ECLI:NL:RBROT:2021:7873

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juli 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2021
Zaaknummer
10/750381-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van beschuldigingen van witwassen van contante geldbedragen en motorvoertuigen

Op 30 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen van contante geldbedragen en motorvoertuigen. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], werd bijgestaan door advocaat mr. B. Kizilocak en de officier van justitie was mr. S. Sondermeijer. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 16 juli 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschuldigingen van witwassen niet bewezen zijn. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte schuldig is aan het opzetwitwassen, zoals ten laste gelegd in de primaire beschuldiging. De verdachte heeft elke betrokkenheid ontkend en verklaard dat zij haar eigen werk had en haar eigen boontjes dopte. De rechtbank oordeelt dat de aanwijzingen voor betrokkenheid te mager zijn om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van zowel de primaire als de subsidiaire beschuldiging van witwassen. Daarnaast heeft de rechtbank beslissingen genomen over de in beslag genomen goederen, waarbij de rechtbank oordeelt dat het ongecontroleerde bezit van een bepaald telefoontoestel in strijd is met het algemeen belang en dit goed zal worden onttrokken aan het verkeer. De overige in beslag genomen goederen worden teruggegeven aan de verdachte.

Uitspraak

RechtbankROTTERDAM
Team 1
Parketnummer: 10/750381-20
Datum uitspraak: 30 juli 2021
Tegenspraak.
Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:
[nam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] .
Advocaat van de verdachte: mr. B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam.
Officier van justitie: mr. S. Sondermeijer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 16 juli 2021.
Inhoudsopgave van dit vonnis
De verdachte wordt - kort samengevat - beschuldigd van witwassen van contante geldbedragen en motorvoertuigen. De volledige tekst van de beschuldiging zoals deze door de officier van justitie is opgeschreven in de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt de beschuldiging niet bewezen. De argumenten die tot vrijspraak hebben geleid zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet.
In hoofdstuk 3 worden de beslissingen over de in beslag genomen goederen uiteengezet.
Hoofdstuk 4 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffier.

