Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 8 september 2020 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van 14 december 2020 waarin partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
- de aanvullende producties van [eiser] ;
- de aanvullende producties van [gedaagde] en
- de aantekening van de griffier dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 februari 2021;
2..De kern van de zaak
3..De feiten
Namens cliënten wil ik uw cliënt het volgende voorstel doen teneinde de zaak in der minne te schikken:
Cliënten betalen gedurende drie maanden geen huur voor de door uw cliënt aangeboden woning;
Voor cliënten is dit niet ideaal maar komen uw cliënt hiermee tegemoet.”
4..Het geschil
5..De beoordeling
hetzelfde huurcontract zoals cliënten dit hadden toen uw cliënt de verhuur regelde via Villex met dien verstande dat enkel het adres van de woning die cliënten huren wordt aangepast.’De rechtbank concludeert hieruit dat de huursom voor de woning in Oosterland gelijk is aan die voor de recreatiewoning. De huursom voor de recreatiewoning bedroeg € 750,-, exclusief servicekosten, per maand. De rechtbank gaat daarom ook voor de woning in Oosterland uit van een huursom van € 750,- per maand. Dat betekent dat [gedaagde] over de periode van 1 september 2019 tot en met 16 december 2019 € 2.637,10 aan huur moet betalen. Vast staat dat [gedaagde] € 720,- heeft betaald, zodat € 1.917,10 resteert.
6..De beslissing
- dat [gedaagde] in de periode van 4 juni 2019 tot 2 juli 2019 haar hoofdverblijf in de recreatiewoning had, in die zin dat zij meer dan drie dagen per week in de recreatiewoning verbleef;
- dat [gedaagde] in juni of juli 2019 tegenover de controle-ambtenaren of de burgemeester heeft verklaard dat zij op dat moment haar hoofdverblijf had in de recreatiewoning, althans dat zij per week meer dan drie dagen in de recreatiewoning verbleef;
woensdag 25 augustus 2021voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;