I te verklaren voor recht dat Queenstaete jegens [persoon A] c.s. onrechtmatig heeft
gehandeld;
II Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 5.000,- ter vergoeding van door [persoon A] c.s. geleden immateriële schade;
III Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 8000,- ter vergoeding van gederfde inkomsten door niet of nauwelijks kunnen werken vanwege acute gezondheidsproblemen;
IV Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 770,00 betreffende betaald eigen risico aan zorgverzekeraar;
V Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 482,79 aan advocaatkosten;
VI Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 561,25 aan medische kosten in het buitenland in 2019;
VII Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 144,11 aan ten onrechte verrekende servicekosten 2019;
VIII Queenstaete te veroordelen tot betaling aan [persoon A] c.s. van een bedrag van
€ 48,40 aan ten onrechte in rekening gebrachte incassokosten.
IX Queenstaete te veroordelen tot afgifte van een verhuurdersverklaring aan
[persoon A] c.s., waarin staat dat [persoon A] c.s. geen huurachterstanden hebben en
altijd netjes en op tijd de huur hebben betaald;