. M.C. Bekkering te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 4 augustus 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 3 augustus 2021;
  • het niet-ondertekende zorgplan van 16 april 2021;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 1 augustus 2021; en
  • het advies van de geneesheer-directeur van 3 augustus 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
  • [naam behandelaar] , behandelaar, verbonden aan Erasmus MC.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 1 juni 2021 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening; en
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het accepteren van ambulante behandeling en het toelaten van ambulante behandelaars.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet langer volstaan om ernstig nadeel te voorkomen, waardoor er sprake is van een noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Voorafgaand aan de huidige opname heeft betrokkene vanuit zijn psychotische belevenis de huisraad kapot geslagen en ook geprobeerd kleding in brand te steken. Daarnaast heeft hij een pot met planten naar het raam gegooid. Het steunsysteem kan de zorg voor betrokkene niet langer meer aan en raakt vanwege de situatie rondom betrokkene steeds verder uitgeput. Bovendien is betrokkene niet meer te motiveren voor behandeling en weigert hij de noodzakelijke medicatie.
2.3.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden, heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid; en
  • het opnemen in een accommodatie.
Dit kan op grond van de wet maximaal gedurende drie dagen.
2.4.
De advocaat bepleit namens betrokkene afwijzing van het verzoek omdat betrokkene naar huis kan en geen noodzakelijke zorg weigert. De rechtbank kan de advocaat hierin niet volgen en verwerpt dit verweer. Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, het advies van de geneesheer-directeur en het zorgplan. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis. Er is sprake van paranoïde-, betrekkings- en bizarre wanen. Zo meende hij dat zijn vrouw een stappenplan heeft gemaakt om hem, de kinderen en de kleinkinderen te laten vermoorden. Ook meende hij de duivel te zijn en van een toren afgegooid te worden. Hierdoor was betrokkene erg gespannen en angstig. Betrokkene at en dronk slecht, kon zijn werk niet meer uitvoeren en vertoonde vluchtgedrag. Verder lag hij overmatig op de bank, kwam hij niet meer buiten en ervaarde hij verlies van energie. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de arts dat betrokkene momenteel wordt ingesteld op medicatie. Het is toestandsbeeld is nog niet gestabiliseerd. Gedurende de huidige opname heeft betrokkene aangegeven zelfmoord te willen plegen om daarmee te voorkomen dat hij zou worden omgebracht door de duivel. Er is geen sprake van ziektebesef en ziekte-inzicht. Betrokkene verklaart ter zitting niet te weten waarom hij is opgenomen. De rechtbank acht het voorzienbaar dat er opnieuw een noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz zal ontstaan wanneer betrokkene terug naar huis gaat. Een langere opname is daarom noodzakelijk. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid; en
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vormen van verplichte zorg. Ter zitting verklaart betrokkene niet opgenomen te willen zijn.
2.6.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging ten aanzien van 1 juni 2021 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de bij beschikking van 1 juni 2021 opgenomen vormen van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid; en
  • het opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 december 2021;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 9 augustus 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 18 augustus 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.