Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 16 april 2020;
- het bericht met bijlagen van de man van 13 mei 2020;
- het (voorwaardelijk) verweerschrift tevens zelfstandig verzoek van de vrouw, ingekomen op 2 oktober 2020;
- het verweerschrift op het zelfstandig verzoek tevens houdend een aanvullend verzoek met bijlagen van de man, ingekomen op 12 november 2020;
- het (voorwaardelijk) verweerschrift op aanvullend verzoek van de vrouw, ingekomen op 16 december 2020;
- het bericht van de man van 18 maart 2021;
- het bericht houdende aanvullende verzoeken met bijlagen van de zijde van de vrouw van 4 juni 2021;
- het verslag van de bijzondere curator, ingekomen op 7 juni 2021;
- het bericht van de man van 8 juni 2021.
- de man met zijn advocaat;
- de vrouw is vanwege haar gewone verblijfplaats in Canada via een telefoonverbinding gehoord;
- de advocaat van de vrouw;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam 1] ;
- de bijzondere curator [naam 2] .
2..De beoordeling
Matrimonial assets defined
case law”). Hieruit volgt dat in beginsel de datum van feitelijk uiteengaan wordt gehanteerd als peildatum voor de omvang en waardering. De rechter mag hiervan echter afwijken op grond van de redelijkheid en billijkheid. Afhankelijk van het type activa kan een andere peildatum worden gehanteerd.
De rechtbank passeert de stelling van de man. Op grond van artikel 10:127 BW wordt het goederenrechtelijke regime met betrekking tot een zaak beheerst door het recht van de staat op welk grondgebied de zaak zich bevindt. Tussen partijen bestaat geen geschil over een zakelijk recht op de woning in Texas. De eigendom van deze woning is tussen partijen niet in geschil. Tussen partijen is in geschil of de verkoopopbrengst van de woning die de man vóór het huwelijk heeft verkocht, privégeld van de man betreft en of hij een vergoedingsrecht heeft omdat hij van die verkoopopbrengst USD 62.000,- heeft aangewend ter aankoop van de woning in Texas. Deze vraag kan worden gekwalificeerd als een vraag op het gebied van huwelijksvermogensrecht. Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.10.4. stelt de rechtbank vast dat op het huwelijksvermogensregime van partijen het recht van Nova Scotia van toepassing is.
3..De beslissing
1 oktober 2021 PRO FORMA, met het verzoek aan partijen tijdig vóór de pro forma-datum de rechtbank te berichten over de voortgang van de procedure en hun verdere processuele wensen