ECLI:NL:RBROT:2021:7398

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
29 juli 2021
Zaaknummer
621975 / HA RK 21-806
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van de rechter-commissaris in faillissementszaak ReCell B.V.

Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek tot verschoning van mr. M. Aukema, rechter-commissaris in het faillissement van ReCell B.V. Dit faillissement werd eerder uitgesproken op 2 oktober 2018, waarbij mr. C. de Jong was benoemd tot rechter-commissaris. Na een beschikking op 1 oktober 2020 werd mr. Aukema in de plaats van mr. C. de Jong benoemd. Op 12 juli 2021 diende mr. Aukema een schriftelijk verzoek in om zich te mogen verschonen van de behandeling van het faillissement, specifiek met betrekking tot het horen van een getuige, de heer [naam]. De reden voor dit verzoek was dat zowel de rechter als de getuige lid zijn van het bestuur van de Stichting Insolventie Mediation en in dit verband samenwerken.

De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning beoordeeld aan de hand van de waarborging van de onpartijdigheid van de rechter. Hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, kunnen uitzonderlijke omstandigheden aanleiding geven tot een vrees voor vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het verzoek tot verschoning, een zwaarwegende aanwijzing opleverden voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Daarom werd het verzoek van mr. Aukema toegewezen.

De rechtbank heeft beslist dat mr. M. Aukema zich in zijn hoedanigheid van rechter-commissaris in het faillissement van ReCell B.V. mag verschonen voor zover het gaat om het verzoek tot het horen van de heer [naam] en het eventueel bij toewijzing daarvan te houden getuigenverhoor. Deze beslissing is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters op 15 juli 2021.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 621975 / HA RK 21-806
Beslissing van 15 juli 2021
op het verzoek van:
mr. M. Aukema,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team insolventie (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in zijn hoedanigheid van rechter-commissaris in het faillissement van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
ReCell B.V.
kantoorhoudende te [adres]
,
statutair gevestigd te Rotterdam.

1.Het procesverloop en de processtukken

Bij vonnis van 2 oktober 2018 van deze rechtbank is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ReCell B.V. in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. C. de Jong tot rechter-commissaris in dat faillissement. Die procedure heeft als kenmerk C/10/18/364 F. Bij beschikking van 1 oktober 2020 van deze rechtbank is de rechter in de plaats van mr. C. de Jong benoemd tot rechter-commissaris.
Op 12 juli 2021 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het vonnis van 2 oktober 2018 en de beschikking van 1 oktober 2020 van deze rechtbank.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
De curator in dit faillissement, mr. M.S. Breeman, heeft de rechter verzocht een derde persoon als getuige te horen, te weten de heer [naam] (hierna: [naam] ). [naam] en de rechter zijn beide lid van het bestuur van de Stichting Insolventie Mediation (SIM) en werken in dit verband samen. De rechter is om die reden van mening dat hij het verzoek tot het horen van [naam] alsmede het eventueel bij toewijzing daarvan te houden getuigenverhoor niet kan behandelen in zijn rol als rechter-commissaris in het faillissement.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de behandeling van de zaak voor zover het betreft het verzoek tot het horen van [naam] alsmede het eventueel bij toewijzing daarvan te houden getuigenverhoor, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. M. Aukema zich in zijn hoedanigheid van rechter-commissaris in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ReCell B.V. met kenmerk C/10/18/364 F te mogen verschonen voor zover het gaat om (kwesties met betrekking tot) het verzoek tot het horen van [naam] alsmede het bij toewijzing daarvan te houden getuigenverhoor.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter, mr. A. Buizer en mr. M.G.L. de Vette, rechters en door de voorzitter en mr. Y. Doğanyiğit, griffier ondertekend op 15 juli 2021.