ECLI:NL:RBROT:2021:805
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam
Op 7 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die een ISD-maatregel ondergaat. Deze maatregel was eerder opgelegd op 19 december 2019 en is onherroepelijk geworden op 12 januari 2020. De tenuitvoerlegging van de maatregel begon op 14 januari 2020. De veroordeelde heeft op 29 november 2020 een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel, zoals bedoeld in artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering. Tijdens de openbare zitting op 7 januari 2021 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman gehoord. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, onderbouwd met de noodzaak van behandeling en de hulpvraag van de veroordeelde. De veroordeelde en zijn raadsman steunden ook de voortzetting van de maatregel, waarbij de veroordeelde aangaf gemotiveerd te zijn voor een positieve afronding van zijn behandeling. De rechtbank heeft, na beoordeling van de situatie, besloten dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is om de kans op recidive te verminderen. De rechtbank heeft bepaald dat de tenuitvoerlegging van de maatregel wordt voortgezet.