ECLI:NL:RBROT:2021:810

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 januari 2021
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
C/10/610491 / FA RK 20-10146
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging op basis van vrijwilligheid en behandeling

Op 11 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 24 december 2020. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2021 was de advocaat van de betrokkene aanwezig, evenals de betrokkene zelf en zijn behandelaar. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld dat de vorige zorgmachtiging van de betrokkene op 17 oktober 2020 was verlopen en dat de betrokkene meewerkte aan zijn behandeling en zijn medicatie innam, ook zonder geldige machtiging. Er was sprake van vrijwilligheid, waardoor niet voldaan werd aan de voorwaarden voor verplichte zorg. De rechtbank concludeerde dat er in de afgelopen maanden geen crisissituaties waren voorgekomen en dat het verzoek tot zorgmachtiging daarom moest worden afgewezen. De betrokkene gaf aan behoefte te hebben aan wekelijkse therapeutische gesprekken, maar dit was niet voldoende om de zorgmachtiging te rechtvaardigen.

De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en aangegeven dat tegen deze beschikking het rechtsmiddel van cassatie openstaat. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt en getekend op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/610491 / FA RK 20-10146
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 11 januari 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende te [woonplaats betrokkene]
advocaat mr. J.J. van Santbrink te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 24 december 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 5 december 2020;
  • de zorgkaart van 21 augustus 2020;
  • het zorgplan van 21 augustus 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 januari 2021. Bij die gelegenheid is de advocaat verschenen. Daarnaast zijn telefonisch gehoord:
  • betrokkene; en
  • [naam 2] , behandelaar van het FACT verbonden aan Parnassia Groep Bureau BOPZ Rijmond.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

De vorige zorgmachtiging van betrokkene liep op 17 oktober 2020 af. Betrokkene werkt mee aan de behandeling en neemt zijn medicatie in. Ook nu hij geen machtiging heeft. Er is sprake van vrijwilligheid en daarmee niet voldaan aan de voorwaarden voor verplichte zorg. Afgelopen maanden hebben zich geen crisissituaties voorgedaan bij betrokkene. Gelet hierop wordt het verzoek afgewezen.
Betrokkene benadrukt dat hij graag wil dat er wekelijks een therapeut langskomt voor een gesprek.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 11 januari 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 11 januari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.