ECLI:NL:RBROT:2021:8037

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
917389 AZ VERZ 21-45
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vaststelling voorschot vereffenaarsloon en goedkeuring kosten rechtsbijstand in nalatenschap

Op 3 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) betreffende de vaststelling van het loon van de vereffenaar van de nalatenschap van mevrouw [erflaatster]. De verzoeker, [verzoeker], belastingadviseur en vereffenaar, heeft een verzoek ingediend om goedkeuring van zijn declaraties en het vaststellen van een voorschot op zijn loon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vereffening van de nalatenschap bewerkelijk en complex is, en dat het verzoek in overeenstemming is met de Recofa-richtlijnen. De rechtbank heeft het voorschot op het vereffenaarsloon vastgesteld op € 660,67 inclusief btw en goedkeuring verleend voor de kosten van rechtsbijstand over de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2021, die in totaal € 2.525,51 inclusief btw bedragen. De beschikking is gegeven door kantonrechter mr. G.A.F.M. Wouters en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

uitspraak: 3 augustus 2021
zaaknummer: 9173897 AZ VERZ 21-45
beschikking van de kantonrechter
inzake het verzoek van:
[verzoeker],belastingadviseur te [plaatsnaam],
verzoeker,
die handelt als vereffenaar van de nalatenschap van:
[erflaatster],laatstelijk wonende te [woonplaats erflaatster].

1..Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
1. het verzoekschrift ingekomen ter griffie op 21 april 2021;
2. de overgelegde producties.

2..De feiten

2.1
Op 22 oktober 2013 is overleden mevrouw [erflaatster], geboren te [geboorteplaats erflaatster] op [geboortedatum erflaatster], laatstelijk wonende te [woonplaats erflaatster] (hierna: erflaatster).
2.2
[verzoeker] is bij beschikking van deze rechtbank van 2 april 2015 benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van erflaatster.
2.3
Bij beschikking van 23 maart 2021 is het voorschot op het vereffenaarsloon over de periode van 3 januari 2020 tot en met 27 oktober 2020 vastgesteld op een totaalbedrag van € 3.452,74 inclusief btw.

3..Het verzoek

3.1
Het verzoek strekt ertoe op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) het loon van [verzoeker] als vereffenaar vast te stellen en goedkeuring te verlenen aan de door hem ingediende nota’s wegens werkzaamheden verricht in:
- de maand november 2020 ad € 330,33 inclusief btw;
- de maand december 2020 ad € 117,98 inclusief btw en
- de maand januari 2021 ad € 212,36 inclusief btw.
3.2
[verzoeker] heeft aan zijn verzoek het volgende ten grondslag gelegd. Omdat [naam] tijdens de mondelinge behandeling van de verzetprocedure op 5 augustus 2020, in weerwil van het reeds gevoerde verweer daartegen, bleef volhouden dat nog steeds een appèlprocedure bij het Gerechtshof Den Haag aanhangig was, was [verzoeker] genoodzaakt om een zogenoemd anticipatie-exploot te laten uitbrengen en een akte in te dienen om het onjuiste standpunt daarover van [naam] en [naam bedrijf] door het Gerechtshof bevestigd te krijgen. In verband daarmee heeft [verzoeker] tijd aan deze zaak moeten besteden en was het noodzakelijk dat door de nalatenschap wederom kosten voor juridische bijstand moesten worden gemaakt.
Ter onderbouwing van het verzoek zijn declaraties met daarin opgenomen urenspecificaties over de betreffende maanden overgelegd.
Daarnaast heeft [verzoeker] de kosten die verband houden met het opstellen van de uitdelingslijst en het overleg over de stuiting van de verjaring van het vonnis van 25 oktober 2017 begroot op een bedrag van € 524,33 inclusief btw. Hij verzoekt hem toe te staan voor die extra werkzaamheden dit in depot te houden.
3.3
[verzoeker] heeft daarnaast goedkeuring verzocht van de door hem overgelegde nota’s ter zake de kosten van rechtsbijstand voor de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2021 door:
- Chambers Advocaten ad € 2.417,11 inclusief btw;
- Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders ad € 108,40 inclusief btw.

