Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde (m.u.v. het uit winstbejag behulpzaam zijn);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
de rechtbank begrijpt: [naam verdachte]) bleek dat hij acht simkaarten in zijn bezit had en als enige niet de Vietnamese nationaliteit bezat. Hierop is deze vreemdeling als verdachte van mensensmokkel aangemerkt.
verblijf’wordt in dat geval gewezen op de ruime uitleg die de Hoge Raad in 2003 aan ‘het verblijven’ in artikel 197a Sr (oud) heeft gegeven, namelijk elk zich ophouden (zie het arrest van de Hoge Raad van 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL3537).
alleengaat om het vervoeren van personen en waarin zowel het behulpzaam zijn bij doorreis (artikel 197a, eerste lid, Sr) als het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf (artikel 197a, tweede lid, Sr) ten laste zijn gelegd, alleen nog het behulpzaam zijn bij doorreis bewezen verklaren.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;