ECLI:NL:RBROT:2021:7294

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 juni 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
C/10/618383 / FA RK 21-3686
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en verslavingsstoornissen

Op 2 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en verslavingsstoornissen. De officier van justitie had op 12 mei 2021 een verzoek ingediend voor deze zorgmachtiging, aansluitend op een eerdere machtiging die op 23 december 2020 was verleend. De betrokkene vertoont ernstig gedrag dat leidt tot risico op lichamelijk letsel en psychische schade, mede door het gebruik van middelen zoals alcohol en drugs. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene en zijn advocaat aanwezig, evenals een arts van GGZ Delfland. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling te accepteren. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg noodzakelijk geacht, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend met ingang van 2 juni 2021 en geldt tot en met 2 juni 2022. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt op 14 juni 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/618383 / FA RK 21-3686
Externe referentie: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 juni 2021 betreffende een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene],
advocaat mr. W.L. Catsman te Capelle aan den IJssel.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 mei 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 4 mei 2021;
  • de niet ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 21 april 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juni 2021.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], arts, verbonden aan GGZ Delfland.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 23 december 2020 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 11 juni 2021. Op 12 mei 2021 heeft de officier een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft een chronische ontsteking van de alvleesklier door alcoholmisbruik. Hij ervaart forse pijnklachten, waar hij dagelijks morfinepreparaten voor gebruikt. Ook heeft hij diabetes mellitus waar dagelijkse controles en medicatie voor nodig is. Hij is van november 2020 tot maart 2021 opgenomen geweest. In die periode is hij driemaal kort met ontslag geweest maar werd hij steeds binnen enkele dagen weer opgenomen omdat er zorgen waren over zijn somatische toestandsbeeld en psychotische overschrijdingen. In de afgelopen jaren is betrokkene 40 kilo afgevallen. De psychotische klachten worden bij betrokkene geluxeerd door het gebruik van verschillende middelen zoals cannabis, opioïden, alcohol, amfetaminen en cocaïne. Recent heeft een psychotische episode geleid tot een ziekenhuisopname vanwege een ontregelde diabetes met hypoglycemieën. Bij toename van psychotische klachten veroorzaakt betrokkene forse overlast in zijn omgeving en kan hij dreigend agressief en onaangenaam zijn. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen voor psychotische symptomen. De zorgverantwoordelijke geeft aan dat alcoholabstinentie noodzakelijk is omdat betrokkene anders vrijwel direct in levensgevaar kan komen. Bij betrokkene is wel sprake van enig ziektebesef en -inzicht waarbij hij zelf aangeeft onredelijk te worden na het gebruik van drugs.
2.4.
Om de geestelijke en fysieke gezondheid van betrokkene dusdanig te stabiliseren en herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de arts dat betrokkene psychotisch en onaangenaam gedrag vertoont bij drugsgebruik. Op dat moment verliest hij de controle over zichzelf en staat hij niet open voor begeleiding. Betrokkene staat op een wachtlijst voor langdurig begeleid wonen. Ter overbrugging van die periode zal betrokkene een plek in een crisisopvang krijgen, waar hij ook beschermd wordt tegen middelengebruik.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid: in geval van een opname;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen: het accepteren van en meewerken aan ambulante zorg in de thuissituatie;
  • het opnemen in een accommodatie: bij decompensatie, wanneer de ambulante zorg niet meer volstaat.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht, het toedienen van voeding en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 juni 2022;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 2 juni 2021 mondeling gegeven door mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter, in tegenwoordigheid van S. Plaisier-van Welie, griffier, en op 14 juni 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.