In deze zaak heeft het CAK, een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan, een vordering ingesteld tegen [naam gedaagde] voor de betaling van een achterstallige eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf, vastgesteld op € 52,51. De gedaagde heeft betoogd dat zij de gevorderde bedragen reeds heeft betaald, maar het CAK heeft dit betwist en gesteld dat de betalingen zijn gestorneerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde geen bezwaar heeft gemaakt tegen de vaststelling van de eigen bijdrage en dat de vordering van het CAK dus vaststaat. De kantonrechter heeft de vordering van het CAK toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 15 januari 2021.