Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van SBM met bijlagen;
- de aanvulling op het verzoekschrift van SBM met bijlagen;
- het verweerschrift van [verweerder] met tegenverzoeken en bijlagen;
- de pleitaantekeningen van de gemachtigde van SBM Schiedam;
- de pleitaantekeningen van de gemachtigde van [verweerder];
- de overige door partijen ingediende bijlagen.
2..De vaststaande feiten
BD director EMEA. EMEA staat voor de regio Europa, Midden-Oosten en Afrika.
3..Het verzoek van SBM Schiedam
4..De tegenverzoeken van [verweerder]
5..De beoordeling
advisory board. [verweerder] heeft hiervoor geen toestemming gevraagd, terwijl hij dit op grond van vast beleid van SBM Schiedam wel had moeten. [verweerder] heeft zichzelf bovendien opgegeven als
BD Director EMEAterwijl hij die functie op dat moment niet meer vervulde.
BD director EMEA- heeft [verweerder] niet zodanig verwijtbaar gehandeld dat de arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd. De belangen van SBM Schiedam zijn door het handelen van [verweerder] niet of nauwelijks geschaad. Aan het congres waren (nog) geen kosten verbonden en SBM Schiedam heeft niet gesteld dat zij nadeel heeft ondervonden vanwege het feit dat zij niet eerder van het congres op de hoogte was. Voor zover SBM Schiedam heeft bedoeld dat zij imagoschade heeft geleden, heeft zij dat onvoldoende onderbouwd. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien op welke wijze het imago van SBM Schiedam hier in het geding kan zijn gekomen. Dat [verweerder] er belang bij had om zelf aan het congres deel te nemen als zijn dienstverband bij SBM Schiedam zou eindigen, maakt het voorgaande niet anders. Ook in dat geval zou SBM Schiedam immers geen schade lijden.
renewables. Partijen zijn het er niet over eens in welke mate de activiteiten van SBM Schiedam hierop gericht zullen zijn, maar die discussie kan verder in het midden blijven. Als [verweerder] heeft willen aanvoeren dat er vanwege de
renewablesvoor hem nog voldoende werk overblijft om zijn huidige functie te blijven uitvoeren, heeft hij dat onvoldoende onderbouwd. Ook volgens [verweerder] zelf bestond zijn werk immers voor een groot deel uit het binnenhalen van opdrachten die geen betrekking hadden op
renewablesen daarvoor is binnen de nieuwe strategie geen plaats meer. Daarom moet als vaststaand worden aangenomen dat de functie van [verweerder] bij SBM Schiedam is komen te vervallen.
business manager renewables Europeblijft bestaan. Volgens SBM Schiedam is deze functie niet uitwisselbaar met de functie van [verweerder], maar volgens [verweerder] is dat wel het geval. Partijen zijn het erover eens dat als de functies uitwisselbaar zijn [verweerder] niet in aanmerking komt voor ontslag.
directorniveau bevindt terwijl de functie
business managereen functie op
managerniveau is (hetgeen al blijkt uit de namen van de beide functies). SBM Schiedam heeft daarbij toegelicht dat een
director- anders dan een
manager- leidinggevende taken heeft. Dit was ook zo bij [verweerder] die in zijn functie ten minste twee werknemers aanstuurde. [verweerder] hield zich in zijn functie bovendien bezig met alle
product linesterwijl de
business manager renewableszich alleen richt op
renewables.[verweerder] heeft hiertegenover onvoldoende duidelijk kunnen maken waarom voor de beide functies niettemin dezelfde kennis, vaardigheden en competenties nodig zijn. Daarvoor is niet voldoende dat [verweerder] in het verleden wel eens werkzaamheden verrichtte die nu door de
business manager renewablesworden gedaan. Daar komt nog bij dat [verweerder] niet heeft betwist dat er een aanzienlijk salarisverschil is tussen de beide functies.
business manager renewablesomdat hij te weinig ervaring had met
renewables. Het gaat er namelijk niet om [verweerder] geschikt is voor de functie van
business manager renewables,maar of die functie uitwisselbaar is met de functie van
BD director EMEA. Daarom is ook niet van belang dat het sociaal plan voorziet in de situatie dat een werknemer in een lagere functie wordt geplaatst. Nog los van het feit dat een lagere functie uitwisselbaar kan zijn met een hogere functie, moet vastgesteld worden dat het sociaal plan geen invulling geeft aan de uitwisselbaarheid van functies. Het sociaal plan geeft slechts een regeling voor het geval een werknemer - al dan niet met wederzijds goedvinden - wordt geplaatst in een lagere of een hogere functie.
business manager renewablesvervult al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestond toen SBM Schiedam besloot een nieuwe bedrijfsstrategie aan te nemen. SBM Schiedam hoefde die arbeidsovereenkomst niet te beëindigen, ook niet als op dat moment nog sprake was van een proeftijd. [verweerder] heeft niet aangevoerd dat er andere functies zijn waarvoor hij in aanmerking zou komen. Daarom moet worden geoordeeld dat herplaatsing in dit geval niet mogelijk was.