ECLI:NL:RBROT:2021:7575

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/619471 / JE RK 21-1478
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 29 juni 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die onder voogdij is gesteld van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 19 juli 2021. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten jeugdhulpinstelling en heeft een EMDR-traject afgerond. De GI heeft het verzoek tot machtiging ingediend, omdat er zorgen zijn over het gedrag en de betrouwbaarheid van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren.

Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, bijgestaan door haar advocaat, mr. N. Pieterse. De pleegmoeder heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de positieve ontwikkelingen van [voornaam minderjarige], maar ook naar de incidenten die hebben plaatsgevonden. De kinderrechter concludeert dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de hulp onttrekt en om haar de sturing te geven die zij nodig heeft. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 16 juli 2021.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/619471 / JE RK 21-1478
datum uitspraak: 29 juni 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2006 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam pleegmoeder] ,

hierna te noemen de pleegmoeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 27 mei 2021, ingekomen bij de griffie op 1 juni 2021;
- de verklaring d.d.27 mei 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 21 juni 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- het perspectiefplan van 25 juni 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de brief van [voornaam minderjarige] , overgelegd ter zitting.
Op 29 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
  • [voornaam minderjarige] die tevens voorafgaand aan de zitting is gehoord, bijgestaan door mr. N. Pieterse,
  • de pleegmoeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Bij beschikking van 5 februari 2016 is [voornaam minderjarige] onder voogdij gesteld van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond.
[voornaam minderjarige] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling te Harreveld.
Bij beschikking van 2 april 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 19 april 2021 tot 19 juli 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] heeft het EMDR-traject inmiddels afgerond en ze is over naar haar derde schooljaar. Daarnaast heeft ze een opleiding gevonden die haar leuk lijkt. De huidige zorgen liggen nu met name bij het gedrag van [voornaam minderjarige] en haar betrouwbaarheid. Deze zorgen hebben ertoe geleid dat haar verlof- en online rechten op pauze zijn gezet. Het is een grote voorwaarden voor een plaatsing op een open groep dat [voornaam minderjarige] om kan gaan met vrijheid. Op dit moment wordt er nog gezocht naar een open groep voor [voornaam minderjarige] .

De standpunten

Door en namens [voornaam minderjarige] is ingestemd met het verzoek van de GI. [voornaam minderjarige] ziet in dat een verlenging nu nog wel nodig is, maar hoopt eerder van de gesloten groep af te mogen als het beter met haar gaat. Dat ze dit nu inziet en ook zelf een brief heeft geschreven voor de rechter getuigt van verantwoordelijkheid en geeft vertrouwen voor de toekomst.
De pleegmoeder heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Het is jammer dat het laatste verlof met [voornaam minderjarige] niet door heeft kunnen gaan. [voornaam minderjarige] heeft nog veel behoefte aan contact met de pleegmoeder en haar biologische moeder. De pleegmoeder hoopt dat [voornaam minderjarige] de draad gaat oppakken en het vanaf nu beter gaat doen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter is van oordeel dat daarvan sprake is en overweegt daartoe het volgende.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] inmiddels geruime tijd in de gesloten setting verblijft. Op de zitting van 8 januari 2021 is vastgesteld dat er sprake was van een positieve ontwikkeling, maar dat [voornaam minderjarige] nog wel baat had bij de gesloten kaders om haar de sturing te geven die zij nodig had bij het opbouwen van haar vrijheden. In de afgelopen periode zijn er een aantal incidenten geweest waardoor de zorgen over het gedrag van [voornaam minderjarige] weer zijn toegenomen. Het is begrijpelijk dat [voornaam minderjarige] fouten maakt, maar het is wel belangrijk dat zij hieraan werkt, om stappen te kunnen zetten naar een normaal leven buiten de gesloten setting. Wanneer [voornaam minderjarige] wegloopt van de groep, dan raakt zij het vertrouwen dat ze in de afgelopen maanden met haar goede gedrag heeft opgebouwd direct weer kwijt.
Er zijn ook een aantal positieve ontwikkelingen. Zo heeft [voornaam minderjarige] haar EMDR-traject afgerond en is ze over naar haar volgende schooljaar. Het is daarnaast positief dat [voornaam minderjarige] nu ook zelf lijkt in te zien dat ze nog wel enige hulp nodig heeft en nog moet leren met vrijheden om te gaan. Het is daarbij begrijpelijk dat [voornaam minderjarige] graag bij haar biologische moeder wil wonen, maar dat is op dit moment niet aan de orde. De biologische moeder heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt, maar gelet op haar belaste voorgeschiedenis is het van belang dat [voornaam minderjarige] zich eerst op haar eigen ontwikkeling gaat richten en zelf goed in haar vel komt te zitten. Er wordt op dit moment gezocht naar een open groep voor [voornaam minderjarige] . De komende maanden moet [voornaam minderjarige] zich gaan inzetten voor haar leerdoelen en het nakomen van afspraken, zodat ze wanneer ze daar klaar voor is, kan doorstromen naar een open groep. De kinderrechter zal daarom de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 19 juli 2021 tot 19 januari 2022 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2021 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. den Breejen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.