Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 uur, subsidiair 50 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest en tot een geldboete van € 7.500,-, subsidiair 70 dagen hechtenis.
4..Ontvankelijkheid officier van justitie
vermoedenvan opzet en een nadeelbedrag van € 100.000,- of meer. Aan dit uitgangspunt is in deze zaak voldaan. De omstandigheid dat achteraf op grond van de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek zou blijken dat het nadeel niet eenvoudig kan worden vastgesteld of lager is dan € 100.000,-, waarbij overigens het nadeel in deze zaak door de FIOD is berekend op een totaal van meer dan € 100.000,-, doet daar niet aan af. De discussie over de omvang van de benadeling kan worden gevoerd voor de strafrechter. Dit betekent dat de beslissing om de verdachte te vervolgen niet in strijd met het vervolgingsbeleid is genomen.
5..Waardering van het bewijs
6..Strafbaarheid feiten
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
98 (achtennegentig) urente verrichten taakstraf resteert;
49 dagen.