Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en de reactie daarop
3.De ontvankelijkheid van het verzoek
4.De beslissing
mr. C.P. van Gastel.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 juli 2021 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van de Stichting Golfo Azzurro tegen mr. C.P. van Gastel, senior rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek werd ingediend naar aanleiding van een mondelinge behandeling die op 26 mei 2021 had plaatsgevonden in een civiele procedure tussen Shipyard van Laar B.V. en de verzoekster. De verzoekster voelde zich vooringenomen behandeld door de kantonrechter en voerde aan dat de gang van zaken tijdens de zitting haar een gevoel van vooringenomenheid had gegeven. Ze had het proces-verbaal van de zitting pas twee dagen voor de wrakingszitting ontvangen, wat haar in de weg stond om tijdig een wrakingsverzoek in te dienen. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de gewraakte uitlatingen en gedragingen op de zitting van 26 mei 2021 plaatsvonden, terwijl het verzoek pas op 22 juni 2021 werd ingediend. De rechtbank concludeerde dat verzoekster niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar wrakingsverzoek.