ECLI:NL:RBROT:2021:7284

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
9267984 VV EXPL 21-260
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over afgifte motorfiets in huurkoopovereenkomst

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2021, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen Santander Consumer Finance Benelux B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiser, Santander, vorderde de teruggave van een motorfiets (Kawasaki Z 1000) die in huurkoop was verworven door de gedaagde. De gedaagde had de motorfiets niet teruggegeven na ontbinding van de overeenkomst wegens wanbetaling. Santander stelde dat zij de juridische eigenaar was van de motorfiets en dat de gedaagde in gebreke was gebleven met de afgifte, ondanks herhaalde verzoeken en een aangifte van verduistering. De kantonrechter oordeelde dat Santander een spoedeisend belang had bij de vordering, omdat de waarde van de motorfiets dagelijks afnam. De rechter wees de vordering toe, waarbij de gedaagde werd bevolen de motorfiets terug te geven en een dwangsom werd opgelegd voor het geval hij in gebreke bleef. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de rechten van de verhuurder in een huurkoopovereenkomst en de verplichtingen van de huurder.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9267984 VV EXPL 21-260
uitspraak: 21 juli 2021
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Santander Consumer Finance Benelux B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders te Harderwijk,
tegen:
[gedaagde],
h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Santander’ en ‘[gedaagde]’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
• de dagvaarding van 15 juni 2021, met producties;
• een e-mailbericht van [gedaagde] van 5 juli 2021, met bijlagen.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 juli 2021. Aan de zijde van de eisende partij is mr. H.J.M. Hofman verschenen namens de gemachtigde; [gedaagde] is in persoon verschenen. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Santander en [gedaagde], [gedaagde] daarbij handelend in de uitoefening van zijn eenmanszaak [handelsnaam], hebben op 4 mei 2017 een financial lease overeenkomst met elkaar gesloten. Kern van deze overeenkomst was dat [gedaagde] een motorfiets van het merk Kawasaki, type Z 1000 met kenteken [kentekennummer ] (hierna ook: ‘de motor’) in huurkoop heeft verworven en zich heeft verbonden de aanschafprijs, vermeerderd met een overeengekomen kredietvergoeding, in 48 termijnen te voldoen.
2.2
Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Financial Lease (Huurkoop) van Santander (hierna: ‘de algemene voorwaarden’) van toepassing. Hierin is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) 2. Leasegever heeft het recht deze overeenkomst zonder gerechtelijke tussenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden te verklaren en zich weer in het bezit van het Object te stellen indien:
a. Leasenemer enige verplichting uit deze overeenkomst, na deugdelijke ingebrekestelling, niet, niet op tijd of niet ten volle nakomt; (…)
k. Leasenemer de tot zekerheid verbonden zaak heeft verduisterd; (…)
7. Het Object blijft eigendom van Leasegever zolang Leasenemer niet alle krachtens deze overeenkomst aan Leasegever verschuldigde bedragen volledig aan Leasegever heeft betaald. Eerst door algehele betaling van voornoemde bedragen gaat de eigendom van rechtswege over op Leasenemer. (…)
13. In de gevallen bedoeld in artikel 2 dient de Leasenemer het Object onverwijld aan Leasegever te overhandigen, dan wel dient Leasenemer het Leasegever mogelijk te maken om zich in het bezit van het Object te stellen op een door Leasegever te bepalen wijze. (…)
2.3
In een brief van Santander van 5 juni 2018 gericht aan [gedaagde] is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Ondanks diverse verzoeken daartoe hebben wij tot op heden geen betaling ontvangen voor het achterstallige saldo welke thans € 587,13 bedraagt.
Wij stellen u in gebreke en sommeren u het achterstallige saldo binnen 5 dagen na heden te voldoen, bij gebreke waarvan onze totale vordering direct en volledig opeisbaar zal zijn. U kunt gebruik maken van rekeningnummer [bankrekeningnummer]. Als kenmerk graag uw klantnummer vermelden.
Dan beëindigen wij reeds nu voor alsdan de overeenkomst wegens wanbetaling en zult u de DEFAULT Z met [kentekennummer ] moeten inleveren. (…)
2.4
Na de onder 2.3 bedoelde ontbinding van de overeenkomst heeft [gedaagde] de motor niet afgegeven aan Santander, ook niet na tussenkomst van een recherchebureau. Santander heeft daarom aangifte van verduistering gedaan.

