Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
, h.o.d.n. [naam horecagelegenheid] ,
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, door de rechtbank ontvangen op 23 december 2020, met producties;
- het verweerschrift met producties.
2..De vaststaande feiten
Primair: Verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek;
Subsidiair: De termijn waarbinnen het gehuurde moet worden ontruimd te verlengen tot 30 oktober 2021, althans een redelijke termijn; […]”.
3..Het geschil
ne bis in idem-beginsel.
4..De beoordeling
ne bis in idem. Dat er eerder een procedure is geweest (die in wezen nog doorloopt) kan niettemin een rol spelen bij de vraag of sprake is van misbruik van procesrecht, door op dezelfde gronden een identiek verzoek tegenover dezelfde wederpartij in te stellen. In dat kader heeft het
ne bis in idem-beginsel tóch een plek in het civiele procesrecht, en dient dan zo begrepen te worden dat het recht om een bepaalde rechtsvordering in te stellen - in dit geval een verzoek – te niet is gegaan doordat [verzoekster] al eerder op dezelfde gronden eenzelfde verzoek heeft ingesteld. Van belang in dit verband is dat dit eerdere verzoek ook inhoudelijk is behandeld.