ECLI:NL:RBROT:2021:7397

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2021
Publicatiedatum
29 juli 2021
Zaaknummer
620525 / HA RK 21-716
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van een rechter in een civielrechtelijke procedure met betrokkenheid van FNV

In de civielrechtelijke procedure met kenmerk C/10/599847 / HA ZA 20-648 heeft mr. W.J.J. Wetzels, rechter in de rechtbank Rotterdam, op 18 juni 2021 een verzoek tot verschoning ingediend. Dit verzoek is gedaan omdat de rechter in het verleden bijna 30 jaar geleden werkzaam is geweest bij de FNV, een van de eisende partijen in de zaak. De rechter heeft aangegeven dat hij zich niet vrij voelt om de zaak te behandelen, gezien zijn huidige bezoldigde nevenactiviteiten voor de FNV, waaronder het voorzitterschap van de Permanente Geschillencommissie en de Klachtencommissie van de FNV. De rechtbank heeft de omstandigheden van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn voor subjectieve partijdigheid van de rechter. Echter, de betrokkenheid van de rechter bij de FNV en zijn verzoek tot verschoning zelf, leveren een zwaarwegende aanwijzing op dat de vrees voor onpartijdigheid objectief gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot verschoning toegewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 620525 / HA RK 21-716
Beslissing van 22 juni 2021
op het verzoek van:
mr. W.J.J. Wetzels,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 1 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
1. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
INTERNATIONAL TRANSPORT WORKERS' FEDERATION,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
2. de vereniging
NAUTILUS INTERNATIONAL,
gevestigd te Rotterdam,
3. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
VEREINTE DIENSTLEITUNGSGEWERKSCHAFT,
gevestigd te Berlijn, Duitsland,
4. de vereniging
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, optredende zowel pro se als in hoedanigheid van vertegenwoordiger van tot haar achterban behorende havenwerkers,
gevestigd te Utrecht,
eiseressen,
advocaat mr. R.J. Wybenga te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARLOW NAVIGATION NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaat mr. S.A. Tan te Rotterdam,
2. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
MARLOW NAVIGATION COMPANY LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
advocaat mr. S.A. Tan te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXPERT SHIPPING B.V.,
gevestigd te Harlingen,
advocaat mr. R.C.A. van 't Zelfde te Rotterdam,
gedaagden,
en in welke zaak bij vonnis van 23 december 2020 aan de navolgende partijen is toegestaan zich te voegen aan de zijde van gedaagden:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BG FREIGHT LINE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAMSKIP B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
UNIFEEDER A/S,
gevestigd te Aarhus, Denemarken,
4. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
EUCON SHIPPING & TRANSPORT LTD.,
gevestigd te Dublin, Ierland,
5. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
X-PRESS CONTAINER LINE (UK) LTD.,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
advocaat mr. G.W. van der Voet te Rotterdam.

1.Het procesverloop en de processtukken

In de bij deze rechtbank aanhangige civielrechtelijke procedure met kenmerk C/10/599847 / HA ZA 20-648 tussen de hierboven genoemde procespartijen zijn de partijen bij brieven van de griffier van 4 maart 2021 opgeroepen voor een mondelinge behandeling ter zitting van de meervoudige kamer op 13 juli 2021. In die brieven is aan partijen meegedeeld dat in die meervoudige kamer onder meer de rechter zitting zal nemen.
Op 18 juni 2021 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven civielrechtelijke procedure.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
De meervoudige kamer die op 13 juli 2021 de zaak zal behandelen wordt voorgezeten door mr. P.A.M. Schouwenburg- Laan, terwijl mr. C. Sikkel en de rechter als leden van de combinatie zullen optreden. De rechter is ingedeeld voor de zitting zonder dat hij wist wie de partijen in de zaak waren en wat de inzet van de procedure was. Pas nadat de namen van de behandelend rechters aan partijen bekend waren gemaakt, is de rechter bij de voorbereiding van de zaak op het probleem gestuit dat FNV een van de eisende partijen in de zaak is.
2.1.2.
In het verleden, inmiddels bijna 30 jaar geleden, is de rechter werkzaam geweest bij de FNV als medewerker van de toenmalige Rechtskundige Dienst van de FNV op het kantoor Rotterdam. Na zijn overstap naar de rechterlijke macht in 1992 is de rechter voor de FNV allerlei nevenactiviteiten blijven verrichten. Tot op de dag van vandaag is de rechter voorzitter van de Permanente Geschillencommissie van de FNV, die belast is met de behandeling van arbeidsgeschillen die rijzen tussen FNV als werkgever en medewerkers van FNV als werknemer. Tevens is de rechter nu nog steeds voorzitter van de Klachtencommissie van de FNV, die klachten behandelt van leden van de FNV die niet tevreden zijn over de dienstverlening door FNV. Die nevenactiviteiten van de rechter, die bezoldigd zijn, zijn ook vermeld in het register van nevenfuncties op rechtspraak.nl.
2.1.3.
Door deze bezoldigde nevenfuncties ten behoeve van FNV voelt de rechter zich niet vrij om de zaak te behandelen waarin FNV als een van de eisende partijen optreedt. Door zijn betrokkenheid bij de FNV kan bij partijen de vrees ontstaan dat de rechterlijke onpartijdigheid schade lijdt.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. W.J.J. Wetzels zich in de civielrechtelijke procedure met kenmerk C/10/599847 / HA ZA 20-648 van de in de kop van deze beslissing genoemde procespartijen te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.P. Hameete, voorzitter, mr. A.M.H. Geerars
en mr. P. Joele, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend op
22 juni 2021.
Verzonden op:
aan:
- mr. W.J.J. Wetzels
- mr. R.J. Wybenga
- mr. S.A. Tan
- mr. R.C.A. van 't Zelfde
- mr. G.W. van der Voet