ECLI:NL:RBROT:2021:7326

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
C/10/620055 / FA RK 21-4468
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënte met neurocognitieve stoornis

Op 15 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beschikking gegeven over de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënte, geboren op [geboortedatum cliënte], op verzoek van het CIZ. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het gedrag van cliënte, die lijdt aan een ongespecificeerde neurocognitieve stoornis. Cliënte is sinds 2017 bekend met neurocognitieve achteruitgang, maar de laatste weken is haar toestand verslechterd. Ze vertoont agressief gedrag en is gedesoriënteerd, wat leidt tot een onveilige situatie voor haarzelf en anderen. De burgemeester van Brielle had op 9 juni 2021 een last tot inbewaringstelling genomen, waarna het CIZ op 11 juni 2021 verzocht om een machtiging tot voortzetting van deze inbewaringstelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juni 2021 is gebleken dat cliënte 24-uurs zorg en begeleiding nodig heeft, wat niet meer kan worden geboden door de ambulante hulpverlening. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 27 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/620055 / FA RK 21-4468
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 juni 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënte],
geboren op [geboortedatum cliënte],
hierna: cliënte,
wonende en verblijvende te [woonplaats cliënte],
advocaat mr. G.J. Schipper-de Bruijn te Spijkenisse.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 11 juni 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de beschikking van de burgemeester van 9 juni 2021;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam 1], arts, van 9 juni 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 juni 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • cliënte met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], verzorgende, verbonden aan Careyn,
  • [naam 3], dochter van cliënte.

2..Beoordeling

2.1.
Op 9 juni 2021 heeft de burgemeester van de gemeente Brielle ten behoeve van cliënte een last tot inbewaringstelling genomen. Op 11 juni 2021 heeft het CIZ verzocht met betrekking tot cliënte een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling te verlenen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat dit ernstig nadeel wordt veroorzaakt door het gedrag van cliënte als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening, te weten ongespecificeerde neurocognitieve stoornis. Tevens is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, bedreiging van de veiligheid van cliënte al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Cliënte zou vanaf 2017 reeds bekend zijn met neurocognitieve achteruitgang, echter de laatste vier weken is de achteruitgang toegenomen. Cliënte wil naar de woning van haar ouders en denkt nu in Rockanje te verblijven. Ook is cliënte (verbaal) agressief naar haar echtgenoot en dochter en herkent op momenten haar echtgenoot niet, waardoor zij emotioneel en verward raakt. Cliënte is gedesoriënteerd in tijd en plaats, verdwaalt in de wijk zonder haar echtgenoot en zij weigert iedere vorm van thuiszorg. De echtgenoot is overbelast geraakt en kan de zorg voor cliënte niet meer dragen. Cliënte behoeft 24 uurs zorg, begeleiding en structuur hetgeen haar binnen de huidige instelling geboden kan worden.
2.3.
Om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden is
voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk. Dit middel is ook geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden en er zijn geen minder ingrijpende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat cliënte behoefte heeft aan intensieve 24-uurs zorg, toezicht en begeleiding op een psychogeriatrische afdeling. De mogelijkheden binnen de ambulante hulpverlening zijn niet meer toereikend en het steunsysteem is overbelast geraakt.
2.4.
Cliënt verzet zich tegen een voortzetting van haar verblijf het verblijf in de accommodatie. Cliënte vindt het niet fijn binnen de instelling.
2.5.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes weken.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van [naam cliënte] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 juli 2021.
Deze beschikking is op 15 juni 2021 mondeling gegeven door mr. W.J. van den Bergh, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier, en op 22 juni 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.