4..De beoordeling

4.1
Een door de rechtbank benoemde vereffenaar heeft recht op het loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld op grond van artikel 4:206 BW. Ingevolge artikel 4:220 lid 1 BW wordt het loon van de vereffenaar pas uitgekeerd na het verbindend worden van de uitdelingslijst. Het is echter niet in strijd met de wet om gedurende de vereffening een voorschot op het loon vast te stellen. Van een vereffenaar kan immers niet worden verwacht dat, met name bij meer complexe vereffeningen, hij de vereffening zonder enig voorschot op zijn loon voltooit.
4.2
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoeker] voldoende inhoudelijk onderbouwd dat de vereffening van de nalatenschap van erflaatster bewerkelijk en complex is. Zoals ook bij beschikkingen van 4 maart en 14 augustus 2019, alsmede 21 februari 2020 en 23 maart 2021 is overwogen is [verzoeker] als vereffenaar betrokken (geweest) in meerdere door (één van) de erven en door hemzelf in zijn hoedanigheid van vereffenaar aanhangig gemaakte civiele procedures.
4.3
De door [verzoeker] gegeven informatie over de stand van de vereffening is voldoende om te kunnen vaststellen dat de toestand van de boedel uitkering van een voorschot toelaat. De door de vereffenaar bijgevoegde declaraties over de maanden november 2020 tot en met januari 2021 merkt de kantonrechter aan als een tussentijdse rekening en verantwoording met betrekking tot de bestede tijd.
4.4
Conform de aanbevelingen opgenomen in de ‘Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter’, dient het salarisvoorstel aan te sluiten bij de ‘Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling’, kort gezegd: de regeling voor curatoren in faillissement. Uitgangspunt is een basisuurtarief in het jaar van tijdbesteding, vermenigvuldigd met een ervaringsfactor.
In de over de periode van 10 november 2020 tot en met 27 januari 2021 overgelegde declaraties zijn de werkzaamheden van [verzoeker] gespecificeerd. Nu voldoende is aangegeven met wie is gesproken of gecorrespondeerd of wat het onderwerp is waarop de studie en het overleg betrekking hebben gehad, voldoen deze specificaties aan de vereisten van de Recofa-richtlijnen. In het verzoek heeft [verzoeker] aangegeven dat hij voor 2020 en 2021 een uurtarief van € 130,- exclusief btw hanteert.
4.5
Nu het door [verzoeker] gehanteerde uurtarief lager is dan de conform de Recofa-richtlijnen geldende basistarieven en het verzoek overigens in overeenstemming is met deze richtlijnen, zal het verzoek – gelet op de tijdspecificaties – worden toegewezen. Het voorschot op het vereffenaarsloon zal dan ook, overeenkomstig het verzoek van [verzoeker], worden vastgesteld op een totaalbedrag van € 660,67 inclusief btw. Daarbij wordt bepaald dat dit bedrag ten laste van de nalatenschap zal worden gebracht.
4.6
Daarnaast zal het [verzoeker] worden toegestaan om, in verband met te verwachten extra werkzaamheden, een bedrag van € 524,33 inclusief btw in depot te houden.
4.7
De nota’s ter zake de kosten van rechtsbijstand over de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2021 ad € 2.525,51 inclusief btw zullen als zijnde voldoende gespecificeerd worden goedgekeurd. Uit de overgelegde specificaties is voldoende komen vast te staan dat de advocaat- en deurwaarderskosten zijn gemaakt ten behoeve van de nalatenschap en in het belang van de gemeenschappelijke erfgenamen. Deze kosten mogen daarom ten laste van de nalatenschap worden gebracht.
4.8
[verzoeker], die ingevolge de gelijktijdig met deze beschikking gegeven beschikking van deze rechtbank onder zaaknummer 8321608 AZ VERZ 20-33, een aangepast overzicht van de boedel van erflaatster per 20 december 2019 en een aangevulde uitdelingslijst zal moeten indienen, wordt uit praktische overwegingen verzocht zijn thans toe te wijzen loon en de kosten van rechtsbijstand eveneens op te nemen in die uitdelingslijst.

5..De beslissing

De kantonrechter:
stelt het voorschot op het vereffenaarsloon over de periode november 2020 tot en met januari 2021 vast op een totaalbedrag van € 660,67 inclusief btw;
bepaalt dat het voorschot ten laste van de nalatenschap zal worden gebracht;
staat [verzoeker] toe een bedrag van € 524,33 inclusief btw in depot te houden;
bepaalt dat ook de kosten van rechtsbijstand over de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2021 ad € 2.525,51 inclusief btw ten laste van de nalatenschap worden gebracht;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
452