ECLI:NL:RBROT:2021:812

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 februari 2021
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
8749874 CV EXPL 20-4309
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de opzegging van een overeenkomst binnen de proefperiode van drie maanden tussen Ziggo Services B.V. en gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Ziggo Services B.V. en een gedaagde partij. Ziggo vorderde betaling van een bedrag van € 301,33, vermeerderd met wettelijke handelsrente, op basis van een overeenkomst voor de levering van zakelijke diensten. De gedaagde stelde dat hij de overeenkomst tijdig had opgezegd binnen de proefperiode van drie maanden, en dat er geen abonnementskosten meer verschuldigd waren. De procedure begon met een dagvaarding op 14 augustus 2020, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen voor de levering van diensten door Ziggo aan de gedaagde, met een proefperiode van drie maanden. De gedaagde stelde dat hij de overeenkomst op 1 november 2019 had opgezegd, wat volgens hem binnen de proefperiode viel. Ziggo betwistte dit en stelde dat de proefperiode eerder was afgelopen. De kantonrechter oordeelde dat de ingangsdatum van de overeenkomst niet tijdig door Ziggo was bevestigd, waardoor de gedaagde in zijn gelijk werd gesteld. De kantonrechter concludeerde dat de opzegging op 1 november 2019 binnen de proefperiode had plaatsgevonden, waardoor de gedaagde geen abonnementskosten meer verschuldigd was.

Daarnaast oordeelde de kantonrechter over de kosten voor extra diensten zoals Fox Sports Eredivisie en Zakelijk Volop Bellen Nationaal. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet gerechtigd was om deze diensten gratis te ontvangen tijdens de proefperiode, en dat hij hiervoor wel abonnementskosten verschuldigd was. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 111,82, vermeerderd met wettelijke rente, en werden de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8749874 CV EXPL 20-4309
uitspraak: 4 februari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Ziggo Services B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende en handelende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Ziggo’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 14 augustus 2020, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
de conclusie van repliek, met producties;
de conclusie van dupliek.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..Het geschil

2.1
Ziggo vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Ziggo van een bedrag van € 301,33, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 238,87,- vanaf 4 augustus 2020 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
Ziggo legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen partijen een overeenkomst bestaat op grond waarvan [gedaagde] is gehouden tot betaling voor de maandelijks geleverde diensten. Tot het moment van beëindigen wegens wanbetaling met ingang 14 november 2019, zijn deze kosten opgelopen tot een bedrag van € 238,87 aan abonnementsgelden, € 22,46 aan rente en € 40,- aan buitengerechtelijke kosten.
2.3
[gedaagde] voert verweer en legt daaraan ten grondslag dat de overeenkomst na drie maanden zonder opzeggen zou eindigen en dat hij voor zover nodig de overeenkomst binnen de overeengekomen proefperiode heeft opgezegd, namelijk op 1 november 2019. De overeenkomst is daarmee beëindigd, zodat er geen abonnementsgeld meer is verschuldigd.

