ECLI:NL:RBROT:2021:7663

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
5 augustus 2021
Zaaknummer
83/275931-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een fiscalist voor belastingfraude met gevangenisstraf en gevangenneming

Op 3 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, een fiscalist, die werd beschuldigd van belastingfraude. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank oordeelde dat er een ernstig gevaar voor vlucht was, wat leidde tot de beslissing om de verdachte te gevangennemen.

De zaak kwam aan het licht na een onderzoek door de Belastingdienst, die onjuiste aangiften omzetbelasting had vastgesteld over de jaren 2010 tot en met 2013. De verdachte had feitelijke leiding gegeven aan het opzettelijk nalaten van verplichte suppletieaangiften en het indienen van onjuiste aangiften. Getuigen, waaronder accountants en fiscale adviseurs, bevestigden dat de verdachte op de hoogte was van de onjuiste aangiften en de daaruit voortvloeiende belastingverplichtingen, maar desondanks naliet om de juiste aangiften in te dienen.

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlasteleggingen en sprak hem vrij van enkele tijdvakken waar onvoldoende bewijs voor was. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het belang van vertrouwen in het belastingstelsel. De verdachte had met zijn opleiding en functie als belastingadviseur een bijzondere verantwoordelijkheid, die hij had verzaakt. De rechtbank legde de straf op met inachtneming van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij ook werd gekeken naar eerdere veroordelingen, die ontbraken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/275931-19
Datum uitspraak: 3 augustus 2021
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
gewoond hebbende in België aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 juli 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. van de Kerkhof heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
  • gevangenneming van de verdachte bij einduitspraak.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Beoordeling
Onder feit 1 is de verdachte ten laste gelegd dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan het opzettelijk nalaten verplichte suppletieaangiften in te dienen door [naam bedrijf verdachte] .
Onder feit 2 wordt hem op dezelfde voet verweten feitelijke leiding te hebben gegeven aan het opzettelijk indienen van onjuiste, onvolledige en/of valse aangiften omzetbelasting. Aangezien beide feiten zien op hetzelfde feitencomplex zullen ze tegelijkertijd besproken worden.
De Belastingdienst heeft onderzoek verricht naar de aangiften over 2010 tot en met 2013 en hij heeft geconstateerd dat er onjuiste aangiften omzetbelasting zijn ingediend en er te weinig omzetbelasting is afgedragen.
Deze constatering wordt bevestigd door de getuige [naam getuige 1] , accountant van de verdachte tussen 2011 en 2015. Hij heeft verklaard dat hij gezien heeft dat de verdachte hogere voorschotten van Deloitte heeft ontvangen dan in de aangiften zijn opgenomen. De samenwerking is opgezegd omdat er discussie bleef bestaan over de uitstaande BTW-schuld. Hij heeft de verdachte er toen nog op gewezen dat hij als bestuurder van de vennootschap de verantwoordelijkheid droeg voor het suppleren van deze verschillen.
Ook de getuige [naam getuige 2] , fiscaal adviseur van de verdachte vanaf 2015, heeft verklaard dat zij niet tevreden was over de inhoud van de terugkoppeling op haar vragen. Zij heeft verklaard dat de verdachte stelde de omzetbelastingschuld eerder te hebben betaald. Zij heeft hem te kennen gegeven dat hij dat aan de Belastingdienst moet kunnen laten zien, maar de verdachte heeft – ondanks diverse verzoeken daartoe – niets aangeleverd ter onderbouwing van zijn stelling. De Belastingdienst heeft vastgesteld dat de omzetbelastingschuld niet eerder is voldaan.
De verklaringen van de getuigen en de constateringen van de Belastingdienst zijn consistent, duidelijk en op wezenlijke punten met elkaar in overeenstemming. De rechtbank acht bewezen dat [naam bedrijf verdachte] . over de in de bewezenverklaring genoemde kwartalen steeds onjuiste aangiften voor de omzetbelasting heeft gedaan en dat tevens opzettelijk niet is voldaan aan de op [naam bedrijf verdachte] . rustende verplichting tot het doen van een suppletieaangifte ter zake van de omzetbelasting.
Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de aan [naam bedrijf verdachte] . verweten handelingen. Van feitelijke leiding geven aan verboden gedragingen kan onder omstandigheden sprake zijn indien de desbetreffende functionaris, terwijl deze daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden is, maatregelen ter voorkoming van deze gedragingen achterwege laat en bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedragingen zich zullen voordoen. In deze situatie wordt de functionaris geacht opzettelijk de verboden gedragingen te bevorderen.
De verdachte is door de hiervoor genoemde getuigen meermalen gewezen op de groeiende omzetbelastingschuld, de onjuiste aangiften omzetbelasting en het gegeven dat hij daarom suppletieaangiften moest indienen. De verdachte heeft dit echter op zijn beloop gelaten.
Dat de verdachte met zijn onderneming, die zich richt op het uitoefenen van de belastingadviespraktijk, ondanks daar meermalen op gewezen te zijn telkenmale geen aangifte deed van de volledige omzet, voorbelasting in mindering bracht zonder onderliggende stukken en naliet om suppletieaangiften te doen, maakt dat de verdachte opzet heeft gehad op het doen van onjuiste aangiften en niet-doen van suppletieaangiften door [naam bedrijf verdachte] . en dus feitelijke leiding heeft gegeven aan deze strafbare gedragingen.
Met de officier van justitie is de rechtbank echter van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van een aantal van de in de tenlastelegging onder 2 genoemde tijdvakken, te weten het eerste kwartaal 2009 tot en met het eerste kwartaal van 2010 en het eerste kwartaal van 2013 [1] , omdat wettig en overtuigend bewijs voor deze tijdvakken ontbreekt.
4.2.
Conclusie
De rechtbank acht het onder feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
de Besloten Vennootschap
[naam bedrijf verdachte] .
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 juni 2017
te Rotterdam en/of in België,
(telkens) als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het verstrekken van inlichtingen en/of gegevens en/of aanwijzingen,
te weten de verplichting ingevolge artikel 10A Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikel 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting juncto artikel 68 lid 1 onder a Algemene Wet inzake rijksbelastingen,
(telkens) opzettelijk deze niet heeft verstrekt,
terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
immers heeft genoemde rechtspersoon [naam bedrijf verdachte] . de in de hierboven vermelde regelgeving opgenomen verplichting tot het doen van een suppletie, door het (alsnog) verstrekken van de juiste en volledige gegevens ,
betrekking hebbende op de aangiften voor de omzetbelasting over de aangiftetijdvakken
1e kwartaal 2009 en 2e kwartaal 2009 en 3e kwartaal 2009 en 4e kwartaal 2009 en1e kwartaal 2010 en 2e kwartaal 2010 en 3e kwartaal 2010 en 4e kwartaal 2010 en
1e kwartaal 2011 en 2e kwartaal 2011 en 3e kwartaal 2011 en 4e kwartaal 2011 en
3e kwartaal 2012 en1e kwartaal 2013, (telkens) opzettelijk niet gedaan,
hebbende hij, verdachte, (telkens) feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
2.
de Besloten Vennootschap
[naam bedrijf verdachte] .
in de periode van 8 april 2009 tot en met 1 november 2012
te Rotterdam en/of in België,
meermalen, (telkens) opzettelijk
bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
(digitale) aangiften voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf verdachte] . (fiscaal nummer [nummer] )
betreffende de aangiftetijdvakken
2e kwartaal 2010 en 3e kwartaal 2010 en 4e kwartaal 2010 en
1e kwartaal 2011 en2e kwartaal 2011 en3e kwartaal 2011 en 4e kwartaal 2011 en
3e kwartaal 2012 , onjuist heeft gedaan, immers heeft genoemde rechtspersoon (telkens) opzettelijk
in de naar de Belastingdienst te Rotterdam gezonden aangiften voor de omzetbelasting (telkens) te lage bedragen waarover omzetbelasting wordt berekend en te lage bedragen aan omzetbelasting en te hoge
bedragen aan voorbelasting en te lage bedragen aan verschuldigde en te betalen omzetbelasting en een te laag belastbaar bedrag, opgegeven en/of vermeld, terwijl die feiten er (telkens) toe hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven,
hebbende hij, verdachte, (telkens) feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde inlichtingen, gegevens of aanwijzingen te verstrekken, deze opzettelijk niet verstrekken, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belastingfraude. Door aldus te handelen heeft de verdachte ertoe bijgedragen dat de overheid (mogelijk) te weinig inkomsten uit belastingen heeft genoten. Bovendien wordt het algemeen vertrouwen in het belastingsysteem, waarbinnen sprake zou moeten zijn van eerlijke lastenverdeling, door dergelijk handelen geschaad. Voor het systeem van belastingheffing is het van essentieel belang dat de Belastingdienst vertrouwen kan stellen in de juistheid van bepaalde geschriften.
