ECLI:NL:RBROT:2021:8189

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
10/996562-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belasting- en hypotheekfraude met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van belastingfraude en hypotheekfraude. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het niet beschikbaar stellen van relevante documenten aan de Belastingdienst, wat resulteerde in te weinig geheven belasting. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het indienen van onjuiste belastingaangiften en het gebruik van valse geschriften bij een hypothecaire leningaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verantwoordelijk was voor de onvolledige en onjuiste aangiften, ondanks zijn verweer dat de aangiften door een boekhoudbedrijf waren opgesteld. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De overschrijding van de redelijke termijn van de procedure heeft geleid tot een milde straf, waarbij de rechtbank besloot om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar in plaats daarvan een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/996562-16
Datum uitspraak: 23 augustus 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
raadsman mr. D. Bektesevic, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 9 augustus 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 9 mei 2019 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Bezem heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 2, 3 en 4
Het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Weliswaar heeft hij ter terechtzitting een andersluidende verklaring afgelegd, in de zin dat het boekhoudbedrijf [naam bedrijf 1] de facturen opstelde, de aangiften verrichtte en de bescheiden voor de hypotheekaanvraag had aangeleverd, maar ook daar heeft hij te kennen gegeven verantwoordelijk te zijn voor de ten laste gelegde feiten en om die reden ook de daarmee samenhangende belastingschuld reeds af te lossen. Nu ook de raadsman van de verdachte heeft gesteld dat deze feiten bewezen zullen worden verklaard, ziet de rechtbank af van verdere bespreking van deze feiten.
4.2.
Bewijswaardering feit 1
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde bepleit. De tenlastelegging onder feit 1 is toegesneden op artikel 68, eerste lid aanhef en onder c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). Daarin is strafbaar gesteld – kort gezegd – het ter beschikking stellen van valse of vervalste stukken aan de fiscus. Het feitelijke verwijt hier betreft dat de boeken die zijn overgelegd, niet compleet waren, in die zin dat de facturen waarop de privérekening van de verdachte stond vermeld, niet zijn overgelegd. Dat is echter niet wat in sub c strafbaar is gesteld.
4.2.2.
Beoordeling
Vast staat dat de boeken die zijn overgelegd aan de Belastingdienst niet compleet waren. De facturen waarop de privérekening van de verdachte vermeld stond (waarop vervolgens de betaling heeft plaatsgevonden), ontbraken immers. Dit is door de verdediging ook niet betwist.
De verdediging heeft zich echter op het standpunt gesteld dat het feitelijke verwijt dat de overgelegde boeken niet compleet waren, niet strafbaar is gesteld in artikel 68, eerste lid aanhef en onder c AWR. Hoewel dit standpunt op zichzelf juist is, staat dit een veroordeling van het primair onder feit 1 ten laste gelegde niet in de weg.
De rechtbank is immers niet gebonden aan de keuze van het OM voor de toepasselijke delictsomschrijving zoals die wordt weergegeven op de dagvaarding. Dit betreft immers slechts een kwalificatieve vingerwijzing en maakt als zodanig geen deel uit van de tenlastelegging. Nu op grond van het procesdossier wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het niet beschikbaar stellen van de facturen waarop de privérekening van de verdachte stond vermeld, komt de rechtbank aldus tot een bewezenverklaring van artikel 68, eerste lid aanhef en onder b AWR.
