Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verdere verloop van de procedure
- het vonnis van 6 mei 2021, waarin het voornemen is geuit om een deskundige te benoemen;
- de akte van [eiseres] van 21 mei 2021;
- de brief van [gedaagde] van 20 juni 2021;
- de brief van [gedaagde] van 29 juli 2021;
- de brief van [eiseres] van 30 juni 2021;
- de brief van [gedaagde] van 7 juli 2021.
2..De verdere beoordeling
3..De beslissing
donderdag 23 september 2021de kantonrechter eenstemmig kunnen verzoeken om de procedure door te halen en bepaalt dat indien partijen vanwege schikkingsonderhandelingen meer tijd nodig hebben, zij eenstemmig op de rolzitting van
donderdag 23 september 2021om uitstel kunnen vragen;
donderdag 23 september 2021kunnen berichten, zodat de kantonrechter in dat geval de zaak in afwachting van dat onderzoek kan aanhouden;
donderdag 15 september 2021het voor de deskundige bestemde voorschot ad € 2.500,- overmaakt naar de bankrekening van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), waarvoor [gedaagde] een nota met betaalinstructies van het LDCR ontvangt;
donderdag 23 september 2021een betalingsbewijs dient over te leggen (of dit tevoren dient toe te zenden, zodat het uiterlijk op
woensdag 22 september 2021om 12.00 uur door de griffie is ontvangen), waaruit de betaling van bedoeld voorschot aan het LDCR blijkt;
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie);
- de deskundige het onderzoek pas na bericht van de griffier dat het voorschot is betaald dient aan te vangen;
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen;
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd;