Op 9 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van de inbewaringstelling van een psychogeriatrische cliënt, geboren op [geboortedatum cliënt], die momenteel verblijft in Aafje Smeetsland te Rotterdam. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het CIZ op 4 augustus 2021, na een last tot inbewaringstelling door de burgemeester van Capelle aan den IJssel op 3 augustus 2021. De mondelinge behandeling vond plaats via een beeld- en geluidverbinding, waarbij de cliënt, zijn advocaat mr. W.J.G. Schröder, en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, veroorzaakt door zijn psychogeriatrische aandoening, Alzheimer. De cliënt vertoonde geheugenstoornissen, desoriëntatie en had een verhoogd risico op valgevaar. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de cliënt afhankelijk is van 24-uurs zorg en dat zijn steunsysteem overbelast is geraakt. De verpleegkundige en specialist ouderengeneeskunde gaven aan dat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank oordeelde dat aan de criteria voor voortzetting van de inbewaringstelling is voldaan en verleende de machtiging voor een periode van zes weken, tot en met 20 september 2021. De beschikking is op 9 augustus 2021 mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en op 18 augustus 2021 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.