3..De beoordeling

3.1
Partijen zijn het erover eens dat tussen hen een overeenkomst tot stand is gekomen voor het leveren van zakelijke diensten door Ziggo aan [gedaagde] en dat sprake is van een overeenkomst voor de duur van twaalf maanden, waarvan de eerste drie maanden een gratis proefperiode zijn waarbinnen kosteloos kan worden opgezegd.
3.2
Partijen twisten onder meer over de vraag of de opzegging van [gedaagde] op 1 november 2019 binnen de proefperiode van drie maanden is gebeurd. Ziggo stelt zich op het standpunt dat de proefperiode tot 20 oktober 2019 liep. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat in een telefoongesprek op 28 juni 2019 met medewerkster [naam 1] van Ziggo het volgende is overeengekomen: ‘
ingangsdatum wanneer pakket (internet /telefoon/tv compleet) geïnstalleerd functioneert/functioneerde’. In de door Ziggo aan [gedaagde] verstuurde bevestiging van 1 juli 2019 is vermeld dat de looptijd ingaat ‘als de dienst beschikbaar is’. Dit ligt in lijn met wat volgens [gedaagde] in voormeld telefoongesprek met Ziggo is overeengekomen. De kantonrechter begrijpt dat volgens [gedaagde] de ingangsdatum 5 augustus 2019 is, nu hij vanaf die datum een volledig werkend pakket had. De kantonrechter zal [gedaagde] daarin volgen en niet van een eerdere ingangsdatum uitgaan. Het ligt immers op de weg van Ziggo als professionele aanbieder om aan haar klant de volgens haar geldende concrete ingangsdatum te bevestigen. Dat geldt zeker in een geval als dit waarin blijkens de conclusie van repliek [gedaagde] (ook) in de periode vanaf 20 juli tot 5 augustus 2019 bij herhaling liet blijken niet over een volledige dienst te beschikken. Nu Ziggo heeft nagelaten een concrete ingangsdatum aan [gedaagde] te bevestigen, behoort dit voor haar rekening en risico te zijn. De kantonrechter gaat dan ook uit van het einde van de proefperiode op 5 november 2019. De opzegging van [gedaagde] op 1 november 2019 heeft in dat geval binnen de proefperiode plaatsgevonden. Na 1 november 2019 is [gedaagde] daarom geen abonnementskosten meer aan Ziggo verschuldigd.
3.3
Onderdeel van de facturen van Ziggo zijn de kosten voor Fox Sports Eredivisie en Zakelijk Volop Bellen Nationaal. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij in het gesprek met medewerker [naam 1] is overeengekomen dat Fox Sports Eredivisie onderdeel zou uitmaken van het gratis proefpakket. Op 11 juli 2019 zou met medewerker [naam 2] zijn overeengekomen dat ook Zakelijk Volop Bellen Nationaal gratis aan het proefpakket zou worden toegevoegd.
3.4
In de overeenkomstbevestiging van 1 juli 2019 is opgenomen:
Welkom bij Ziggo Zakelijk. Met plezier bevestigen wij uw bestelling op naam van [handelsnaam] voor:
  • Zakelijk Internet Complete, Bellen en TV Complete Next
  • Safe Online M
  • FOX Sports Eredivisie
en:
Hieruit blijkt voldoende dat voor Fox Sports Eredivisie maandelijks een bepaald bedrag in rekening wordt gebracht en dat dit een extra dienst is naast het zakelijke pakket. [gedaagde] mocht er dan ook niet van uitgaan dat Ziggo in de proefperiode ook de dienst Fox Sports Eredivisie gratis aan hem zou leveren. Hiervoor is [gedaagde] dan ook de maandelijkse abonnementsgelden verschuldigd.
3.5
In de aanvullende bevestiging van 2 augustus 2019 is opgenomen:
en:
Hieruit blijkt dat voor Zakelijk Volop Bellen Nationaal maandelijks een bepaald bedrag in rekening wordt gebracht en dat dit een extra dienst is. Echter door ook hier de term ‘Zakelijk’ te gebruiken is het niet onbegrijpelijk dat bij [gedaagde] de gedachte is gerezen dat hij hiervoor gedurende de proefperiode niet behoefde te betalen. [gedaagde] mocht er onder deze omstandigheden dan ook van uitgaan dat Ziggo de dienst Zakelijk Volop Bellen Nationaal gedurende de proefperiode gratis aan hem zou leveren. Hiervoor is [gedaagde] dan ook geen maandelijkse abonnementsgelden verschuldigd aan Ziggo.
3.6
Het bovenstaande betekent dat [gedaagde] aan Ziggo verschuldigd is:
  • van de factuur van 15 augustus 2019 de abonnementsgelden die zien op Fox Sports Eredivisie: € 17,37, € 17,95 en € 17,95, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover met ingang van 3 september 2019;
  • van de factuur van 13 september 2019 het abonnementsgeld dat ziet op Fox Sports Eredivisie: € 17,95, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover met ingang van 3 oktober 2019;
  • van de factuur van 15 oktober 2019 één dertigste deel van het abonnementsgeld dat ziet op Fox Sports Eredivisie: € 0,60, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover met ingang van 2 november 2019;
  • in totaal derhalve: € 71,82 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als vermeld.
3.7
Ziggo maakt tevens aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Voldoende gebleken is dat is voldaan aan de wettelijke vereisten, zodat ook het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen. Ook bij de lagere toegewezen hoofdsom blijft deze vergoeding € 40,-.
3.8
Beide partijen zijn deels in het gelijk, deels in het ongelijk gesteld. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

4..De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt [gedaagde] aan Ziggo te betalen een bedrag van € 111,82, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW:
- over een bedrag van € 53,27 vanaf 3 september 2019,
- over een bedrag van € 17,95 vanaf 3 oktober 2019,
- over een bedrag van € 0,60 vanaf 2 november 2019,
steeds tot aan de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
41645/24134