De rechtbank heeft het voorgaande ter zitting aan de orde gesteld. Naar aanleiding daarvan heeft de verdediging opgemerkt dat het uitgangspunt van de redenering juist is, maar dat in de tenlastelegging, wanneer deze aldus gelezen wordt, een element van het strafbare feit als bedoeld in artikel 68, eerste lid, aanheft en onder b AWR ontbreekt, zodat de verdachte dan zou moeten worden ontslagen van rechtsvervolging. De rechtbank passeert dit verweer: zij vermag niet in te zien welk element van het genoemde strafbare feit ontbreekt. Bovendien heeft de verdediging dit element ook niet nader genoemd.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij
al dan niet handelend onder de naam eenmanszaak [naam bedrijf 2]
op 15 september 2014, te
[plaatsnaam],
als degene die ingevolge de belastingwet verplicht is tot het voor
raadpleging beschikbaar stellen van boeken en bescheiden en/of andere
gegevensdragers of de inhoud daarvan,
opzettelijk-zakelijk weergegeven-
in het kader van een boekenonderzoek bij hem, verdachte, en bij de
eenmanszaak genaamd [naam bedrijf 2]
aan de controlemedewerkster van de Belastingdienst (kantoor Den Haag) genaamd
[naam 1] , de bedrijfsadministratie van de
eenmanszaak [naam bedrijf 2]
ter beschikking
heeftgesteld ,
terwijl in die (bedrijfs)administratie
niet de facturen van [naam bedrijf 2]
met de vermelding van privébankrekening ABN AMRO [bankrekeningnummer]
op naam van [naam verdachte] aan [naam 2] waren opgenomen,
terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven.
2.
hij
al dan niet handelend onder de naam eenmanszaak [naam bedrijf 2] -
in de periode van 14 maart 2011 tot en met 18 september 2014
te
[plaatsnaam],
meermalen,
(telkens) opzettelijk
bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene
wet inzake rijksbelastingen,
te weten (digitale) aangiften voor de omzetbelasting
ten name van [naam verdachte] [naam bedrijf 2]
(Fiscaalnummer [nummer] )
betreffende de aangiftetijdvakken
februari 2011 en maart 2011 en april 2011 en mei 2011 en
juni 2011 en juli 2011 en augustus 2011 en september 2011 en
oktober 2011 en november 2011 en december 2011
en
januari 2012 en februari 2012 en maart 2012 en april 2012 en
mei 2012 en juni 2012 en juli 2012 en augustus 2012 en
september 2012 en oktober 2012 en november 2012 en december 2012
en
januari 2013 en februari 2013 en maart 2013 en april 2013 en
mei 2013 en juni 2013 en juli 2013 en augustus 2013 en
september 2013 en oktober 2013 en november 2013 en december 2013
en
januari 2014 en februari 2014 en maart 2014 en april 2014 enmei 2014 en juni 2014 en juli 2014 en augustus 2014,
(telkens) onjuist en onvolledig heeft
laten doen door ((een) medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1]
en/of (vervolgens) [naam bedrijf 1] , immers heeft hij, verdachte,
(telkens) opzettelijk in die naar de Belastingdienst ’s-Gravenhage gezonden aangiftenvoor de
omzetbelasting
(telkens) te lage bedragen aan omzet en te lage
bedragen aan verschuldigde omzetbelasting en
te lage bedragen aan (Totaal) te betalen omzetbelasting en een te
laag belastbaar bedrag,
laten
opgeven ,
terwijl diefeiten er (telkens) toe hebben gestrekt, dat te weinig
belasting werd geheven;
3.
hij
op 11 januari 2013 en 15 augustus 2013, te
s-Gravenhage meermalen, (telkens) opzettelijk
bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene
wet inzake rijksbelastingen,
te weten (digitale) aangiften voor de
==Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(aangifte winst met bijlage) betreffende het jaar 2011
ten name van de [naam verdachte] (Fiscaalnummer [nummer] )
en==Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(aangifte winst met bijlage) betreffende het jaar 2012
ten name van de [naam verdachte] (Fiscaalnummer [nummer] )
(telkens) onjuist en onvolledig heeft laten doen door ((een) medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1]
, immers heeft hij, verdachte,
(telkens) opzettelijk in die naar
de Belastingdienst
s-Gravenhage gezonden aangiften voor de
Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(telkens) te lage bedragen aan winst uit onderneming en
te lage bedragen aan belastbare winst en te lage
bedragen aan verzamelinkomen en te lage bedragen aan
belastbaar inkomen en te lage belastbaar bedragen,
laten opgeven ,
terwijl die feiten er (telkens) toe hebben gestrekt, dat te weinig
belasting werd geheven;
4.
