Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 197 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
inde vagina niet bewezen kan worden. Wel acht de officier van justitie bewezen dat de verdachte, toen de destijds 7-jarige [naam slachtoffer] bij hem logeerde, ontuchtige handelingen bij haar heeft gepleegd door haar op haar buik en billen te kussen en te wrijven en door zijn penis
bijhaar vagina te brengen.
inhaar plassertje was geweest. Moeder en oma hebben enig fysiek onderzoek bij hun (klein)dochter gedaan en hebben daarbij niets ongewoons geconstateerd. Moeder heeft vervolgens via Whatsapp aan de verdachte gevraagd wat er was gebeurd en heeft met hem gedeeld wat haar dochter haar had verteld. Hierop heeft een whatsappgesprek tussen moeder en de verdachte plaatsgevonden, waarin de verdachte zegt dat hij ‘te ver is gegaan met een stom spelletje’ en waarin hij ontkent [naam slachtoffer] te hebben gepenetreerd of misbruikt. In het studioverhoor heeft [naam slachtoffer] verklaard dat de verdachte zijn piemel diep in haar plassertje heeft gedaan.
5..Strafbaarheid feit
6..Motivering straf
20 februari 2020. In dit rapport wordt geadviseerd, in het geval de rechtbank tot een veroordeling zou komen, een deels voorwaardelijke straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling en vermijden van contact met minderjarigen.
7..Vordering benadeelde partij
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
groot 73 (drieënzeventig) dagen, nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
[naam slachtoffer]niet-ontvankelijk in de vordering;