Ter adstructie van het wrakingsverzoek heeft verzoeker - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd:
In het schrijven d.d. 21 juni 2021 staan de volgende zes wrakingsgronden:
De rechter weigerde een mondelinge behandeling, terwijl verzoeker daar recht op heeft.
De rechter heeft het eerste verzoekschrift van verzoeker ongemotiveerd retour gezonden (rechtsweigering).
In onderhavige procedure is een advocaat niet verplicht bij de Rechtbank Den Haag. Toch weigert de Rechtbank Rotterdam en de rechter deze gang van zaken te erkennen.
Het inzagerecht voor het jeugdzorgdossier van een ouder is verankerd in het Privacyreglement. Deze is nota bene eenvoudig online te vinden op de website van Jeugdzorg Nederland.
De rechter heeft eerder het verzoekschrift oneigenlijk afgewezen d.d. 11 september 2020.
In artikel 4 van de Code zaakstoedeling wordt gesteld dat zaken in beginsel willekeurig worden toebedeeld. Uitzondering daarop is de toewijzing aan een specifieke rechter vanwege de complexiteit van een zaak.
Op de zitting van 22 juni 2021 heeft verzoeker nog een vijftal wrakingsgronden gesteld:
7. Proceskosten: het eerste verzoekschrift is retour gezonden. Verzoeker heeft recht op verletkosten.
8. Het ligt niet voor de hand om in een identieke zaak drie keer dezelfde rechter te krijgen. De kans is klein dat de zaak aan dezelfde rechter wordt toebedeeld. Dat zou in strijd zijn met de Code zaakstoedeling. De rechter moet dan zelf in de spiegel gaan kijken. Dit is meer een moreel appel.
9. De Rotterdamse wrakingskamer heeft nooit een verzoek van verzoeker gehonoreerd, hetgeen statistisch gezien zeer onwaarschijnlijk is, omdat verzoeker in de afgelopen 10 jaar herhaaldelijk bij het Hof Den Haag met succes rechters heeft gewraakt. Er zijn daarnaast ook zaken verwezen naar de Rechtbank Den Haag.
10. De laatste zin van alinea vier van de brief van de rechter van 15 juni 2021 is niet helemaal goed geformuleerd. We hebben juist de Code zaakstoedeling en de rechter maakt er de Code zaakstoeëigening van.
11. Het is flauw en kinderachtig om verzoeker grammaticaal te verbeteren.
2.2
De rechter heeft niet in de wraking berust en heeft verzocht verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. In procedures waarin procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht is, is ondertekening van het schriftelijke wrakingsverzoek door een advocaat verplicht. Het wrakingsverzoek is niet (mede) ondertekend door een advocaat. De advocaat heeft zich zelfs onttrokken. Daarnaast is het wrakingsverzoek niet tijdig ingediend.
Ten aanzien van de inhoudelijke gronden heeft de rechter verzocht het verzoek af te wijzen. De rechter bestrijdt deels de feitelijke grondslag van het verzoek en heeft overigens te kennen gegeven dat geen sprake is van een omstandigheid die een grond tot wraking kan opleveren.