hij
op 18 juni 2014,
te
s-Gravenhage ,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
valse geschriften die bestemd waren om tot
bewijs van enig feit te dienen,
als ware
ndie geschriften (telkens) echt en onvervalst,
te weten (telkens) een valse:
--aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers 2011,
op naam van [naam verdachte]
en--aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers 2012,
op naam van [naam verdachte]
en--jaarrapport 2011 met logo van [naam bedrijf 1]
op naam van [naam bedrijf 2] ,
en
jaarrapport 2012 met logo van [naam bedrijf 1]
op naam van [naam bedrijf 2] ,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat
verdachte voornoemde geschriften
-zakelijk weergegeven-
ten behoeve van een aanvraag van een hypothecaire lening heeft doen toekomen
aan
de ABN AMRO Bank N.V.,
en
bestaande die valsheid hierin dat in voornoemde
aangiften en jaarrapporten
(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
over 2011 een bedrag van euro 44.945,- aan omzet en een bedrag van
euro 34.462,- aan winst en een bedrag van euro 23.932,- aan verzamelinkomen
en
over 2012 een bedrag van euro 46.288,- aan omzet en een bedrag van
euro 36.738,- aan winst en een bedrag van euro 25.923,- aan verzamelinkomen
waren opgenomen
En dat die voornoemde aangiften
qua uiterlijk en opmaak kopieën leken te zijn van de belastingaangiften,
doch geheel andere gegevens bevatten dan voor de betreffende jaren in het kader van
aangifte aan de Belastingdienst waren toegestuurd;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze opzettelijk niet voor dit doel beschikbaar stellen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belastingfraude en hypotheekfraude. Door aldus te handelen heeft de verdachte ertoe bijgedragen dat de overheid (mogelijk) te weinig inkomsten uit belastingen heeft genoten. Bovendien wordt het algemeen vertrouwen in het belastingsysteem, waarbinnen sprake zou moeten zijn van eerlijke lastenverdeling, door dergelijk handelen geschaad. Voor een werkbare samenleving is het van essentieel belang dat men in het maatschappelijk verkeer vertrouwen kan stellen in de juistheid van bepaalde geschriften. Door gebruik te maken van valse stukken, heeft de verdachte het vertrouwen van de Belastingdienst en de hypotheekverstrekker beschaamd.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 april 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 15 maart 2016 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak geen sprake van bijzondere omstandigheden.
Tussen 15 maart 2016 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van ruim vijf jaar. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van twee jaar, is er in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van drie jaar.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Nu de overschrijving van de redelijke termijn voor het overgrote deel niet is toe te rekenen aan de verdachte en het oude feiten betreft, zal de rechtbank echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan wordt een taakstraf opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63 en 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van Algemene wet inzake rijksbelastingen.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderd en veertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
234 (tweehonderd en vierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
117 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. J.C. Tijink en A. Bonder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Koek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
--al dan niet handelend onder de (naam) eenmanszaak [naam bedrijf 2] -
op of omstreeks 15 september 2014, in elk geval op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de maand(en) september 2014 en/of oktober 2014,
te ‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) als degene die ingevolge de belastingwet verplicht is tot het voor
raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of andere
gegevensdragers of de inhoud daarvan,
deze (telkens) opzettelijk in valse of vervalste vorm voor dit doel
