ECLI:NL:RBROT:2021:7972

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juli 2021
Publicatiedatum
13 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/620984 / FA RK 21-4893
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting verblijf van een cliënt met verstandelijke beperking en aanpassingsstoornis

Op 12 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van het verblijf van een cliënt met een licht verstandelijke beperking, ernstige aanpassingsstoornis en antisociale persoonlijkheidsstoornis. De cliënt, die kampt met een zeer lage sociaal-emotionele ontwikkeling, heeft een geschiedenis van zwerfgedrag en delictgedrag. De rechtbank heeft op verzoek van het CIZ een machtiging verleend voor de duur van twee jaar, omdat zonder deze machtiging de cliënt zich zou onttrekken aan noodzakelijke behandeling en begeleiding. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, gezien de risico's die de cliënt met zich meebrengt voor de maatschappij en zichzelf. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 juli 2021, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de cliënt en zijn advocaat, zijn gehoord. De rechtbank concludeerde dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de cliënt behoefte heeft aan stabiliteit en begeleiding. De machtiging is verleend tot en met 12 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/620984 / FA RK 21-4893
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 12 juli 2021 betreffende een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt], [geboorteplaats cliënt],
hierna: cliënt,
wonende te [woonplaats cliënt],
advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 28 juni 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 11 mei 2020;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam 1], arts voor verstandelijk gehandicapten, van 4 juni 2021;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 7 juni 2021;
  • de verklaring van de zorgaanbieder Profila Zorggroep van de accommodatie waarin cliënt is opgenomen van 7 juni 2021;
  • een afschrift van het zorgplan van 31 mei 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 juli 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • cliënt met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], gedragsdeskundige en
  • [naam 3], begeleider van cliënt, beiden verbonden aan Profila Zorggroep;
  • [naam 4], mentor van cliënt.

2..Beoordeling

2.1.
Op 11 januari 2021 is door de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf verleend tot en met 11 juli 2021. Op 28 juni 2021 heeft het CIZ verzocht een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf in een geregistreerde accommodatie te verlenen als bedoeld in artikel 25 lid 1 Wzd.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een licht verstandelijke beperking met een ernstige aanpassingsstoornis en kenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een zeer lage sociale emotionele ontwikkeling. Relevante nevendiagnoses zijn schizofrenie en middelenafhankelijkheid.
2.3.
Het gedrag van cliënt leidt als gevolg van deze verstandelijke handicap tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in maatschappelijke teloorgang, de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
De levensgeschiedenis van cliënt wordt gekenmerkt door onstabiliteit en pedagogische en affectieve verwaarlozing. Cliënt kwam al vroeg in aanraking met jeugdzorg en heeft verschillende ISD trajecten doorlopen. Cliënt ontvangt nu enige tijd intensieve ondersteuning en 24-uurs begeleiding bij de Ark en door deze structuur lukt het om een begin te maken met het opbouwen van stabiliteit en continuïteit van zorg. Eerder kende cliënt alleen stabiliteit gedurende zijn detenties. Gedurende de eerste drie maanden van zijn verblijf bij de Ark is cliënt wekelijks weggelopen en verviel hij regelmatig in zijn oude delictgedrag. De afgelopen maanden is hier een sterke verbetering in te zien en loopt hij minder vaak weg. Cliënt heeft moeite met een juiste beeldvorming van situaties en hij wordt hierin snel overvraagd. Ook kan hij nog al eens onzedelijk gedrag vertonen. Cliënt heeft behoefte aan stabiliteit, dagstructuur, veiligheid en geborgenheid.
De gedragsdeskundige verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat cliënt voor het eerst de kans krijgt op een leven met structuur en begeleiding buiten een gevangenis. Dat lukt met vallen en opstaan. Hij heeft begeleiding, sturing en begrenzing nodig om zich te kunnen redden, hetgeen hem geboden wordt bij de Ark. Er is sprake van een positieve ontwikkeling maar tegelijkertijd is het zwerfgedrag en de bijbehorende delicten en arrestaties nog niet verdwenen. Zonder rechterlijke machtiging is de kans groot dat cliënt zich wederom onttrekt aan de noodzakelijk geachte behandeling en begeleiding. De komende periode zal nog nodig zijn om uitgebreide diagnostiek, observaties en mogelijk (trauma) behandelingen te doen plaatsvinden, om uiteindelijk door te kunnen stromen naar een levensbestendige woonplek. De verwachting is dat dit zeker nog twee jaar in beslag zal nemen.
2.4.
De voortzetting van het verblijf is noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen voortzetting van het verblijf. Cliënt verklaart dat hij zonder de rechterlijke machtiging direct zou vertrekken en zijn oude leven weer zou oppakken.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twee jaar.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 juli 2023.
Deze beschikking is op 12 juli 2021 mondeling gegeven door mr. M.L.H. Gelauff, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier, en op 19 juli 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.