1..De beschuldiging in de tenlastelegging

Feit 1
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 26 januari 2021, te Barendrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, en/of immers heeft zij, meermalen, althans eenmaal, een of meer voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad, en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, te weten onder meer:
A.
een of meer contant(e) geldbedrag(en) (zijnde onder meer huurpenningen en/of
borg):
  • Eur 197.925,- (PV financieel Onderzoek bankrekeningen [nam verdachte] , p. 306) en/of
  • Eur 544.955,- (PV analyse van rekening [rekeningnummer 1] t.a.v. [naam kantoor] , p. 289) en/of
  • Eur 192.465,- (PV analyse van rekening [rekeningnummer 2] t.n.v. [naam medeverdachte] , p. 298) en/of
  • Eur 4000,- (PV analyse van rekening [rekeningnummer 3] t.n.v. [naam medeverdachte] ), in elk geval één of meer contante geldbedragen,
in elk geval
  • (In totaal ongeveer) eur 6425,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 1] te Rotterdam (zaaksdossier Schie, p.3-41) en/of
  • (In totaal ongeveer) eur 10.281,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 2] te Rotterdam, (zaaksdossier Adriaan, p.114-115) en/of
  • (In totaal ongeveer) eur 20.100,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 3] te Rotterdam (zaaksdossier Spook, p.130) en/of
  • Eur 3300,- en/of eur 3472,- huur en/of borg (PV onderzoek gevorderde administratie [naam medeverdachte] ), althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 4] te Rotterdam en/of
  • Eur 3000,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedragen met betrekking tot [adres 5] te Rotterdam (zaaksdossier Berg) en/of
  • Eur 3700,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedragen met betrekking tot [adres 6] te Rotterdam, (zaaksdossier Draak) en/of
een of meer contant(e) geldbedrag(en), te weten onder meer:
- Eur 5394,12 (PV Algemeen Granola, p. 51), althans een (groot) contant geldbedrag, en/of
B.
een of meer motorrijtuigen, te weten onder meer:
  • een Dodge Charger Base met kenteken [kentekennummer 1] (zie PV verdenking [nam verdachte] , p. 52) en/of
  • een Piaggio M47 met kenteken [kentekennummer 2] (zie PV verdenking [nam verdachte] , p. 52) en/of
  • een Kawasaki ZX 400 L met kenteken [kentekennummer 3] (zie PV verdenking [nam verdachte] , p. 52), en/of
  • een Volkswagen met kenteken [kentekennummer 4] , (door)verkocht en/of geruild ter waarde van 7.000,- euro en/of
  • een motorfiets Suzuki, type GSX-S1000, met kenteken [kentekennummer 5] , (door)verkocht en/of geruild ter waarde van 9.000,- euro (zie PV Bevindingen analyse de rekening van [naam kantoor] , p. 296)
terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), dat deze geldbedragen en/of dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel en/of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 26 januari 2021, te Barendrecht en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meerdere anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer voorwerp(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, te weten onder meer:
A.
een of meer contant(e) geldbedrag(en) (zijnde onder meer huurpenningen
en/of borg)
  • Eur 197.925,- (PV financieel Onderzoek bankrekeningen [nam verdachte] , p. 306) en/of
  • Eur 544.955,- (PV analyse van rekening [rekeningnummer 1] t.a.v. [naam kantoor] , p. 289) en/of
  • Eur 192.465,- (PV analyse van rekening [rekeningnummer 2] t.n.v. [naam medeverdachte] , p. 298) en/of
  • Eur 4000,- (PV analyse van rekening [rekeningnummer 3] t.n.v. [naam medeverdachte] ), in elk geval één of meer contante geldbedragen,
in elk geval
  • (In totaal ongeveer) eur 6425,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 1] te Rotterdam (zaaksdossier Schie, p.3-41) en/of
  • (In totaal ongeveer) eur 10.281,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 2] te Rotterdam, (zaaksdossier Adriaan, p.114-115) en/of
  • (In totaal ongeveer) eur 20.100,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 3] te Rotterdam (zaaksdossier Spook, p.130) en/of
  • Eur 3300,- en/of eur 3472,- huur en/of borg (PV onderzoek gevorderde administratie [naam medeverdachte] ), althans een of meer geldbedrag(en) met betrekking tot de [adres 4] te Rotterdam en/of
  • Eur 3000,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedragen met betrekking tot [adres 5] te Rotterdam (zaaksdossier Berg) en/of
  • Eur 3700,- huur en/of borg, althans een of meer geldbedragen met betrekking tot [adres 6] te Rotterdam, (zaaksdossier Draak) en/of
een of meer contant(e) geldbedrag(en), te weten onder meer:
- Eur 5394,12 (PV Algemeen Granola, p. 51), althans een (groot) contant geldbedrag, en/of
B.
een of meer motorrijtuigen, te weten onder meer:
  • een Dodge Charger Base met kenteken [kentekennummer 1] (zie PV verdenking [nam verdachte] , p. 52) en/of
  • een Piaggio M47 met kenteken [kentekennummer 2] (zie PV verdenking [nam verdachte] , p. 52) en/of
  • een Kawasaki ZX 400 L met kenteken [kentekennummer 3] (zie PV verdenking [nam verdachte] , p. 52), en/of
  • een Volkswagen met kenteken [kentekennummer 4] , (door)verkocht en/of geruild ter waarde van 7.000,- euro en/of een motorfiets Suzuki, type GSX-S1000, met kenteken [kentekennummer 5] , (door)verkochten/of geruild ter waarde van 9.000,- euro (zie PV Bevindingen analyse de rekening van [naam kantoor] , p. 296)
terwijl zij en/of haar mededader(s) redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel en/of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
Vrijspraak
Feit 1
De rechtbank vindt net als de officier van justitie en de verdediging dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte schuldig is aan het onder 1 primair ten laste gelegde een gewoonte maken van opzetwitwassen. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van deze beschuldiging. Gelet op de standpunten van de procespartijen wordt de motivering van deze vrijspraak niet verder uiteengezet.
De rechtbank spreekt de verdachte ook vrij van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde schuldwitwassen.
De verdachte heeft stellig iedere strafrechtelijke betrokkenheid ontkend en gesteld dat zij haar eigen werk had en ook haar eigen boontjes dopte. Op grond van het strafdossier zoals dat op de zitting is besproken kan in onvoldoende overtuigende zin strafrechtelijke betrokkenheid bij de contante geldbedragen en voertuigen voor deze witwasvariant worden vastgesteld. Er bestaan aanwijzingen dat de verdachte betrokken is en enige wetenschap had, maar die zijn mager, verdeeld over verschillende onderdelen van het ten laste gelegde feit en vergen zoveel duiding en invulling dat een bewezenverklaring een brug te ver is.

2..De beslissing over de inbeslaggenomen goederen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de aan dit vonnis gehechte en van dit vonnis deel uitmakende lijst van inbeslaggenomen goederen onder de nummers 1 tot en met 4, de onder 6 tot en met 28 en de onder 30 en 31 vermelde goederen zullen worden teruggegeven aan de verdachte.
De officier van justitie heeft gevorderd dat een deel, groot € 1.200,=, van het onder 5 vermelde geldbedrag zal worden verbeurd verklaard en dat het resterende geldbedrag van € 465,00 zal worden teruggegeven aan de verdachte.
De officier van justitie heeft ten slotte gevorderd dat het onder 29 op de lijst vermelde telefoontoestel zal worden onttrokken aan het verkeer.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om alle inbeslaggenomen geldbedragen aan de verdachte terug te geven. Over andere op de lijst van inbeslaggenomen goederen heeft de verdediging geen standpunt ingenomen.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de op de lijst van inbeslaggenomen goederen onder 29 vermelde telefoontoestel in strijd is met het algemeen belang. Dit voorwerp zal worden onttrokken aan het verkeer.
De rechtbank zal ten aanzien van de onder 1 tot en met 28 en onder 30 tot en met 31 vermelde goederen een last tot teruggave aan de verdachte geven. Dat betekent dat ook het door de officier van justitie gevorderde bedrag van € 1.200,= niet wordt verbeurdverklaard, nu niet is voldaan aan de vereisten daarvoor.
Hoofdstuk 3: Beslissingen in het kort en ondertekening
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
  • verklaart onttrokken aan het verkeer het goed vermeld op de lijst van inbeslaggenomen goederen onder nummer 29;
  • gelast de teruggave aan verdachte van de goederen vermeld op de lijst van inbeslaggenomen goederen onder de nummers 1 tot en met 28 en onder 30 tot en met 31.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. F.A. Hut en D.P.L. ter Laak, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 30 juli 2021.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.