beschikbaar heeft gesteld,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
(telkens) opzettelijk
-zakelijk weergegeven-
in het kader van een boekenonderzoek bij hem, verdachte, en/of bij de
eenmanszaak genaamd [naam bedrijf 2]
aan de controlemedewerkster van de Belastingdienst (kantoor Den Haag) genaamd
[naam 1] , in elk geval aan de Belastingdienst,
zijn, verdachtes, bedrijfsadministratie en/of de bedrijfsadministratie van de
eenmanszaak [naam bedrijf 2]
ter beschikking gesteld en/of in handen gesteld en/of
door ((een) medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1] , in elk
geval (een) ander(en), ter beschikking en/of in handen doen en/of laten
stellen,
terwijl in die (bedrijfs)administratie
niet de facturen van [naam bedrijf 2]
met de vermelding van privébankrekening ABN AMRO [bankrekeningnummer]
op naam van [naam verdachte] aan [naam 2] opgenomen
(DOC-075, 3/40-40/40, DOC-076, 14/43-43/43, DOC-077, 13/48-48/48,
DOC-078, 2/27-27/27)
waren opgenomen,
terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden,
voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde
betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Subsidiair, voorzover liet vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij
--al dan niet handelend onder de (naam) eenmanszaak [naam bedrijf 2] -
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 14 februari 2011 tot en met 15 september 2014
te ‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) geschriften (bedrijfsadministratie) die bestemd zijn om tot bewijs
van enig feit te dienen
(telkens) opzettelijk valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk
heeft doen en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
toen daar
(telkens) opzettelijk
in de bedrijfsadministratie van de eenmanszaak [naam bedrijf 2] en/of
zijn, verdachtes, bedrijfsadministratie,
zijnde (telkens) een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het
daarin vermelde te dienen,
-zakelijk weergegeven-
niet de facturen van [naam bedrijf 2] met de vermelding van
privébankrekening ABN AMRO [bankrekeningnummer]
op naam van [naam verdachte] aan [naam 2] opgenomen
(DOC-075, 3/40-40/40, DOC-076, 14/43-43/43, DOC-077, 13/48-48/48,
DOC-078, 2/27-27/27), in elk geval niet alle facturen,
en/of
niet de volledige omzet
en/of
niet de volledig uitbetaalde lonen en/of geen/niet alle werknemers en/of
geen/niet al het personeel
opgenomen en/of geboekt en/of verwerkt en/of doen opnemen en/of doen boeken
en/of doen verwerken door ((een) medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1]
en/of (vervolgens) [naam bedrijf 1] , in elk geval
(een) ander(en),
zulks (telkens) met liet oogmerk om dat/die (samenstel van) geschrift(en) als
echt en onvervalst te gebruiken en/of door ander(en) te doen gebruiken;
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij
--al dan niet handelend onder de (naam) eenmanszaak [naam bedrijf 2] -
op of omstreeks 15 september 2014, in elk geval op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de maand(en) september 2014 en/of oktober 2014,
te ‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de/een valse of vervalste
bedrijfsadministratie van [naam bedrijf 2] en/of zijn, verdachtes,
bedrijfsadministratie,
zijnde die bedrijfsadministratie een samenstel van geschriften dat in
onderlinge samenhang bestemd is om te dienen tot bewijs van het
daaringestelde,
als ware dat/die (samenstel van) geschrift(en) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat
- zakelijk weergegeven -
hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
vorenbedoelde bedrijfsadministratie ten behoeve van een boekenonderzoek
aan de Belastingdienst ter beschikking en/of in handen heeft/hebben gesteld
en/of doen stellen
en
bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat
- zakelijk weergegeven -
in vorenbedoelde bedrijfsadministratie
niet de facturen van [naam bedrijf 2] met de vermelding van
privébankrekening ABN AMRO [bankrekeningnummer]
op naam van [naam verdachte] aan [naam 2] waren opgenomen
(DOC-075, 3/40-40/40, DOC-076, 14/43-43/43, DOC-077, 13/48-48/48,
DOC-078, 2/27-27/27);
2.
