In deze zaak vorderde eiseres schadevergoeding van gedaagde wegens een scheur in een tweedehands motorblok dat zij had gekocht. De kantonrechter te Dordrecht heeft op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in deze civiele zaak. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.F.M. Baert, stelde dat het motorblok niet voldeed aan de overeenkomst omdat het vorstschade had. Gedaagde, die in persoon procedeerde, betwistte dit en stelde dat eiseres enkel geïnteresseerd was in de drijfstangen van het motorblok. De kantonrechter oordeelde echter dat eiseres voldoende bewijs had geleverd dat het motorblok niet de eigenschappen bezat die zij mocht verwachten. Gedaagde was niet verschenen op de mondelinge behandeling en had de claims van eiseres niet weersproken. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst. Eiseres werd in het gelijk gesteld en gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 450,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 april 2020 tot aan de dag van algehele voldoening, alsook in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.