Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 14 oktober 2019, met producties 1-12 en het bijgevoegde overzicht beslagstukken 1-5;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie van 18 december 2019, met producties 1-5;
- de brief van 29 januari 2020 van de rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald op 9 april 2020;
- de brief van 18 maart 2020 van de rechtbank, met daarin opgenomen de zittingsagenda;
- de brief van 24 maart 2020 van de rechtbank, waarbij partijen zijn geïnformeerd dat de geplande zitting op 9 april 2020 geen doorgang vindt in verband met de corona-uitbraak;
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging stukken in conventie en reconventie van 6 mei 2020, met producties 13-17;
- de conclusie van dupliek van 17 juni 2020, met producties 6-10;
- de brief van 28 augustus 2020 van de rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling via skype is bepaald op 20 oktober 2020;
- de akte overlegging nadere producties tevens eiswijziging in reconventie van 20 oktober 2020 van [naam gedaagde] , met producties 11-17;
- het proces-verbaal van de op 20 oktober 2020 gehouden mondelinge behandeling.
2..De feiten
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling
In conventie
€ 5.121,00(3 punten à € 1.707,00)