ECLI:NL:RBROT:2021:7501

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juli 2021
Publicatiedatum
30 juli 2021
Zaaknummer
10/751130-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor mensensmokkel door gebrek aan bewijs van identiteit, verblijfstatus en reisdoel van betrokken personen

In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensensmokkel, heeft de rechtbank Rotterdam op 28 juli 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd behulpzaam te zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk en verblijf in Nederland voor vijf personen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Tijdens de zitting op 14 juli 2021 werd het bewijs besproken, waaronder chatberichten op de telefoon van de verdachte die zouden wijzen op zijn betrokkenheid bij de smokkel.

De feiten wijzen op een controleactie door de politie en de Koninklijke Marechaussee op 16 en 17 augustus 2020, waarbij de verdachte in een taxibusje zat dat in de buurt van een rangeerterrein rondreed. Vijf personen sprongen uit het busje en renden het terrein op, maar konden niet worden aangehouden. Hierdoor kon hun identiteit, verblijfstatus en reisdoel niet worden vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er sterke aanwijzingen waren dat de personen op weg waren om illegaal de grens naar het Verenigd Koninkrijk te passeren, het niet bewezen kon worden dat hun toegang of verblijf wederrechtelijk was.

Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken, vooral als het gaat om de identiteit en status van betrokken personen. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/751130-20
Datum uitspraak: 28 juli 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. I. Amghar, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 juli 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. al Mansouri heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Het ten laste gelegde kan worden bewezen, zowel ten aanzien van het behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk, als ten aanzien van het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland. De verdachte moet hebben geweten dat de doorreis en het verblijf van de vijf personen met wie hij in het taxibusje is gestapt wederrechtelijk was. De chatberichten die op de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen vormen daarvoor het meest objectieve bewijsmiddel. Ondanks de door de verdachte afgelegde verklaring dat die berichten over een andere zaak gingen, kunnen die berichten niet op een andere manier worden geïnterpreteerd.
4.1.2.
Beoordeling
Op de avond van 16 augustus 2020 en in de nacht van 16 op 17 augustus 2020 vond er een gezamenlijke controleactie plaats door de politie en de Koninklijke Marechaussee bij het rangeerterrein aan de Moezelweg in Europoort Rotterdam. Zes dagen per week rijdt de zogenoemde Poznantrein vanuit Polen via dat rangeerterrein waar een tussenstop moet worden gemaakt naar het terrein van P&O Ferries. Het rangeerterrein is zoveel mogelijk afgezet met hekken, maar er zijn punten waar dat niet mogelijk is. Die zwakke plekken zijn eerder gebruikt door inklimmers om op het rangeerterrein te komen, in de Poznantrein te klimmen tijdens de stop en vervolgens op een boot illegaal de grens naar het Verenigd Koninkrijk te passeren.
Tijdens de controle is een Mercedes-Benz taxibusje opgevallen dat in de buurt van het rangeerterrein rondjes heeft gereden en stil heeft gestaan bij een Tango pompstation waarvan de shop gesloten was. Volgens de dienstregeling zou de Poznantrein rond 00:35 uur het rangeerterrein moeten bereiken. Toen de trein vervolgens rond 00:40 uur aankwam, stopte het taxibusje op het punt waar de Moezelweg het spoor kruist. De zijdeur werd geopend en er sprongen vijf personen uit het voertuig die het rangeerterrein op renden.
Het taxibusje kreeg een stopteken van de Koninklijke Marechaussee. Naast de taxichauffeur zat de verdachte voorin dat busje aan de passagierszijde. De verdachte is aangehouden. Hij heeft verklaard dat hij door vijf personen die de Albanese taal spraken is gevraagd om hen te helpen bij het regelen van een taxi en het tolken tussen hen en de taxichauffeur. De verdachte heeft volgens eigen zeggen voor zijn diensten vijftig euro betaald gekregen.
In de telefoon van de verdachte is een gesprek aangetroffen dat via het programma Messenger is gevoerd in de Albanese taal. In dat gesprek zegt de verdachte dat er op die plek veel politie is, dat ze daardoor niet te lang op een plek kunnen staan, dat de taxi niet langer dan vijf minuten bij een tankstation kan staan en zegt de verdachte tegens zijn gesprekspartner dat een derde persoon voor hem moet kijken en het moet zeggen “als die komt” en dat hij dan vertrekt. Als de verdachte aan het einde van het gesprek vertelt dat hij wordt achtervolgd en door de politie is opgepakt, zegt zijn gesprekspartner dat hij het gesprek met hem moet wissen. Het lijkt er sterk op dat de verdachte sprak over en wachtte op de Poznantrein.
Nadat de verdachten in het taxibusje waren aangehouden, is er gezocht naar de vijf personen die uit het taxibusje zijn gestapt. Er is nog waargenomen dat die personen over de A15 renden, maar zij zijn ontkomen. Omdat zij niet zijn aangehouden kon hun identiteit, hun verblijfsstatus en hun reisdoel niet worden vastgesteld.
De hierboven geschetste feiten en omstandigheden leveren sterke aanwijzingen op dat die personen op weg waren om illegaal de grens naar het Verenigd Koninkrijk te passeren. Echter, nu hun identiteit, verblijfstatus en reisdoel niet zijn vastgesteld, kan niet bewezen worden verklaard dat het ging om personen voor wie de toegang tot het Verenigd Koninkrijk en/of verblijf in Nederland wederrechtelijk was. Daarom dient de verdachte te worden vrijgesproken.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Ch. Vogtschmidt, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en D. van Dooren, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, in of omstreeks de periode van 16 augustus 2020 tot en met 17 augustus 2020 te Europoort Rotterdam, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander of anderen, te weten vijf, althans één of meer, personen, met de Albanese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
door
- een taxibusje te regelen (met kenteken [kentekennummer] en/of
- bovengenoemde personen in genoemd taxibusje te (laten) vervoeren door Nederland richting Europoort Rotterdam en/of om (vervolgens) bovengenoemde personen bij een rangeerterrein aan de Moezelweg Europoort uit te laten stappen waardoor bovengenoemde personen op dat rangeerterrein in de daar aanwezige container(s) en/of voertuigen konden klimmen om (vervolgens) per boot naar het Verenigd Koninkrijk te reizen, en/of
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf in Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was.