Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ENVIEM RETAIL B.V.,
wonende te [woonplaats 1] (DUITSLAND) en zaakdoende te [woonplaats 2]
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
4.De beslissing
[naam] h.o.d.n. [bedrijf], voornoemd in staat van faillissement;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een faillissementsverzoek van ENVIEM RETAIL B.V. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring van verweerder, die in Duitsland woont en een eenmanszaak runt, behandeld. Verzoekster, ENVIEM RETAIL B.V., heeft gesteld dat verweerder goederen heeft gekocht ter waarde van € 32.994,15, maar dat hij niet heeft betaald. Verweerder heeft een beroep gedaan op de Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV, ook wel de Betalingsuitstelwet genoemd, en verzocht om aanhouding van het faillissementsverzoek. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een situatie verkeert die hem verhindert om zijn schulden te betalen, en dat hij niet heeft aangetoond dat zijn financiële problemen uitsluitend of hoofdzakelijk het gevolg zijn van de COVID-19-crisis. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder meerdere opeisbare schulden heeft en dat verzoekster een steunvordering heeft, wat betekent dat er sprake is van pluraliteit van schuldeisers. De rechtbank heeft uiteindelijk het faillissement van verweerder uitgesproken, benoemd mr. W.J. Roos-Van Toor tot rechter-commissaris en mr. E. van Gruijthuijsen tot curator. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 februari 2021.