hij
--al dan niet handelend onder de (naam) eenmanszaak [naam bedrijf 2] -
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 14 maart 2011 tot en met 18 september 2014
te ‘s-Gravenhage en/of Heerlen en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
(een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene
wet inzake rijksbelastingen,
te weten (een) (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting
ten name van de [naam verdachte] [naam bedrijf 2]
(Fiscaalnummer [nummer] )
betreffende het/de aangiftetijdvak(ken)
februari 2011 en/of maart 2011 en/of april 2011 en/of mei 2011 en/of
juni 2011 en/of juli 2011 en/of augustus 2011 en/of september 2011 en/of
oktober 2011 en/of november 2011 en/of december 2011
(bijlage DOC-040)
en/of
januari 2012 en/of februari 2012 en/of maart 2012 en/of april 2012 en/of
mei 2012 en/of juni 2012 en/of juli 2012 en/of augustus 2012 en/of
september 2012 en/of oktober 2012 en/of november 2012 en/of december 2012
(bijlage DOC-041)
en/of
januari 2013 en/of februari 2013 en/of maart 2013 en/of april 2013 en/of
mei 2013 en/of juni 2013 en/of juli 2013 en/of augustus 2013 en/of
september 2013 en/of oktober 2013 en/of november 2013 en/of december 2013
(bijlage DOC-042)
en/of
januari 2014 en/of februari 2014 en/of maart 2014 en/of april 2014 en/of
mei 2014 en/of juni 2014 en/of juli 2014 en/of augustus 2014,
(bijlage DOC-043),
in elk geval een of meer aangiftetijdvakken in de periode februari 2012 tot en
met augustus 2014,
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, en/althans heeft doen of
laten doen door ((een) medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1]
en/of (vervolgens) [naam bedrijf 1] , in elk geval (een)
ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
(telkens) opzettelijk op/in die/dat bij/naar de Inspecteur der belastingen of
de Belastingdienst ‘s-Gravenhage en/of Heerlen en/of Apeldoorn en/of elders in
Nederland
ingeleverde / gezonden aangifte(n) / aangiftebiljet(ten) voor de
omzetbelasting
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzet en/of (een) te la(a)g(e)
bedrag(en) aan verschuldigde omzetbelasting en/of
te la(a)g(e) bedrag(en) aan (Totaal) te betalen omzetbelasting en/of een te
laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan belasting,
opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten
opgeven en/of vermelden,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe heeft/hebben gestrekt, dat te weinig
belasting werd geheven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
en/of
hij
--al dan niet handelend onder de (naam) eenmanszaak [naam bedrijf 2] -
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 14 maart 2011 tot en met 18 september 2014
te ‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(een) (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting
ten name van de [naam verdachte] [naam bedrijf 2]
(Fiscaalnummer [nummer])
betreffende het/de aangiftetijdvak(ken)
februari 2011 en/of maart 2011 en/of april 2011 en/of mei 2011 en/of
juni 2011 en/of juli 2011 en/of augustus 2011 en/of september 2011 en/of
oktober 2011 en/of november 2011 en/of december 2011
(bijlage DOC-040)
en/of
januari 2012 en/of februari 2012 en/of maart 2012 en/of april 2012 en/of
mei 2012 en/of juni 2012 en/of juli 2012 en/of augustus 2012 en/of
september 2012 en/of oktober 2012 en/of november 2012 en/of december 2012
(bijlage DOC-041)
en/of
januari 2013 en/of februari 2013 en/of maart 2013 en/of april 2013 en/of
mei 2013 en/of juni 2013 en/of juli 2013 en/of augustus 2013 en/of
september 2013 en/of oktober 2013 en/of november 2013 en/of december 2013
(bijlage DOC-042)
en/of
januari 2014 en/of februari 2014 en/of maart 2014 en/of april 2014 en/of
mei 2014 en/of juni 2014 en/of juli 2014 en/of augustus 2014,
(bijlage DOC-043),
in elk geval een of meer aangiftetijdvakken in de periode februari 2012 tot en
met augustus 2014,
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig
feit te dienen,
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk
heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door ((een)
medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1] en/of (vervolgens) [naam bedrijf 1]
, in elk geval (een) ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
op/in dat/die (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzet en/of (een) te la(a)g(e)
bedrag(en) aan verschuldigde omzetbelasting en/of
te la(a)g(e) bedrag(en) aan (Totaal) te betalen omzetbelasting en/of een te
laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan belasting,
geschreven en/of opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en)
doen of laten schrijven en/of opgeven en/of vermelden,
zulks met liet oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij
op of omstreeks 11 januari 2013 en/of 15 augustus 2013, in elk geval
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 januari 2013
tot en met 15 augustus 2013,
te ‘s-Gravenhage en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
(een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene
wet inzake rijksbelastingen,
te weten (een) (digitale) aangifte(n) voor de
==Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(aangifte winst met bijlage) betreffende het jaar 2011
ten name van de [naam verdachte] (Fiscaalnummer [nummer] )
(bijlage DOC-038)
en/of
==Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(aangifte winst met bijlage) betreffende het jaar 2012
ten name van de [naam verdachte] (Fiscaalnummer [nummer] )
(bijlage DOC-039)
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, en/althans heeft doen of
laten doen door ((een) medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1]
, in elk geval (een) ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
(telkens) opzettelijk op/in die/dat bij/naar de Inspecteur der belastingen of
de Belastingdienst ‘s-Gravenhage en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland
ingeleverde / gezonden aangifte(n) / aangiftebiljet(ten) voor de
Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan winst uit onderneming en/of (een)
te la(a)g(e) bedrag(en) aan belastbare winst en/of (een) te la(a)g(e)
bedrag(en) aan verzamelinkomen en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan
belastbaar inkomen en/of (een) te la(a)g(e) belastbaar bedrag(en), althans
(telkens) een te laag bedrag aan belasting,
opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten
opgeven en/of vermelden,
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe heeft/hebben gestrekt, dat te weinig
belasting werd geheven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden,
voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde
betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
en/of
hij
op of omstreeks 11 januari 2013 en/of 15 augustus 2013, in elk geval
op een of neer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 januari 2013
tot en met 15 augustus 2013,
te ‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(een) (digitale) aangifte(n) voor de
==Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(aangifte winst met bijlage) betreffende het jaar 2011
ten name van de [naam verdachte] (Fiscaalnummer [nummer] )
(bijlage DOC-038)
en/of
==Inkomstenbelasting Premie Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(aangifte winst met bijlage) betreffende het jaar 2012
ten name van de [naam verdachte] (Fiscaalnummer [nummer] )
(bijlage DOC-039)
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig
feit te dienen,
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk
heeft/hebben doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door ((een)
medewerk(st)er(s) van) [naam bedrijf 1] , in elk geval (een)
ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
op/in dat/die (digitale) aangifte(n) voor de Inkomstenbelasting Premie
Volksverzekeringen Zorgverzekeringswet
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan winst uit onderneming en/of (een)
te la(a)g(e) bedrag(en) aan belastbare winst en/of (een) te la(a)g(e)
bedrag(en) aan verzamelinkomen en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan
belastbaar inkomen en/of (een) te la(a)g(e) belastbaar bedrag(en), althans
(telkens) een te laag bedrag aan belasting,
geschreven en/of opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en)
doen of laten schrijven en/of opgeven en/of vermelden,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
4.
hij
op of omstreeks 18 juni 2014,
in elk geval op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 16 april 2013 tot en met 18 juni 2014,
te ‘s-Gravenhage en/of Amsterdam en/of Amersfoort en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met(een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van
(een) vals(e) of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot
bewijs van enig feit te dienen,
als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
te weten (telkens) een vals(e) en/of vervalst(e):
--aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers 2011,
op naam van [naam verdachte]
(DOC-031),
en/of
--aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers 2012,
op naam van [naam verdachte]
(DOC-032),
en/of
--jaarrapport 2011 met logo van [naam bedrijf 1]
op naam van [naam bedrijf 2]
(DOC-034),
en/of
--jaarrapport 2012 met logo van [naam bedrijf 1]
op naam van [naam bedrijf 2]
(DOC-035),
bestaande dat gebruikmaken hierin dat
verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde geschrift(en)
-zakelijk weergegeven-
ten behoeve van een aanvraag van een hypothecaire lening heeft doen toekomen
de ABN AMRO Bank N.V.,
en
bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat in voornoemde
aangifte(n) en/of jaarrapport(en)
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
over 2011 een bedrag van euro 44.945,- aan omzet en/of een bedrag van
euro 34.462,- aan winst en/of een bedrag van euro 23.932,- aan verzamelinkomen
en/of
over 2012 een bedrag van euro 46.288,- aan omzet en/of een bedrag van
euro 36.738,- aan winst en/of een bedrag van euro 25.923,- aan verzamelinkomen
was/waren opgenomen en/of vermeld
en/of
dat die voornoemde aangifte(n) en/of jaarrapport(en)
qua uiterlijk en opmaak kopieën leken te zijn van de jaarstukken en belastingaangifte(n),
doch geheel andere gegevens bevatten dan voor de betreffende jaren in het kader van
aangifte aan de Belastingdienst waren toegestuurd;