3..De vordering

3.1
Santander vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening:
[gedaagde] te bevelen tot teruggave althans afgifte van de aan Santander verpande roerende zaak, te weten: een Kawasaki Z 1000 met kenteken [kentekennummer ], met sleutels, kentekenbewijzen en al hetgeen blijkens de overeenkomsten deel uitmaakt van het huurkoopobject;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 250,- per dag met een maximum van € 8.000,-, voor elke dag dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis met de nakoming van de hiervoor gevorderde veroordeling onder sub A in gebreke blijft;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Aan haar vorderingen legt Santander - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag.
Op grond van de algemene voorwaarden is Santander de juridische eigenaar van de motor en daarom heeft zij recht op teruggave van het voertuig. Ondanks herhaaldelijke verzoeken, inschakeling van een recherchebureau en aangifte van verduistering bij de politie is afgifte van de motor echter uitgebleven. Santander vordert daarom teruggave/afgifte van de motor met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een dwangsom als hij daarmee wederom in gebreke blijft.
3.3
Santander heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen. Zij kan de uitkomst van een bodemprocedure niet afwachten, omdat de motor elke dag minder waard wordt en daarom snel verkocht moet worden ter beperking van de schade die is ontstaan door de wanbetaling van [gedaagde].

4..Het verweer

4.1
[gedaagde] heeft tegen de vordering – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Het klopt dat de motor nog niet is afgegeven aan Santander. Toen [gedaagde] vanwege persoonlijke omstandigheden geen gebruik meer wilde maken van de motor, heeft hij met Santander afgesproken dat hij de motor mocht verkopen en met de verkoopopbrengst mocht afbetalen. Santander heeft echter geen medewerking verleend aan de verkoop door steeds niet tijdig te reageren toen [gedaagde] tot twee keer toe een potentiële koper had gevonden. [gedaagde] heeft de motor niet verduisterd, maar opgeslagen in een garagebox in Delft, waar de motor nog steeds staat. [gedaagde] heeft Santander meermalen laten weten dat ze de motor konden komen ophalen.

5..De beoordeling

5.1
In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van Santander in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Daarbij dient de kantonrechter uit te gaan van de feiten met de beperkte toetsing daarvan, aangezien een kort geding procedure zich niet leent voor nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering.
5.2
Bij een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening als de onderhavige dient te worden beoordeeld of Santander een zodanig spoedeisend belang heeft dat van haar niet mag worden verwacht dat zij de uitkomst een bodemprocedure afwacht. Bij die beoordeling dienen in ieder geval te worden betrokken hoe aannemelijk het is dat de vordering van Santander in een bodemprocedure toegewezen zal worden, het belang van Santander bij het treffen van de voorziening en de gevolgen voor [gedaagde] bij het ten onrechte treffen van een voorziening.
5.3
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Santander een voldoende spoedeisend belang bij de door haar gevorderde voorlopige voorziening, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering. Santander heeft immers onbetwist gesteld dat zij de eigenaar van de motor is en dat het voertuig in verband met de waardevermindering snel verkocht dient te worden om de schade vanwege wanbetaling te beperken.
5.4
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde] de motor moet teruggeven aan Santander, die de juridische eigenaar van het voertuig is. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat in een bodemprocedure afgifte van de motorfiets zal worden toegewezen. De kantonrechter acht het daarom gerechtvaardigd om hierop vooruit te lopen door dit deel van de vordering toe te wijzen.
5.5
De gevorderde dwangsom voor het geval dat [gedaagde] in gebreke blijft met de afgifte van de motor wordt eveneens toegewezen. [gedaagde] heeft hiertegen geen verweer gevoerd, en bovendien is naar aanleiding van hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd niet vast komen te staan dat [gedaagde] in de afgelopen tijd voldoende stappen heeft ondernomen om ook feitelijk tot afgifte van de motor over te gaan. Uit de door [gedaagde] overgelegde e-mailberichten aan Santander en/of haar gemachtigde blijkt immers niet dat hij concrete voorstellen heeft gedaan voor een locatie waar en een tijdstip waarop de motor opgehaald kon worden. Aangezien partijen tijdens de mondelinge behandeling al zijn begonnen om met elkaar in overleg te treden om wel een concrete afspraak te maken, waarbij [gedaagde] aangaf dat een afspraak binnen enkele dagen mogelijk was, zal de dwangsom zoals gevorderd ingaan vanaf de datum van betekening van dit vonnis.
5.6
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
beveelt [gedaagde] tot teruggave althans afgifte aan Santander van de motor (Kawasaki Z 1000) met kenteken [kentekennummer ], met sleutels, kentekenbewijzen en al hetgeen blijkens de overeenkomsten deel uitmaakt van het huurkoopobject, en veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van € 250,- per dag met een maximum van € 8.000,-, voor elke dag dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis hiermee in gebreke blijft;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Santander vastgesteld op € 507,- aan griffierecht, € 114,02 aan dagvaardingskosten en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416