Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden met aftrek van voorarrest;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 22/000924-19, nu het onderhavige feit niet is begaan in de proeftijd.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 maart 2020 te Nieuw-Lekkerland, gemeente Molenlanden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een woning/pand gelegen aan de [adres delict] ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om geld en/of goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel een (achter)deur van die woning/dat pand heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.