Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vordering
-zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang –
primairhet volgende ten grondslag
.[naam 1] – wiens goederen onder bewind zijn gesteld bij de bewindvoerder - huurt met ingang van 8 oktober 2020 van Woonstad de woning gelegen aan de [adres] (hierna: ‘het gehuurde’). Dit is een huurwoning die bestemd is voor bijzondere doelgroepen. De overeenkomst kwalificeert als een gemengde overeenkomst van huur en zorg. De bewoning is inmiddels geëindigd, omdat het gehuurde door een woningbrand onbewoonbaar is geworden. Bij brief van 9 maart 2021 heeft Woonstad de huurzorgovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Sindsdien houdt [naam 1] het gehuurde zonder recht of titel onder zich. Woonstad ziet zich daarom genoodzaakt de ontruiming van de in haar eigendom zijnde woning te vorderen.
3..De beoordeling
De beslissing