In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 14 juni 2021 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van twaalf maanden en de uithuisplaatsing voor negen maanden in een accommodatie jeugdhulpaanbieder. De ouders van de kinderen, de vader en de moeder, zijn niet in staat om een veilige opvoedsituatie te bieden. De vader was niet aanwezig op de zitting vanwege ziekte, en de moeder is momenteel niet bereikbaar voor de kinderen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door een onveilige opvoedsituatie, gekenmerkt door huiselijk geweld en wisselende verblijfplaatsen. De kinderen hebben aangegeven geen contact te willen met hun vader, die op dit moment pedagogisch onmachtig is. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat de kinderen in een veilige omgeving kunnen verblijven en de nodige hulpverlening kunnen ontvangen.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 26 juli 2021.