Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De beschuldiging in de tenlastelegging
- zoenen op de lippen van die [naam slachtoffer] ,
- zoenen op/in de nek en/of op de oren, althans op het lichaam van die [naam slachtoffer] en/of
- aanraken bij de nek, schouders en/of borsten van die [naam slachtoffer]
- het onverhoeds tegen de billen slaan, zoenen en/of aanraken en/of
- fysieke overmacht en/of overwicht (van de verdachte ten opzichte van die [naam slachtoffer] ) en/of
- uit feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht.
- tegen het voorhoofd, althans het hoofd van die [naam slachtoffer] te slaan en/of
- meermalen (hard) tegen/op de billen van die [naam slachtoffer] te slaan.
2..Motivering vrijspraak
‘dit is gebruikelijk gedrag in de horeca’en/of
‘ik val helemaal niet op vrouwen’zijn deze omstandigheden in algemene zin zeker geen vrijbrief om dergelijke handelingen te verrichten. Wanneer echter alle omstandigheden van dit geval in ogenschouw worden genomen kan het ontuchtig karakter van de handelingen niet op overtuigende wijze worden vastgesteld. Daarbij speelt de wijze waarop in het restaurant met elkaar werd omgegaan zoals die blijkt uit vele verklaringen zoals die bij de politie en de rechter-commissaris zijn afgelegd een rol.