Ten nadele van de verdachte weegt de rechtbank mee dat juist van de verdachte met zijn opleiding en een vennootschap die nota bene als activiteiten vermeldt ‘het uitoefenen of doen uitoefenen van de belastingadviespraktijk’ verwacht mag worden dat hij zich niet schuldig maakt aan belastingfraude.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 november 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Gelet op het feit dat de verdachte ondanks meermalen daartoe de gelegenheid geboden te hebben gekregen zich niet heeft gemeld, nadien tot tweemaal toe niet ter terechtzitting verschenen is en de verdachte bovendien regelmatig wisselt van verblijfplaats (en land), ziet de rechtbank een ernstig gevaar voor vlucht. Reden waarom de rechtbank de gevangenneming van de verdachte bij de uitspraak van het vonnis zal bevelen.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot vijf (5) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beveelt de gevangenneming van de verdachte. Deze beslissing is afzonderlijk geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. J.C. Tijink en A. Bonder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Koek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
de Besloten Vennootschap
[naam bedrijf verdachte] .
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 juni 2017
te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het verstrekken van inlichtingen en/of gegevens en/ of aanwijzingen,
te weten de verplichting ingevolge artikel 10A Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikel 15 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting juncto artikel 68 lid 1 onder a Algemene Wet inzake rijksbelastingen,
(telkens) opzettelijk deze niet en/of, onjuist en/of onvolledig heeft verstrekt,
terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
immers
heeft genoemde rechtspersoon [naam bedrijf verdachte] . en/of haar mededader(s)
de in de hierboven vermelde regelgeving opgenomen verplichting tot het doen van een suppletie, door het (alsnog) verstrekken van de juiste en/of volledige inlichtingen en/of gegevens en/of aanwijzingen,
betrekking hebbende op de aangifte(n) voor de omzetbelasting over het/de aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2009 en/of 2e kwartaal 2009 en/of 3e kwartaal 2009 en/of 4e kwartaal 2009 en/of
1e kwartaal 2010 en/of 2e kwartaal 2010 en/of 3e kwartaal 2010 en/of 4e kwartaal 2010 en/of
1e kwartaal 2011 en/of 2e kwartaal 2011 en/of 3e kwartaal 2011 en/of 4e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2013,
(telkens) opzettelijk niet gedaan,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
de Besloten Vennootschap
[naam bedrijf verdachte] .
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 19 juni 2017
te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk de belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen,
te weten
betrekking hebbende op de aangifte(n) voor de omzetbelasting over het/de aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2009 en/of 2e kwartaal 2009 en/of 3e kwartaal 2009 en/of 4e kwartaal 2009 en/of
1e kwartaal 2010 en/of 2e kwartaal 2010 en/of 3e kwartaal 2010 en/of 4e kwartaal 2010 en/of
1e kwartaal 2011 en/of 2e kwartaal 2011 en/of 3e kwartaal 2011 en/of 4e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2013,
(telkens) (gedeeltelijk) niet, dan wel niet binnen de in de Belastingwet gestelde termijn heeft betaald, althans heeft doen of laten betalen,
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s),
(telkens) opzettelijk de belasting op de bovengenoemde/bedoelde aangiften omzetbelasting, welke op aangifte moet worden voldaan niet (volledig), althans
niet binnen de in de Belastingwet gestelde termijn voldaan en/of afgedragen aan de inspecteur der Belastingen te Rotterdam,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
2.
de Besloten Vennootschap
[naam bedrijf verdachte] .
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 8 april 2009 tot en met 25 april 2013
te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
(een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
te weten
(een) (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf verdachte] . (fiscaal nummer [nummer] )
betreffende de/het aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2009 en/of 2e kwartaal 2009 en/of 3e kwartaal 2009 en/of 4e kwartaal 2009 en/of
1e kwartaal 2010 en/of 2e kwartaal 2010 en/of 3e kwartaal 2010 en/of 4e kwartaal 2010 en/of
1e kwartaal 2011 en/of 2e kwartaal 2011 en/of 3e kwartaal 2011 en/of 4e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2013,
onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, en/althans heeft/hebben doen of laten doen door (een) ander(en),
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of genoemde rechtspersoon haar mededader(s)
(telkens) opzettelijk
op/in het/de bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Heerlen en/of elders in Nederland ingeleverde / gezonden aangifte(n) voor de omzetbelasting (telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) waarover omzetbelasting wordt berekend en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzetbelasting en/of te ho(o)g(e)
bedrag(en) aan voorbelasting en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan verschuldigde en/of te betalen omzetbelasting en/of een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te
laag bedrag aan belasting,
opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden,
terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe heeft/hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
en/of
de Besloten Vennootschap
[naam bedrijf verdachte] .
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 8 april 2009 tot en met 25 april 2013
te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) (een) (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf verdachte] . (fiscaal nummer [nummer] )
betreffende de/het aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2009 en/of 2e kwartaal 2009 en/of 3e kwartaal 2009 en/of 4e kwartaal 2009 en/of
1e kwartaal 2010 en/of 2e kwartaal 2010 en/of 3e kwartaal 2010 en/of 4e kwartaal 2010 en/of
1e kwartaal 2011 en/of 2e kwartaal 2011 en/of 3e kwartaal 2011 en/of 4e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2013,
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door (een) ander(en),
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of genoemde rechtspersoon haar mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
op/in die/dat (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) waarover omzetbelasting wordt berekend en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzetbelasting en/of te ho(o)g(e) bedrag(en) aan voorbelasting en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan verschuldigde en/of te betalen omzetbelasting en/of een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan belasting,
opgegeven en/of vermeld en/of geschreven, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden en/of schrijven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 8 april 2009 tot en met 25 april 2013
te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
(een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
te weten
(een) (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf verdachte] . (fiscaal nummer [nummer] )
betreffende de/het aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2009 en/of 2e kwartaal 2009 en/of 3e kwartaal 2009 en/of 4e kwartaal 2009 en/of
1e kwartaal 2010 en/of 2e kwartaal 2010 en/of 3e kwartaal 2010 en/of 4e kwartaal 2010 en/of
1e kwartaal 2011 en/of 2e kwartaal 2011 en/of 3e kwartaal 2011 en/of 4e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2013,
onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, en/althans heeft/hebben doen of laten doen door (een) ander(en),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
(telkens) opzettelijk
op/in het/de bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of Heerlen en/of elders in Nederland
ingeleverde / gezonden aangifte(n) voor de omzetbelasting
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) waarover omzetbelasting wordt berekend en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzetbelasting en/of te ho(o)g(e)
bedrag(en) aan voorbelasting en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan verschuldigde en/of te betalen omzetbelasting en/of een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te
laag bedrag aan belasting,
opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden,
terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe heeft/hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven;
en/of
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 8 april 2009 tot en met 25 april 2013
te Rotterdam en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) (een) (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf verdachte] . (fiscaal nummer [nummer] )
betreffende de/het aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2009 en/of 2e kwartaal 2009 en/of 3e kwartaal 2009 en/of 4e kwartaal 2009 en/of
1e kwartaal 2010 en/of 2e kwartaal 2010 en/of 3e kwartaal 2010 en/of 4e kwartaal 2010 en/of
1e kwartaal 2011 en/of 2e kwartaal 2011 en/of 3e kwartaal 2011 en/of 4e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2013,
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of vervalsen door (een) ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
op/in die/dat (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting
(telkens) (een) te la(a)g(e) bedrag(en) waarover omzetbelasting wordt berekend en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzetbelasting en/of te ho(o)g(e) bedrag(en) aan voorbelasting en/of (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan verschuldigde en/of te betalen omzetbelasting en/of een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te
laag bedrag aan belasting,
opgegeven en/of vermeld en/of geschreven, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden en/of schrijven,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.

Voetnoten

1.In het schriftelijk requisitoir op blz. 7 staat ten onrechte vermeld dat vrijspraak dient te volgen van het derde kwartaal 2012. De officier van justitie heeft deze stelfout tijdens het onderzoek ter terechtzitting verbeterd.